Alle bomen hebben bruin blad. Dat had ik niet gezien toen ik donderdagavond thuis kwam. Zo word je vanuit de Spaanse nazomer ineens in de Hollandse herfst gekieperd.
Niet dat het weer in Benissa altijd even geweldig was: twee ochtenden hevige spoelbuien en dat was de eerste regen na de zomer. Het is dan oppassen geblazen, de wegen zijn spekglad en er kan zomaar ergens puin naar beneden zijn gekomen. Maar verder was het gewoon 24 graden in de zon.
Ik ga u niet vermoeien met mijn belevenissen in Benissa, want die waren er niet. Ik heb gespeeld en diepzinnige gesprekken gevoerd met nichtje J. (vier jaar alweer), calamares gegeten bij Nancy en koffie gedronken bij Conchi. Ook heb ik veel dom naar de zee gekeken en een beetje gelezen. Een week is zo om.
Het gaat overigens erg slecht in Spanje. Aan het einde van het seizoen ziet het er altijd al ietwat treurig uit, omdat veel op de toeristen gerichte commercie dan sowieso dicht gaat. Maar de verhalen die je hoort ...
Conchi is ieder jaar van maart tot en met oktober open. Conchi, Raquel en Tony werken dan zeven dagen per week, van ‘s morgens vroeg tot – ik weet niet eens tot hoe laat, want dat tijdstip haal ik nooit. Dan nog eventjes met de feestdagen voor de jaarlijkse verkoop van turrón en dat is het. Uitrusten en een welverdiende vakantie.
Het was zaterdag haar laatste dag en het terras zat vol als altijd; zaterdag is marktdag in Benissa. Conchi zag er slecht uit, moe. Kom op, je mag bijna met vakantie!
‘Nee, dit jaar kunnen we niet weg. We hebben te weinig verdiend.’
Maar het zit hier altijd vol!
‘Jawel, maar mensen consumeren veel minder. Ze blijven even lang zitten, maar dan op een in plaats van twee kopjes koffie.’
Casa Cantó is het toprestaurant van Benissa. Het interieur is ietwat typisch, een soort van badkamer, maar er wordt echt fantastisch gekookt. Ik heb er mijn veertigste verjaardag gevierd.
Op het economische hoogtepunt had Casa Cantó in het kleine Benissa twee dependances, zo goed gingen de zaken. Toen reed de vrouw van eigenaar Ximo Ivars in een dikke Mercedes, nu is bijna al het personeel weg en staat ze weer in de keuken.
Genoeg getreurd. In Benissa heb ik me op Elektra van Sophocles gestort, want gisteravond mocht ik met @Amiek naar de opera: Elektra in de uitvoering van Richard Strauss. Het was bloedstollend. Of eigenlijk niet, want het toneelbloed vloeide rijkelijk. Twee uur lang moord, wraak en zelfbeklag. Heerlijk. Want wat werd er mooi gezongen. En wat is het Nederlands Philharmonisch een fantastisch orkest. En wat is @Amiek uitstekend gezelschap.
Het culturele seizoen is weer begonnen. Hoera!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten