maandag 14 april 2008

Mijn oude redactie wordt verbouwd tot moskee. De redactieruimte, waar ik ooit een flitsend motorblad en een chique klassiekermagazine redigeerde, wordt de gebedsruimte voor mannen. Op de plaats waar mijn bureau stond, preekt straks een imam. Sic transit gloria mundi.

zaterdag 5 april 2008

Voor een zaterdag is het ongekend druk in de buurt. Er is geen parkeerplaats te krijgen, er lopen verkeersregelaars in oranje hesjes en er is een constante stroom voetgangers van en naar het station. De bedrijven in het World Fashion Centre ruimen hun modellencollectie op. (Modellen in de betekenis van voorbeelden, niet van mannequins.)

Nederlanders zijn dol op goedkope confectie.

woensdag 19 maart 2008

We nemen met een etentje afscheid van een gewaardeerde collega. Ik arriveer als eerste in het restaurant. Er is gereserveerd; ik wacht tot me onze tafel wordt gewezen. Het is een grote tent, verbouwd en uitgebouwd en onoverzichtelijk. Verderop in een gang staat een ober ergens op te wachten. Hij ziet me staan. Na vijf minuten bedenkt hij dat hij wel eens naar me toe zou kunnen lopen.

Op tafel staat al wat klaar: schaaltjes gesneden ui, gesneden champignon, onduidelijke salade en plastic bakjes met chemisch gekleurde saus. Ook staan er rekjes met pannetjes. Het dringt langzaam tot me door. Jezus. 43 en ik ga voor het eerst van m’n leven gourmetten.

Er druppelen meer collega’s binnen. Het lukt ons de aandacht van de ober te trekken. ‘Wij lusten wel een biertje.’
‘Dan gaat de klok lopen, meneer.’
De klok? ‘Ja, meneer. Het onbeperkt gourmetten duurt twee uur, en als u een drankje bestelt, begint de klok te lopen. Dan serveren we de soep en daarna kunt u gaan gourmetten.’
Nog lang niet iedereen is binnen, en we willen de laatkomers niet in de problemen brengen. Misschien behoort een glaasje water wel tot de mogelijkheden? De ober aarzelt.
‘Laat maar, we wachten wel op de rest.’

Vanochtend word ik met honger wakker. Eerst maar eens goed ontbijten.

maandag 17 maart 2008

Ik ben de laatste die competenties met huidskleur verbindt. De hoofdstedelijke PvdA doet dat wel. Een enkele uitzondering daargelaten, staat ze erop gekleurde politieke brekebeentjes op bestuurlijke posities te parachuteren. Voor de goede orde: Ahmed Aboutaleb is de uitzondering. Ahmed Marcouch moet nog bewijzen dat hij een stadsdeel kan besturen. Nu sneuvelt Hennah Buyne op een kwestie die iedere handelingsbekwame politicus had moeten overleven.

Dat de PvdA op alleen electorale overwegingen bestuurders kiest, bleek op de persconferentie waar Buyne haar vertrek aankondigde. Ik luisterde half naar de live-uitzending op AT5 maar begon op te letten toen ik gejoel en geklap hoorde. Gejoel en geklap op een persconferentie? Zo ken ik het journaille niet. Het bleek dat de Surinaamse achterban van Buyne het zaaltje vulde. Aanwezig ondermeer kamerlid John Leerdam en Elin Robles, de slechtste columnist van het Parool ooit.

In retrospectief verklaart dit ook die andere twee politieke talenten van Surinaamse afkomst van de PvdA: Hannah Belliot en Elvira Sweet. Belliot was stadsdeelvoorzitter in Zuid-Oost en mocht doorschuiven als wethouder zorg van Amsterdam. Daar werd ze door haar ambtenaren in leven gehouden. Ze functioneerde zo slecht, dat ze aan het einde van de periode te horen kreeg dat ze zich niet opnieuw verkiesbaar moest stellen. Sweet, de huidige koningin van Zuid-Oost, is al eens dronken achter het stuur opgepakt. Haar bestuursstijl, weet ik uit ervaring, kenmerkt zich vooral door botte machtspolitiek. (Zo bezien zit ze goed bij de PvdA, maar dit terzijde.)

Wil de PvdA nu alsjeblieft een competente bestuurder voordragen? Het kleurtje maakt echt niet uit.

zaterdag 15 maart 2008

In de post een pakje van de Groene Amsterdammer. Het is ongetwijfeld de beloning voor de extra bijdrage die ieder jaar van abonnees gevraagd wordt om het leukste maar ook armlastigste krantje van Nederland de nodige financiële ruimte te geven. Als tegenprestatie mag je uit een kort lijstje een boek uitzoeken.

Ik ben natuurlijk allang weer vergeten welk boek ik indertijd heb gekozen. De aangeboden selectie is elke keer wel de moeite waard, dus verwachtingsvol scheur ik het pakje open. Oh ja, Tegengeschiedenis van de filosofie – antieke wijsgeren van Michel Onfray, het eerste deel uit een reeks over filosofen die uit de canon gevallen zijn. Al bladerend krijg ik heel veel zin, maar ik moet eerst door die andere stapel boeken heen.
Ik weet niet hoe ze heet. Een jaar of tien geleden kwam ik voor het eerst met haar in aanraking. Ik was net geïnstalleerd als raadslid en ze kwam naar me toe, op volle snelheid pratend over een kwestie waar ik het bestaan nauwelijks van wist. Al gauw merkte ik dat ze zich zo met allerlei zaken in het stadsdeel bemoeide, druk pratend, betrokken, een beetje hyper.

Aan politiek doe ik al heel lang niet meer, maar omdat ze bij mij in de straat woont, kwam ik haar een enkele keer tegen en maakten we een kort, nietszeggend praatje. Dat laatste praatje is drie jaar geleden, zo niet langer.

Toen ik vanochtend de kranten uit de bus aan het hengelen was, stond ze ineens voor de ingang van ons flatgebouw. Ze viel direct met de deur in huis: ‘Nog steeds lid van D66?’ Ik legde uit dat ik na het Afghanistan-debâcle en het toetreden tot een CDA-kabinet mijn lidmaatschap had opgezegd. ‘Misschien voelt u zich bij ons, de VVD, meer thuis,’ zei ze terwijl we richting lift liepen. Ik was al snel op mijn verdieping, en stapte met een nietszeggend antwoord en een vriendelijke groet snel uit de lift.

donderdag 13 maart 2008

Voor een van mijn nevenactiviteiten mag ik ieder jaar een stapel boeken lezen, allemaal debuten van Nederlandse (en Vlaamse) auteurs. Dat is een genoegen, want zo krijg ik boeken onder ogen waar ik anders met een boog omheen zou lopen. De eerste pennevrucht van Heleen van Royen is een goed voorbeeld.

Om twaalf uur stond de koerier op de stoep. Vooraf was aangekondigd dat het dit keer een bescheiden hoeveelheid zou zijn, en dat er zeker kwaliteit tussen zou zitten. Toen ik de deur open deed, bleek het eerste niet te kloppen: twee flinke dozen.

De eerste indruk bij het uitpakken: een gemengd gezelschap. Boeken die wat zouden kunnen zijn, maar ook boeken waarvan je denkt: zonde van de bomen. Er is natuurlijk maar een manier om de kwaliteit van een boek te bepalen en dat is lezen. De komende weken zal ieder vrij moment gevuld zijn. Cees Nooteboom moet nog even wachten.

vrijdag 7 maart 2008

De A2, op weg van huis naar werk. Op de rechterbaan rijdt een aftandse Porsche 924, zeker 30 jaar oud. De 924 is een beetje een nep-Porsche, want voorin ligt een Audi-blok. Deze 924 is zwart met uitzondering van het linkerportier want dat komt vers van de sloop en is knalrood. Het koetswerk is gebutst, de achterbumper hangt op half zeven en de velgen zijn niet origineel. De bestuurder is net zo zwart als zijn auto, draagt racehandschoentjes en een glimmend witte pet. Inderdaad, hij neemt de afslag naar de Bijlmer.

De A2, op weg van werk naar huis. Ik zit met 120 op de middenbaan te suffen. Opeens wordt ik links voorbijgescheurd door een babyplasticblauwe Citroen met achter het stuur een heftig zwaaiende oud-collega. Ik bel haar om onze aankomende eetafspraak scherp te zetten. Ze deelt mee dat ze niet van tomaten houdt.

maandag 3 maart 2008

Het is altijd lastig om te kiezen met welk verhaal ik de nieuwsbrief voor onze externe relaties zal openen. Dat hangt van meerdere factoren af, zoals nieuwswaarde, politieke opportuniteit en het beschikbare fotomateriaal. Dat laatste laat vaak te wensen over, want meestal zijn het foto’s van mannen in pak voor een Powerpoint-dia of van geconcentreerd kijkende mensen in een zaaltje.

Van de Veronica-gids is bekend dat het nogal wat uitmaakt wat voor foto je voorop zet: blonde meisjes met grote borsten doen het veel beter in de losse verkoop. Dat maakt de keuze dit keer makkelijk: bij een van de verhalen heb ik een foto van een charmante blonde collega.

Zojuist val ik in De wereld draait door, en hoor een gast vertellen over het feit dat jongens in eerste instantie visueel worden aangetrokken door, inderdaad, blond haar en grote borsten. Zaken als een leuk karakter zijn secundair. Waarvan akte.

zondag 2 maart 2008

De president van Iran gaat op bezoek bij de president van Irak, voorwaar een historische gebeurtenis. De militaire kapel die hem verwelkomt speelt gierend vals. Kunnen ze niet beter of is het een gecalculeerde belediging?

vrijdag 29 februari 2008

Je beseft pas goed hoeveel je in je koelkast opslaat als 'ie stuk is. Mijn exemplaar had na veertien jaar de geest gegeven, en het zou twee weken duren voordat ze tijd hadden een nieuwe in te bouwen. De afgelopen twee weken heb ik daarom de vriezer leeggegeten (en kwam heerlijke erwtensoep van mijn moeder tegen) en de restjes uit de koelkast gingen er in volgorde van houdbaarheid doorheen.
Omdat vandaag een nieuwe ingebouwd werd, heb ik gisteravond alles wat nog in de koelkast zat eruit gehaald. Dat was meer dan mijn kleine aanrecht kon herbergen. Gelukkig kwam de monteur op tijd en was de operatie een succes, want ik had al een aantal keer bijna mijn nek gebroken over de overal en nergens neergezette flessen champagne.
J.M. Coetzee bespreekt in de New York Review of Books van 6 maart Lost Paradise van Cees Nooteboom. Ik realiseer me dat ik al heel lang geen Nooteboom meer gelezen heb. Allerzielen was de laatste, en dat liet me met gemengde gevoelens achter: het was niet zo’n hoogtepunt als De omweg naar Santiago. Ik heb nog wel Tumbas gekocht, het fotobooek van zijn echtgenote Simone Sassen; Nooteboom heeft de foto’s van graven van dichters en denkers van tekst voorzien. Het ligt al geruime tijd in de boekenkast te koffietafelen.
Hoewel de bespreking van Coetzee niet onverdeeld prijzend is, gaat het toch jeuken. Zijn er nog meer boeken van Nooteboom die ik nog zou willen lezen? Twee dagen later levert de postbode Het geluid van Zijn naam (2005) en Rode Regen (2007) af. En natuurlijk Paradijs verloren (2004).

dinsdag 26 februari 2008

Onderzoek wijst uit dat middeltjes als Prozac niet effectiever zijn dan placebo's. Ik ken mensen die daar pas echt depressief van worden.

zondag 24 februari 2008

Deep Throat een kutfilm noemen is niet helemaal correct. Slecht is 'ie wel.

zaterdag 23 februari 2008

Berichtje op teletekst: zwembad in Zwolle weigert vrouwen in burkini. Burkini? Het woord roept een beeld op van exotische schonen, gekleed in bikini en bijpassend krap hoofddoekje. Het gaat echter om een lichaamsbedekkende islamitische zwemuitrusting. Tot zover de haremfantasie.
In mijn wijk zijn straatcoaches actief. Voor wie denkt dat hun enige functie het niet geven van handen aan vrouwen is: ze zijn bedoeld om rondhangende jeugd in het gareel te krijgen.
Ik had er nog niet veel van gemerkt. Ze fietsen vaak in koppeltjes langs, herkenbaar aan hun slecht zittende grijze jassen met logo op de rug. Op het naburige winkelplein scholen ze samen. Ze staan dan met hun rug naar de rondhangende jeugd en kletsen wat.

Op de parkeerplaats naast mijn flat, pal onder het raam van mijn werkkamer, verzamelt zich wat jeugd rond een defect scootertje. Deze jeugd is duidelijk uit een ander deel van de wijk afkomstig, en op bezoek in dit witte ghetto. Onder het uitstoten van onverstaanbare keelklanken wordt er wat geduwd en getrokken.
Totdat twee straatcoaches hen in het snotje krijgen. Kaarsrecht gaan ze op hun doel af. ‘Goedenmorgen heren. Alles in orde?’ Gezaghebbende stem, helder Nederlands. De rest van het gesprek gaat op lager volume en ik kan het vanachter mijn bureau niet verstaan. Maar binnen vijf minuten lopen de jongelui weg, om beurten het scootertje voortduwend.

vrijdag 22 februari 2008

Wovon man nicht sprechen kann, darüber muß man schweigen. De laatste stelling van de Tractatus van Ludwig Wittgenstein - ik heb iets met die man.
Het is een mooi motto voor een blog. Ik hoop dat ik hier niet ga leuteren.