vrijdag 29 februari 2008

Je beseft pas goed hoeveel je in je koelkast opslaat als 'ie stuk is. Mijn exemplaar had na veertien jaar de geest gegeven, en het zou twee weken duren voordat ze tijd hadden een nieuwe in te bouwen. De afgelopen twee weken heb ik daarom de vriezer leeggegeten (en kwam heerlijke erwtensoep van mijn moeder tegen) en de restjes uit de koelkast gingen er in volgorde van houdbaarheid doorheen.
Omdat vandaag een nieuwe ingebouwd werd, heb ik gisteravond alles wat nog in de koelkast zat eruit gehaald. Dat was meer dan mijn kleine aanrecht kon herbergen. Gelukkig kwam de monteur op tijd en was de operatie een succes, want ik had al een aantal keer bijna mijn nek gebroken over de overal en nergens neergezette flessen champagne.
J.M. Coetzee bespreekt in de New York Review of Books van 6 maart Lost Paradise van Cees Nooteboom. Ik realiseer me dat ik al heel lang geen Nooteboom meer gelezen heb. Allerzielen was de laatste, en dat liet me met gemengde gevoelens achter: het was niet zo’n hoogtepunt als De omweg naar Santiago. Ik heb nog wel Tumbas gekocht, het fotobooek van zijn echtgenote Simone Sassen; Nooteboom heeft de foto’s van graven van dichters en denkers van tekst voorzien. Het ligt al geruime tijd in de boekenkast te koffietafelen.
Hoewel de bespreking van Coetzee niet onverdeeld prijzend is, gaat het toch jeuken. Zijn er nog meer boeken van Nooteboom die ik nog zou willen lezen? Twee dagen later levert de postbode Het geluid van Zijn naam (2005) en Rode Regen (2007) af. En natuurlijk Paradijs verloren (2004).

dinsdag 26 februari 2008

Onderzoek wijst uit dat middeltjes als Prozac niet effectiever zijn dan placebo's. Ik ken mensen die daar pas echt depressief van worden.

zondag 24 februari 2008

Deep Throat een kutfilm noemen is niet helemaal correct. Slecht is 'ie wel.

zaterdag 23 februari 2008

Berichtje op teletekst: zwembad in Zwolle weigert vrouwen in burkini. Burkini? Het woord roept een beeld op van exotische schonen, gekleed in bikini en bijpassend krap hoofddoekje. Het gaat echter om een lichaamsbedekkende islamitische zwemuitrusting. Tot zover de haremfantasie.
In mijn wijk zijn straatcoaches actief. Voor wie denkt dat hun enige functie het niet geven van handen aan vrouwen is: ze zijn bedoeld om rondhangende jeugd in het gareel te krijgen.
Ik had er nog niet veel van gemerkt. Ze fietsen vaak in koppeltjes langs, herkenbaar aan hun slecht zittende grijze jassen met logo op de rug. Op het naburige winkelplein scholen ze samen. Ze staan dan met hun rug naar de rondhangende jeugd en kletsen wat.

Op de parkeerplaats naast mijn flat, pal onder het raam van mijn werkkamer, verzamelt zich wat jeugd rond een defect scootertje. Deze jeugd is duidelijk uit een ander deel van de wijk afkomstig, en op bezoek in dit witte ghetto. Onder het uitstoten van onverstaanbare keelklanken wordt er wat geduwd en getrokken.
Totdat twee straatcoaches hen in het snotje krijgen. Kaarsrecht gaan ze op hun doel af. ‘Goedenmorgen heren. Alles in orde?’ Gezaghebbende stem, helder Nederlands. De rest van het gesprek gaat op lager volume en ik kan het vanachter mijn bureau niet verstaan. Maar binnen vijf minuten lopen de jongelui weg, om beurten het scootertje voortduwend.

vrijdag 22 februari 2008

Wovon man nicht sprechen kann, darüber muß man schweigen. De laatste stelling van de Tractatus van Ludwig Wittgenstein - ik heb iets met die man.
Het is een mooi motto voor een blog. Ik hoop dat ik hier niet ga leuteren.