B. belt. 'Ik ben wat later. Wacht je op me met lunchen?'
B. is niet alleen een van onze freelance redacteuren, hij is ook boekhandelaar. Zijn vertraging wordt veroorzaakt omdat opeens iemand met een aanhangwagen vol met boeken komt voorrijden. Daar moet dan direct naar worden gekeken.
Eenmaal achter de boterham vertelt B. enthousiast. 'Zo'n boek dat je alleen van reputatie kent maar nog nooit in het echt hebt gezien. Dat zit daar dan gewoon tussen.' Ik zal niet verklappen om welk boek het gaat maar ik heb het in handen gehad en ik begrijp hem helemaal.
Ik houd van boeken maar ik ben geen verzamelaar. Goed, als ik een boek wil lezen dan wil ik het ook hebben, en als ik kan kiezen tussen een eerste of een latere druk en de prijs is acceptabel, dan kies ik wel voor die eerste druk. Ik snap boekenverzamelaars dus wel.
B. doet in bijzondere boeken en hoewel ik dus niet een typische klant van hem ben, koop ik toch wel eens een boekje bij hem. Zo af en toe biedt hij iets aan dat ook voor mij interessant en toch niet bespottelijk duur is. Een telefoontje is dan snel gepleegd en de aanschaf wordt ook nog eens persoonlijk bezorgd.
Vanmiddag heeft hij mijn laatste bestelling bij zich, Nexus 1994 nummer 8, een tijdschrift in boekvorm uitgegeven door het Nexus Instituut.
Terzijde: met die club heb ik wat moeite. Hun ambities en activiteiten zijn prijzenswaardig maar het is een beetje als met het eten van een Big Mac: je werkt heel wat naar binnen maar toch heb je al snel behoefte aan iets dat echt vult.
Adel van de geest, van Nexus-directeur Rob Riemen, roept hetzelfde gevoel op. Goed geschreven, duidelijk betoog, maar eenmaal gelezen word je toch weer teruggeworpen op je eigen boekenkast. Misschien is dat wel de bedoeling: ik moet met het schaamrood op de kaken constateren dat ik nog nooit iets van Thomas Mann heb gelezen. Het wordt tijd voor Doktor Faustus.
Dit nummer van Nexus bevat La mort des cathédrales van Marcel Proust (door René Foque van een begeleidend schrijven voorzien) en om Proust is me het te doen. Ik draai al jaren om A la recherche du temps perdu heen. Er staat thuis een exemplaar en een in Spanje. Ik heb met vriendin K. de geniale theaterbewerkingen van Guy Cassiers gezien. Ik heb Prousts biografie door George D. Painter gelezen, en een biografische schets door Edmund White. Ik heb de Cambridge companion to Proust in huis.
Ik ben begonnen in Du Côté de chez Swann. Begonnen.