zondag 26 september 2010

‘Dieren zijn kapot!’ zegt nichtje J. van bijna drie na een blik op de hertenkoppen aan de muur. Close, but no cigar. Het zijn geen opgezette koppen, het is namaak. Maar dat is dan ook de enige teleurstelling van de verjaardagslunch van moeders bij Kraantje Lek.

Het is de middag van het grote jeugdsentiment. Kraantje Lek staat in Overveen en om er te komen rij ik door de buurt waar ik ben opgegroeid. Ik kom langs mijn kleuterschool, lagere school en middelbare school en het zwembad. De Bloemendaalseweg is eigenlijk niet veranderd, ook al zijn het niet meer dezelfde winkels. Maar de bakker is nog steeds een bakker en de chinees is nog steeds een chinees, met zelfs dezelfde naam: Tong Ah.
Toen ik daar als klein jongetje voor het eerst mee naar toe genomen werd was het nog een klassiek café-restaurant. Ik kan me niet herinneren wat de naam daarvan was, maar wel de uitsmijters die ze serveerden: twee witte boterhammen met twee plakjes fabrieksham en twee spiegeleieren, geflankeerd door een plakje tomaat en een stukje augurk. Toen het een chinees werd bleven dezelfde obers bedienen, en dat begreep ik niet helemaal. Overigens lagen dezelfde fabrieksham en hetzelfde gebakken ei bovenop de nasi. Het was vroeger een bar slechte chinees en als ik Iens mag geloven is dat nog steeds zo.
Verderop een verrassing: restaurant Roozendaal is niet meer. De tent wordt verbouwd. Dan langs het Brouwerskolkje, landgoed Duinlust en ik ben bij Kraantje Lek.

Ik ben al gewaarschuwd dat de Blinkert, het grote zandduin achter Kraantje Lek, kleiner is geworden en dat de Holle Boom vervangen is door een exemplaar in brons. Maar de speeltuin is exact zoals ik me het herinneren: de staschommels, de grote wip en de mechanische beesten. Alleen moet daar nu 50 eurocent in. Hoeveel was dat vroeger?

De lunch is een groot succes. Kraantje Lek serveert uitstekende kroketten.