donderdag 10 februari 2011

Russische toestanden in het Concertgebouw. Bij binnenkomst word ik meteen besprongen door een poes in een hostess-pakje: ‘Komt u voor het ING-business event?’
Inderdaad, het nieuwe Rusland heeft het kapitalisme omarmd. ‘Nee schat, ik kom gewoon voor de muziek.’

Het Concertgebouw Café heeft de kaart aangepast en een selectie wodka’s opgenomen. Ik ben geen kenner maar een Stolichnaya gaat er natuurlijk wel in. Stolichnaya betekent immers ‘hoofdstedelijk’. Omdat het nog even duurt voordat E. arriveert laat ik wat blini’s aanrukken. Helaas niet met kaviaar maar met een ander soort zoute zwarte korrels. En de zure room is vervangen door een soort dille-dipsausje, niet helemaal zoals het hoort. Ik heb nog wat leeswerk bij me dus de tijd vliegt om.

E. is wat later omdat hij de kaartjes op de keukentafel had laten liggen. Hij krijgt een glas wijn en een bord blini’s voorgezet en we laten de wereld de revue passeren. Vooral de politieke bewegingen van Jolande Sap en de kans op een beschaafde, linkse meerderheid in de Eerste Kamer worden diepgaand geanalyseerd. We zijn niet heel optimistisch. Om zeven uur staat de ober naast ons: ‘Het eten dat u besteld heeft, is op.’
‘Pardon?’
‘Onze dagschotel, de Boeuf Stroganoff, is op.’
‘Over vijf kwartier begint het concert. Wat kunt u wel aanbieden?’
‘We hebben quiche en een salade met wilde eend.’
‘Doe die wilde eend maar. Als we die tenminste snel krijgen, zodat we nog tijd hebben om te eten.’

Helaas, om tien voor acht is er nog geen eend voorbij gevlogen. Ik wenk de ober: ‘Vergeet die eend maar. Twee espresso en de rekening.’
Een andere knul komt de espressootjes brengen en maakt uitgebreid excuses: ‘Nieuwe mensen in de keuken.’
Niet handig tijdens een groot muziekfestival. Gelukkig zitten er stroopwafeltjes bij de espresso, zodat we nog iets aan vaste substantie binnen krijgen. Russische toestanden, inderdaad.

Met te weinig voedsel en te veel wodka in mijn maag betreden we uiteindelijk de zaal. Gergiev en zijn Orkest van het Mariinski Theater spelen voor de pauze Romeo en Julia van Tsjaikovski en de suite uit Assepoester van Prokofjev. Even wennen: de instrumenten zijn anders gegroepeerd. Er staat links een concentratie strijkers, die bij Nederlandse orkesten meer verdeeld staan. E. legt hij dat hij dat in het buitenland vaker heeft gezien. Het klankbeeld is daardoor anders, het lijkt rommeliger. Er wordt echter met passie gespeeld en het zijn heel aardige uitvoeringen.

Na de pauze is alles anders. Sjos 14 wordt in een kleine bezetting gespeeld (strijkers en percussie) en er wordt gezongen (Olga Sergeyeva, sopraan, en Yuri Vorobiev, bas). Sjos 14 is immers niet echt een symfonie, maar een liederencyclus, over de dood nog wel. Het is een modern stuk, geen licht verteerbaar snackje. Nu valt op hoe goed Gergiev en zijn mensen zijn. Voor de pauze waren het repertoirestukjes, maar dit is fenomenaal. Het orkest klinkt transparant, iedere muzikale beweging die Sjostakovitsj maakt is te volgen. En die Russen zingen fantastisch.
Ik ben overigens benieuwd hoe de gasten van de ING op eerste rijen dit ervaren. Die dachten waarschijnlijk naar een avondje Ivan Rebroff en het Don Kozakkenkoor te gaan. Ze komen heropgevoed naar buiten!

Gelouterd verlaten we de zaal. Er komen meer goede dingen uit Rusland dan alleen wodka.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten