zaterdag 25 oktober 2014

Het was even geleden dat ik in het Frans Hals Museum was; ergens halverwege de jaren tachtig denk ik, met wat leden van de Haarlemse Mafia. (Een aantal treft u op deze foto.) En in onze jonge jaren zijn mijn broertje en ik er door onze ouders diverse malen doorheen gesleept want het was in de buurt.
Onlangs was ik er weer eens, gewoon, omdat het kan.


De aanleiding van het bezoek was de tentoonstelling Emoties maar de daar getoonde schilderijen waren niet die op mijn netvlies bleven hangen. Twee stukken uit de vaste collectie maakten veel meer indruk. Ik heb niet over de eindeloze reeks schuttersstukken (de groepsfoto's van die tijd) of de portretten van meester Hals zelf, hoewel zijn beste werk niet voor dat van Rembrandt onderdoet, zoals De Mulat.


Het eerste doek dat echt indruk maakte was De heilige Lucas schildert de Madonna van Maerten van Heemskerck. Niet vanwege het onderwerp of de compositie, maar vanwege zijn briljante techniek: de 'stofuitdrukking' zoals ik van mijn moeder geleerd heb. Deze afbeelding doet het geen recht: bekijkt u in Haarlem maar eens het origineel van dichtbij.


Fabelachtig is dit kleine stilleven van Pieter Claesz. Hij en z'n kompaan Willem Claeszoon Heda hebben dit soort stukken in serieproductie vervaardigd maar dat doet aan de kwaliteit van (toevallig) dit exemplaar niets af.


Ook hier gaat het me niet om de compositie of het onderwerp (hoewel eten en drank zoals u weet heel belangrijk voor mij zijn) maar om de techniek, de weergave van de tinnen beker en het glas: fenomenaal. Hij weet de essentie van het materiaal en de vorm weer te geven, zoals zelfs een foto dat niet kan.

U merkt het: ik heb de ballen verstand van kunst, maar dit wilde ik toch even kwijt. Tot slot nog één schilderij uit de tentoonstelling Emoties. Omdat vieze plaatjes van alle tijden zijn.

zondag 19 oktober 2014

Er is maar één manier van koffiedrinken: onverdund. Geen schep suiker of scheut melk en zeker geen siroopjes in mijn koffie. Als je geen koffie lust moet je geen koffie drinken. Je ziet mij dus ook niet bij Starbucks.

De beste koffie maak ik zelf. Mijn dagelijkse standaardshot bereid ik met een Quick Mill, door Wouter Klootwijk in 2010 terecht omschreven als de 2CV van de espressomachines.


Mijn Quick Mill is zwart, overigens. Ik voed hem met ESE-servings van La Brasiliana uit Ferrara en Izzo uit Napels (geleverd door de Koffiecentrale).


De laatste tijd heb ik echter wat vaker behoefte aan grote mok vol geurige koffie in plaats van een doodklap in een klein kopje. Daarom heb ik nog een Italiaanse wondermachine aangeschaft: een Bialetti Moka Express.



Water onderin, filter vullen met koffie, dichtschroeven, plaatsen op willekeurig welke warmtebron en na een paar minuten heb je voortreffelijke koffie. Jaren geleden gebruikten we al zo'n ding tijdens onze zeilvakanties en ook op een lange trektocht door de Pyreneeën had ik een (kleine) Bialetti in mijn rugzak.
Nu rest nog de vraag: welke koffie doet het goed in de Bialetti? Ik gebruik nu naar genoegen de Café Organico Forte van Simon Lévelt, maar ik sta open voor suggesties.

De zeskops Moka Express vult precies één mok. Alles paletti met de Bialetti.