maandag 21 april 2014

We hebben dus een zorgaccoord. Deze week wordt het in de Tweede Kamer afgehamerd. Het leek erop dat Arie Slob van de ChristenUnie niet bereid was de vrije artsenkeuze in te leveren voor een paar honderd miljoen minder bezuinigingen, maar nadat er eventjes op hem geleund werd door Rutte en Asscher gaf hij zijn verzet op. Over hoe principieel Gristenpolitici zijn zometeen meer, maar eerst wil ik even het misplaatste gejuich uit het PvdA-kamp onder de aandacht brengen.


Beste Diedje, als je een miljardenbezuiniging met een klein beetje vermindert krijgen mensen niet 'meer zekerheid'. Aan je verbeten bekje - mag ik het een grimas noemen? - zien we allemaal dat je het zelf ook niet gelooft. Het lijkt wel een bezweringsformule, dat woord 'zekerheid', zo vaak gebruiken jij en je trawanten het.
En dat mensen 'als het nodig is' naar het verpleeghuis mogen is een leugen. Je vertelt er namelijk niet bij dat de voordeur van het verpleeghuis zo goed als op slot zit. Hoeveel verwaarloosde bejaarden, gehandicapten en chronisch zieken moeten straks half dood uit hun huis worden gehaald? Krijgen dan de gemeenten de schuld? Het is Pasen: wel eens van Pontius Pilatus gehoord?

Ouderen, gehandicapten en chronisch zieken ontlenen de zekerheid dat ze de zorg krijgen die ze nodig hebben niet alleen aan het macro-budget dat ter beschikking wordt gesteld maar ook aan de instrumenten die ze hebben om de overheid tot leveren te dwingen. En ook die macht heeft de PvdA weggenomen.

In de AWBZ is de zorg nu nog een recht. Met een indicatie in de hand kan zorg worden afgedwongen. Daarmee heeft de zorgvrager nog steeds een sterke positie, hoewel die toegang steeds moeilijker werd gemaakt. In de Wet voorzieningen gehandicapten (zie hier) waren de rolstoelen, trapliften &c. die door de gemeente werden verstrekt - nomen est omen - voorzieningen; ook die konden bij de rechter worden afgedwongen.
In de eerste versie van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is dat recht op een specifieke voorziening verdwenen. Daarvoor in de plaats wordt het compensatiebeginsel gehanteerd: mensen met een beperking moeten net zo kunnen leven als ieder ander. De gemeente moet dit resultaat (de compensatie) bereiken. Het compensatiebeginsel is, hoewel algemener geformuleerd, een mooi emancipatoir instrument. (In dit artikel legt advocaat Matthijs Vermaat e.e.a. haarfijn uit.)
In de nieuwe WMO, die de PvdA per 1 januari wil invoeren, is dit compensatiebeginsel geschrapt. Gemeenten kunnen eindelijk doen waar ze zelf zin in hebben. Waar blijft dan de 'zekerheid', Diedje?

Terug naar de Gristenpolitici. Indertijd was in de Tweede Kamer André Rouvoet van de ChristenUnie een warm pleitbezorger van het compensatiebeginsel. Als atheïst heb ik niks met die club, maar ik heb Rouvoets inzet voor de belangen van de zwakkeren altijd zeer gewaardeerd. Het verbaasde me dan ook dat hij na zijn politieke carrière voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland werd.
Zonder nu in een uitgebreide analyse van het vaderlandse zorgstelsel te vervallen, denk ik dat iedereen het er wel over eens dat de zorgverzekeraars op kosten van de premie- en belastingbetaler risicovrij winst mogen maken. Daarmee is de zorg als alle andere sectoren: u en ik subsidiëren het grootkapitaal.
Dat de gepassioneerde en sociaal bewogen Rouvoet opeens woordvoerder van belangenclubje ZN werd, was een meesterzet van de zorgverzekeraars, maar Rouvoet werd daarmee de zoveelste Wim Kok. Uiteindelijk zal hij alleen vanwege zijn principeloosheid in onze herinnering blijven.
En nu blijkt Rouvoets opvolger, Arie Slob, al tijdens zijn politieke loopbaan weinig standvastig. De claim van morele superioriteit van deze Gristenpolitici blijkt niets waard.

dinsdag 15 april 2014

Ik heb nu ruim een decennium als communicatieadviseur in de zorg achter de kiezen. Ik leg overheidsbeleid uit aan cliënten en journalisten, ik leg de uitvoeringspraktijk uit aan cliënten, journalisten, bestuurders en politici en ik leg de grote boze buitenwereld van cliënten en andere burgers uit aan bestuurders, politici en overige beleidsmakers. Als de boel ontspoort doe ik er een scheutje crisismanagement bij.

Interessant en uitdagend, inderdaad. Maar het roept irritaties op die ik af en toe moet ventileren - vandaar dit blogje. Gelukkig zijn er ook leuke dingen, zoals dit hulpmiddel dat ik via Jozef Kok kreeg aangereikt.


maandag 14 april 2014

Vanmiddag was een hoorzitting in de Tweede Kamer over de nieuwe Wet langdurige zorg. Fractiespecialisten stelden vragen, vertegenwoordigers van cliënten, zorgaanbieders en andere partijen gaven hun visie. Al eerder was er zo'n bijeenkomst over de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning geweest, maar daar was ik helaas niet bij aanwezig. Deze sessie was echter fascinerend.

Wat viel op?

De huidige AWBZ wordt voor de intramurale zorg vervangen door de Wlz. De Wlz is echter minstens net zo ingewikkeld en zal na invoering nog veel bijstelling nodig hebben. (Ik heb ooit eens een onderzoek gelezen waaruit bleek dat het Ministerie van VWS met ruime voorsprong de ranglijst van ministeries aanvoert voor wat betreft reparatiewetgeving. Dat komt natuurlijk omdat gezondheidszorg een ingewikkeld onderwerp is, maar ook omdat de kwaliteit van wetgeving van VWS ronduit belabberd is.)

Ton van Houten van Zorg en Zekerheid bevestigde dat de zorgverzekeraars niet op kwaliteit gaan inkopen.

Jos de Blok van Buurtzorg Nederland herhaalde zijn standpunt dat in een nieuw stelsel op zorguitkomsten gestuurd moet worden - en dat gaat met deze voorstellen niet gebeuren.

Indicatiestelling werd door de aanwezigen niet begerepen: men denkt nog steeds dat daarmee de zorgvraag onafhankelijk wordt vastgesteld. (Het is een beleidsinstrument om het zorgvolume te knijpen.)

Aan het einde van de bijeenkomst stelde Mona Keijzer (CDA) de cruciale vraag: 'Wie van u denkt dat invoering van de Wlz (en de WMO en Zvw) per 1 januari verantwoord kan? Met de beloofde kwaliteitsverbetering?'

Stilte.

Uiteindelijk nam Jantine Kriens van de Vereniging Nederlandse Gemeenten het woord. In een warrig betoog stelde ze dat de invoering van het nieuwe stelsel moet doorgaan omdat het nu eenmaal in gang is gezet. Ze bevestigde niet dat het verantwoord is, en ook niet dat de kwaliteit van de zorg zal verbeteren. Aad Koster van zorgaanbiederskoepel Actiz wil door met WMO en Zvw, maar wil uitstel van de Wlz. Hij gaf geen antwoord op de vraag over kwaliteit. Ton van Houten herhaalde het standpunt van zijn collega-zorgverzekeraars: uitstel van de Wlz. Jos de Blok benadrukte nogmaals dat er op uitkomsten gestuurd moet worden.

Aan het einde van de sessie bleef ik met één vraag over: wat is de positie van Otwin van Dijk? Hij is de PvdA-woordvoerder langdurige zorg, was wethouder in Doetinchem en belangrijker: hij zit in een rolstoel en ervaart dus aan den lijve hoe de zorg in Nederland werkt. Ik kan me niet voorstellen dat hij het eens is met deze voorstellen van zijn PvdA-staatssecretaris Van Rijn. Als dat wel zo is en hij tekent in het openbaar geen verzet aan, dan laat hij zich als schaamlap gebruiken. Als hij het er wel mee eens is, heeft hij waarschijnlijk meer dan alleen een storing aan het bewegingsapparaat.
Zijn standpunten op de PvdA-website doen vermoeden dat hij keurig de partijlijn volgt. Jammer.

zondag 13 april 2014

Die zag ik niet aankomen: afgelopen vrijdag stuurde Zorgverzekeraars Nederland een brief aan de Tweede Kamer met het verzoek of de invoering van de Wet langdurige zorg nog eventjes uitgesteld kan worden. Omdat de zorgvekeraars ook nog de de lichaamsgebonden thuiszorg en de wijkverpleging toegeschoven krijgen, wordt het allemaal een beetje veel van het goede.
Interessant is de vraag waarom ZN daar zo vlak voor de behandeling van de wetsvoorstellen pas achter komt: komende week moet de behandeling in de Tweede Kamer beginnen. En waarom kiest ZN dan niet voor het uitstellen van de lichaamsgebonden thuiszorg en wijkverpleging maar voor de Wlz?

Natuurlijk is het eerste argument van ZN dat waar politici, kiezers en klanten het meest gevoelig voor zijn: kwaliteit. En inderdaad: de zorgverzekeraars krijgen veel voor hun kiezen en ik kan me goed voorstellen dat ze daar meer tijd voor willen nemen. Maar ZN kiest de woorden precies: de termen 'capaciteit' en 'zorgvuldigheid' worden gebruikt; kwaliteit wordt in de brief vooral gesuggereerd.

Het tweede argument is echter belangrijker: geld. ZN wil een beter systeem voor risicoverevening. In mijn vorige blog schreef ik al dat de zorgverzekeraars geld op ouderen, gehandicapten en chronisch zieken moeten toeleggen en ze zijn die groep als klant dus liever kwijt dan rijk. Maar ZN (de roeptoeter van de zorgverzekeraars) wil niet zozeer betere risicoverevening, maar geen (of minder) risicodragendheid. Lees: meer poen van het Rijk.

Het derde punt van ZN is: eerlijke communicatie door het Ministerie van VWS. Ik moest even lachen. Ik weet uit ervaring dat VWS graag andere partijen de communicatieklus laat klaren. Die partijen worden daarmee medeplichtig aan het beleid en als er ongenoegen ontstaat (een zekerheid met de voorgenomen bezuinigingen) of er gaan dingen mis (ook een zekerheid gezien de te korte voorbereidingstijd) dan krijgen zij en niet VWS in eerste instantie de rotzooi voor de kiezen. Bovendien kan VWS claimen dat de problemen aan de kwaliteit van de uitvoering liggen, en niet aan het vastgestelde beleid.

De zorgverzekeraars zijn terecht bang voor enorme reputatieschade. Al die miljoenen die ze aan reclame uitgeven blijken dan in een keer weggegooid geld te zijn. Want slecht nieuws in de zorg voor ouderen, gehandicapten en chronisch zieken besmet ook hun zorgvuldig opgebouwde imago in de 'gewone' gezondheidszorg. Want een zorgverzekeraar die een bejaarde in een luier laat zitten is waarschijnlijk ook niet bereid om de goede specialisten te contracteren en wachtlijsten te voorkomen.

Het gaat de zorgverzekeraars uiteindelijk om de centen. Dat wetende, waarom hebben de gezamenlijke belangenorganisaties van ouderen, gehandicapten en chronisch zieken dan zo fanatiek gelobbyd om de lichaamsgebonden thuiszorg en de wijkverpleging naar de zorgverzekeraars over te hevelen, en niet naar de gemeenten?

donderdag 10 april 2014

Diederik Samsom spreekt geruststellende woorden over de toekomst van de zorg voor ouderen, gehandicapten en chronisch zieken. De gemeenten gaan het regelen, en de wijkzuster zorgt ervoor dat het allemaal goed komt. Bovendien krijgen de gemeenten 200 miljoen extra (zie vorige blog).

Diederik Samsom liegt, of tenminste verzwijgt hij een belangrijk deel van de waarheid.

Een groot deel van de langdurige thuiszorg (de lichaamsgebonden zorg en verpleging) gaat namelijk niet over naar de gemeenten, maar naar de zorgverzekeraars. De zorgverzekeraars gaan contracten met zorgaanbieders opstellen, en de zorgverzekeraars gaan bepalen welke zorg en hoeveel zorg er geleverd gaat worden, aan wie en onder welke voorwaarden. De wijkzuster, in dienst van de zorgaanbieder, gaat het beleid van de zorgverzekeraars uitvoeren.
Dit is natuurlijk niets nieuws. In de huidige situatie (op enkele tijdelijke experimenten na) mag een zorgaanbieder alleen die zorg leveren die in de door het Centrum indicatiestelling zorg afgegeven indicatie vermeld staat. Hoewel ietwat bureaucratisch is die indicatiestelling een aanwinst: enerzijds voorkomt het dat de zorgaanbieders allerlei onnodige zorg gaan leveren om de bedrijfsresultaten op te schroeven, anderzijds kan een zorgvrager met een indicatie levering van zorg afdwingen. Op die manier wordt niet meer en ook niet minder dan de benodigde zorg daadwerkelijk geleverd.
(Jammer is wel dat de indicatiestelling in de loop der jaren verworden is van een strikt onafhankelijke beoordeling van een zorgvraag tot een beleidsinstrument om het zorgvolume te knijpen, maar daarover een andere keer meer.)

Je mag je afvragen of verpleging en lichaamsgebonden thuiszorg van ouderen, gehandicapten en chronisch zieken bij de zorgverzekeraars in goede handen is. Want alle (zorg)verzekeraars hebben uiteindelijk maar één doel: schadelastbeperking. Er moet zoveel mogelijk geld worden opgehaald en er moet zo min mogelijk worden uitbetaald, zelfs bij die verzekeraars die (in naam) zonder winstoogmerk werken. Maak maar eens een ritje langs hun hoofdkantoren en je ziet waaraan je premiegeld wordt besteed. Ook een bezoek aan het kantoor van koepelorganisatie Zorgverzekeraars Nederland is wat dit betreft een eye-opener.

In het rapport Evaluatie Zorgstelsel en Risicoverevening - Acht jaar na invoering Zorgverzekeringswet: succes verzekerd? van de Erasmus Universiteit Rotterdam wordt duidelijk gemaakt dat zorgverzekeraars in de huidige Zorgverzekeringswet geld moeten bijleggen voor de zorg aan ouderen, gehandicapten en chronisch zieken. Het is dus een klantengroep die ze liever kwijt dan rijk zijn - en dit betekent dat een zorgverzekeraar niet zal investeren in kwaliteit om die klanten aan te trekken of te behouden. En aangezien dit voor alle verzekeraars geldt, is het switchen van verzekeraar om betere zorg te krijgen voor hen geen optie.
Het overhevelen van de langdurige zorg naar de Zvw zal dit effect alleen maar versterken. Er zal geen keuzevrijheid zijn voor gebruikers van langdurige zorg. Hier faalt het verzekeringsstelsel.

Zorgaanbieders gaan straks werken volgens de richtlijnen van de zorgverzekeraars. Dit betekent zo laag mogelijke kosten, en daarmee de laagst mogelijke kwaliteit. De wijkzuster mag, gewapend met mappen vol voorschriften en protocollen, de wijk in om de klanten uit te leggen waarom ze toch de zorg niet krijgen die eigenlijk nodig is.

Terwijl de discussie nu gaat over de overdracht van zorg naar de gemeenten, is staatssecretaris Van Rijn (PvdA) in alle stilte aan het onderhandelen met de zorgverzekeraars. Want net zoals de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Wet langdurige zorg per 1 januari in werking moeten treden, moet dan ook de deal met de zorgverzekeraars rond zijn. Eigenlijk moet dit alles tegelijkertijd en in één keer door de Kamer worden behandeld, maar het lijkt erop dat Van Rijn voor de tactiek van het voldongen feit heeft gekozen: als de Kamer eerst accoord is gegaan met de WMO en de Wlz, dan heeft ze geen keuze ook de nieuwe Zvw te slikken, hoe slecht die ook zal uitpakken.

Welk Kamerlid gaat hierover vragen stellen?

dinsdag 8 april 2014

Deze week zijn de onderhandelingen over de begroting voor 2015 begonnen. De rijksfinanciën staan er iets minder beroerd voor en het lijkt erop dat er niet extra bezuinigd hoeft te worden. De mee-onderhandelende oppositiepartijen (D66, CU, SGP) vatten dit op als ware er ruimte voor extra uitgaven en dienden direct hun verlanglijstjes in. De woordvoerder van de coalitie, Diederik Samsom, legde ook zijn eis op tafel: 200 miljoen voor een soepele overdracht van de zorg naar gemeenten.

Dit is vreemd. De bulk van de zorg uit de AWBZ (persoonlijke verzorging en verpleging) wordt niet aan gemeenten overgedragen, maar aan de zorgverzekeraars. (Hierover is het doodstil, en dat is een reden om je zorgen te maken. Daarover een volgende keer meer.) De gemeenten krijgen vooral de begeleiding aan ouderen, chronisch zieken en gehandicapten over de schutting gekieperd, tegelijk met een forse korting op het budget voor de poetshulp.
Voor de goede orde: in Nederland krijgen zo'n 260.000 mensen via de AWBZ een of andere vorm van begeleiding. De gulle geste van Samsom vertaalt zich dus in een fooi van zo'n € 767,- per persoon. Daar kan je niet zoveel mee.

De onderhandelingsinzet van Samsom laat vooral zien dat hij zijn kiezers niet begrijpt, dat hij niet snapt waarover ze zich zorgen maken en waarom ze dus naar andere partijen weglopen. Het gaat hen er niet om hoeveel geld er beschikbaar is voor de PvdA-plannen, de essentie is dat ze de plannen zelf onverteerbaar vinden.

De geschiedenis geeft de PvdA-achterban gelijk.

Voorbeeld 1. De Wet Voorzieningen Gehandicapten. In 1994 werden gemeenten verantwoordelijk voor rolstoelen, trapliften en alle andere vervoers- en woonvoorzieningen. Het werd een puinhoop. Het heeft jaren geduurd en het heeft vele rechtszaken gekost voordat gemeenten een fatsoenlijk verstrekkingenniveau bereikten - in een tijdperk dat het geld over de plinten klotste. Daarnaast richtte iedere gemeente een eigen toko in, zodat een gehandicapte die naar een andere gemeente verhuisde zijn rolstoel kon inleveren en elders een nieuwe moest aanvragen.
Ook is tot op de dag vandaag het reizen buiten de eigen gemeentegrens de facto onmogelijk. Het bovenregionaal vervoerssysteem Valys is zo beperkt dat een gehandicapte zich moet afvragen of dit jaar tante Agaath of achterneef Kees wordt bezocht.

Voorbeeld 2. In de WVG bestonden tenminste nog afdwingbare rechten. Omdat de gemeenten al die rechtszaken maar lastig vonden werd de WVG vervangen door de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Het recht op een voorziening werd daarbij afgeschaft; als een gemeente liever een skybox in het plaatselijke voetbalstadion kocht, was dat prima. Tegelijkertijd werd het welzijnswerk wegbezuinigd.

Voorbeeld 3. Vervolgens werd de huishoudelijke verzorging uit de AWBZ gehaald en bij de gemeenten in de WMO ondergebracht. Veel gemeenten grepen direct hun kans en degradeerden deze zorg tot poetshulp: ongekwalificeerde, slecht of geen Nederlands sprekende schoonmakers rausden door de flatjes van dementerende bejaarden die na zo'n bezoek ontredderd achterbleven.

De PvdA-achterban weet dus dat ze wat zorg betreft van gemeenten niets hebben te verwachten. 200 miljoen extra verandert daar niets aan.

Om extra zout in de wonden te wrijven wordt deze afbraak van de zorg door Samsom en zijn zetbaas Van Rijn verkocht in alleen positieve bewoordingen. 'Dichterbij huis wordt de zorg beter' - quod non, zie boven - en 'maatwerk': een synoniem voor willekeur en rechtsongelijkheid.

Diederik Samsom heeft nog niks geleerd.

dinsdag 1 april 2014

In een poging de electorale duikvlucht te stoppen schiet de PvdA de zoveelste bok. (Mijn verontschuldigingen voor alle slechte metaforen, maar ik kom zo langzamerhand woorden tekort om al hun miskleunen te beschrijven.) Vandaag werd bekend dat in ruil voor het niet strafbaar stellen van illegaliteit de inkomens vanaf 40.000 euro een kadootje van een half miljard krijgen in de vorm van een hogere arbeidskorting. Dat half miljard is vooralsnog ongedekt; de VVD heeft ook bedongen dat dit bedrag in ieder geval niet ten koste mag gaan van veiligheid, defensie en infrastructuur.

Allereerst, het is een ijzersterke zet van de VVD. Door iets niet te doen, iets waar ze verder geen last van hebben, zo'n bedrag voor de achterban in één keer binnen te harken: briljant. De VVD weet: principes hebben een prijs, en de VVD kan goed onderhandelen.

De PvdA heeft echter een enorme blunder begaan. Natuurlijk was de (mogelijke) strafbaarstelling van illegaliteit een schandaal en terecht werd daar verzet tegen aangetekend. Maar de achterban van de PvdA betaalt een hoge prijs om het van tafel te krijgen.
De kritiek op het opnemen van de strafbaarstelling van illegaliteit in het regeerakkoord was vooral een intern PvdA-dingetje. Veel kiezers zijn ze daar niet door kwijtgeraakt, anders was GroenLinks in de peilingen wel veel groter geweest. De achterban van de PvdA heeft in tijden van crisis veel meer belang bij financiële ondersteuning en economische bescherming: 'Erst kommt das Fressen, dann die Moral'. Nu wordt het 'Fressen' van de achterban geofferd aan de 'Moral' van de partijkliek.

Want dat half miljard dat nu aan de VVD-achterban cadeau wordt gedaan, moet uiteraard elders op de begroting worden teruggehaald. Aangezien in de deal die met de VVD gemaakt is veiligheid, defensie en infrastructuur hiervan zijn uitgezonderd, zal dit geld gevonden moeten worden op plekken die de PvdA-achterban pijn doen: sociale zekerheid en zorg. Bij cultuur en ontwikkelingssamenwerking is niets meer te halen.
En als die half miljard niet elders op de begroting teruggehaald hoeft te worden, omdat dit bedrag gezien de gunstige ontwikkeling van het begrotingstekort kennelijk klaar ligt om besteed te worden? Dan had die half miljard ook gebruikt kunnen worden om de bezuinigingen in de zorg te verzachten, of het afschaffen van de compensaties aan gehandicapten en chronisch zieken ongedaan te maken. Dat zijn zaken die voor de kiezers van de PvdA van veel groter belang zijn.