maandag 26 december 2011

Het zal u niet verbazen dat ik dol ben op de verhalen over Sherlock Holmes, de grote 'consulting detective' van Arthur Conan Doyle. Londen in de negentiende eeuw, de dwarsheid en het intellect van de grote speurder, allemaal aansprekende elementen. En natuurlijk is Holmes een pijproker.
Over het pijproken van Holmes en van zijn chroniqueur, dr. John Watson, moet ik nog altijd een monografie schrijven. Nu vereisen dringender zaken mijn aandacht.

Het heeft me altijd mateloos gestoord dat de Holmes-verhalen van Conan Doyle tot een vuistdikke bundel beperkt waren gebleven. Dat was het, en daar moesten we het mee doen. Holmes' leven werd natuurlijk wel verlengd door de vele verfilmingen. Ik meen te weten dat bijvoorbeeld acteur Basil Rathbone het als Holmes tegen de Nazi's opnam. De Moffen hadden natuurlijk geen enkele kans maar vanuit het perspectief van de liefhebber was het allemaal niet erg boeiend.
Overigens: de verfilmingen met Jeremy Brett als Holmes kunnen natuurlijk wel de toets der kritiek moeiteloos doorstaan. Het zijn uitstekende bewerkingen van de verhalen, de enscenering is fantastisch en Brett is de ultieme Holmes.
Daarnaast hebben diverse auteurs geprobeerd het oeuvre van Conan Doyle uit te breiden door zelf Sherlock Holmes-verhalen te gaan schrijven. Bij Amazon kunt u verschillende bundels met hun probeersels aanschaffen. Ik heb slechts een kort advies: niet doen. Het is bagger.

Onlangs las ik een recensie over The House of Silk van Anthony Horowitz, een door de Arthur Conan Doyle Estate geautoriseerde nieuwe Sherlock Holmes-roman. En de recensie was positief. Horowitz heeft dan ook al zijn sporen verdiend, onder andere als scenarioschrijver van Midsomer Murders. Hij weet dus wel iets van het detective-genre.
Ik besloot hem het voordeel van de twijfel te geven en verzocht Amazon het boek op de post te gooien. Ik ben nu halverwege en ik amuseer me kostelijk. Zonder Conan Doyle al te nadrukkelijk te kopiëren weet hij in stijl, sfeertekening en verhaallijn precies de goede toon te treffen. Opmerkelijk.

Maar niet alleen op papier is de grote detective opnieuw tot leven gewekt, ook op televisie en in de bioscoop heeft hij zijn rentree gemaakt. Die twee bioscoopfilms zijn ruk. De paar seconden die ik daarvan heb gezien laten geen twijfel dat de makers er niets van hebben begrepen.
De televisieserie Sherlock is echter een heel ander kopje thee. Drie afleveringen, vorig jaar uitgezonden door de BBC en inmiddels ook door de (in deze onvolprezen) KRO en de Belg. Holmes en Watson en hun hele entourage zijn naar de 21e eeuw verplaatst en dat kostte geen enkele moeite. Zo kon Watson ook nu in Afghanistan een oorlogswond oplopen. Holmes rookt geen pijp meer maar plakt nicotinepleisters ('a three patch problem') en er zijn meer knipogen naar het origineel. De scenarioschrijvers (o.a. Steven Moffat, ook al gelauwerd om zijn reïncarnatie van Doctor Who) hebben Holmes totaal geloofwaardig en met veel pret gemoderniseerd. Heerlijk.

Tot slot het echt goede nieuws: zondag 1 januari begint op de Beeb een nieuwe serie Sherlock, met A scandal in Belgravia. Voor die tijd heb ik The House of Silk al uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten