dinsdag 18 november 2014

Sinds ik ruim twintig jaar geleden bij een auto-ongeluk een dwarslaesie scoorde en in een rolstoel terechtkwam vraag ik mij met enige regelmaat af: is de kwaliteit van mijn leven voldoende om er mee door te gaan? Daar komt direct een andere vraag achteraan: als dat niet zo is, maak ik er dan een einde aan?

Eerst maar even de eerste vraag. Het antwoord daarop varieert in de tijd en is ingewikkeld, een samenstelsel van rationele argumenten en woeste emoties. Die zijn voor een groot deel privé, maar één belangrijke set overwegingen wil ik graag met u delen.
De positie van gehandicapten in dit stinkend rijke land is slecht. Ze kunnen zich alleen met grote moeite of tegen hoge kosten verplaatsen, werkgevers moeten ze niet en de zorg die ze nodig hebben om volwaardig aan de samenleving te kunnen deelnemen is er niet. En nu het ietsje slechter gaat met onze economie wordt dat wat er wel is afgebroken; onder het mom van kwaliteitsverbeteringen voert de politieke klasse rigoureuze bezuinigingen door. Dat wat overblijft, verschanst zich achter een steeds dikker wordende bureaucratie. Cynischer kan niet.
In de nieuwe zorgwerkelijkheid moet ik straks voor heel veel op mijn buren, vrienden en familie terugvallen. Dat zijn grotendeels dezelfde mensen die door hun stemgedrag deze situatie hebben gecreëerd. Dat gaat niet goed komen.
U begrijpt dat, als ik dit in overweging neem, bij mij de wil tot leven wegschrompelt.

Wil ik dan dood? Nee, maar zo leven wil ik ook niet. De dood lijkt te verkiezen boven het eeuwige gesleur en getrek om iets wat op een gewoon leven lijkt te leiden, boven het altijd maar weer geconfronteerd worden met een maatschappij die me als kostenpost ziet en boven de medemens die me lastig vindt.
Helaas ben ik geen held. Dood zijn vind ik niet erg, dood gaan lijkt me verschrikkelijk. Ik heb het uitgezocht en eigenlijk zijn er geen betrouwbare en goeddeels pijnloze manieren beschikbaar om er een einde aan te maken. Betrouwbaar is belangrijk omdat ik niet in een nog slechtere situatie wil terecht komen dan ik al ben en pijnloos is belangrijk ... wel, zoals ik al zei, ik ben geen held.

De positie van gehandicapten lijkt veel op die van bejaarden, maar er is één belangrijk verschil. In een goed ingerichte samenleving kunnen gehandicapten hun hele leven lang een positieve bijdrage aan die samenleving leveren; bejaarden hebben dat al gedaan en hun leven is nagenoeg voltooid. In die zin is de positie van gehandicapten schrijnender.
Wat bejaarden en gehandicapten ook gemeen hebben: ze worden opgesloten in hun uitzichtloze toestand. Dezelfde samenleving die ze zorg en mogelijkheden ontzegt, die ze in veel gevallen dwingt te creperen, ontneemt ze ook de keuze om wel of niet in die samenleving te leven. Het is de arrogantie voorbij.
Natuurlijk is in een beperkt aantal gevallen euthanasie mogelijk, en dat is iets. Het is echter veel te weinig, niet meer dan een schaamlap. Eigenlijk moet iedereen die door de samenleving in een onmenselijk bestaan wordt gedwongen ten minste de vrijheid hebben om er eenvoudig en pijnloos een einde aan te maken. Een pil van Drion dus, voor iedereen. Nu.

Op dit blogje zullen veel reacties komen in de trant van: het valt toch allemaal wel mee, zo erg is het allemaal toch niet, het is toch goed geregeld? Daarop is maar één antwoord: daar gaat u niet over. De beoordeling van mijn leven is mijn zaak. Ik begrijp dat u liever niet nadenkt over de consequenties van uw politieke keuzes, dat u liever niet wordt geconfronteerd met uw maatschappelijk handelen, of beter: het gebrek daaraan.
U, de samenleving, en de politieke klasse die u vertegenwoordigt, kiezen ervoor om gehandicapten en bejaarden buiten te sluiten. Sta ons dan toe om zelf te kiezen of we in die samenleving willen leven.


donderdag 13 november 2014

'PvdA-ers worden verplicht de straat op te gaan.' Alles wat mis is met de PvdA in één bericht samengevat. Ik moest even naar adem happen, maar mijn tijdlijn op Twitter bulderde van het lachen.

Je verzint het ook niet. Een maand geleden kondigde partijvoorzitter Hans Spekman aan het kabinetsbeleid 'activistisch' te volgen, omdat Diederik Samsom nu ook door hem als buikspreekpop van Mark Rutte wordt gezien. Van Hans hebben we nadien niets meer gehoord, terwijl er toch wel genoeg aanknopingspunten waren om iets 'activistisch'' te roepen. En nu dit.
Arbeider Spekman verstaat zich met het grauw.
De PvdA heeft een enorm bord voor de kop. Ze snappen niet dat wat ze zelf in Den Haag stuk maken, niet goed komt door op straat met mensen te praten. Het komt niet bij ze op dat het uitleggen van het beleid niet het probleem is, maar de beleidskeuzes zelf. De PvdA moet ervoor zorgen dat de kiezers zich financieel zeker weten, en daar waar ze problemen hebben gesteund worden door de overheid.

De PvdA doet precies het tegenovergestelde. Je kan vinden dat het bestuurlijk niveau waarop de zorg het beste georganiseerd kan worden niet dat van het Rijk is, maar de PvdA kan niet verhullen dat de decentralisaties in de zorg niets anders dan een enorme bezuinigingsmaatregel zijn in plaats van een verbetering van de aansturing en daarmee de kwaliteit. De kiezer ziet dat feilloos. De eerste maanden van 2015 zal er een tsunami aan schrijnende gevallen de media overspoelen en de PvdA zal met de Statenverkiezingen in maart 2015 een hoge prijs betalen. De PvdA-senatoren kunnen nu al op zoek naar nieuwe bijbaantjes.
Praten op straat helpt daarbij niets. Net als iedere politieke partij doet de PvdA kiezersonderzoek en ze weten dus verdomd goed welk beleid van ze verwacht wordt. Alleen weigeren ze dat uit te voeren.

Ik ben overigens benieuwd waarom nu juist 'een kwart' van de tijd op straat moet worden doorgebracht, en niet bij voorbeeld een derde of een achtste. Zou daar enig empirisch onderzoek aan ten grondslag liggen? Of klinkt het gewoon lekker?
En hoe gaat de partij de volksvertegenwoordigers controleren? Moeten er urenstaatjes worden ingevuld? Komt er een prikklok bij de woningdeur? Met dezelfde regel- en controleobsessie waarmee de PvdA de zorg gesloopt heeft, wordt nu de eigen partij geworgd.


Dat de PvdA in paniek is blijkt ook uit een heel ander akkefietje. Twee Turkse PvdA-kamerleden die kritiek hebben op het beleid van de eigen minister Lodewijk Asscher worden de mond gesnoerd. Ik vind de merites van de kritiek niet heel belangrijk, maar hoe er gereageerd wordt wel. Twee kamerleden, die allebei goede stemmentrekkers zijn, worden als kleine jongens weggezet. Wat het extra pijnlijk maakt dat over deze specifiek Turkse kwestie vervolgens het woord gevoerd wordt door een Marokkaan. Dat ligt niet lekker bij de Turkse achterban.

Quo vadis, PvdA?

Update: de twee Turkse kamerleden zijn uit de fractie, dus op straat, gezet.

maandag 10 november 2014

Van sommige nieuwsfeitjes vraag je je af waarom er niet veel meer aandacht aan wordt besteed. In de opening van het Acht Uur Journaal bij voorbeeld. Of met chocoladeletters in de Telegraaf. Verontwaardiging in Hart van Nederland. Boze Powned-plofkappen onder neuzen van politici.

Van andere nieuwsfeitjes snap je niet waarom er zo veel aandacht aan wordt besteed, zoals aan de bejaarde mevrouw in het verpleeghuis met de urine die langs haar enkels druipt. Het is echt geen nieuws dat de zorg in de verpleeghuizen ondermaats is. Dat is al jaren zo, en al jaren winden we ons af en toe op en doen we vervolgens niets. Het was hooguit een beetje nieuws dat het in dit geval de moeder van de staatssecretaris langdurige zorg betreft, en dat die staatssecretaris een kille, afstandelijke autist blijkt te zijn. Pijnlijk, maar nog steeds geen groot nieuws. Iedere politicus heeft een moeder.
De politieke tegenstanders van staatssecretaris probeerden het vuurtje nog wel aan te wakkeren door te wijzen op de enorme bezuinigingen die onderweg zijn. Dat lukte niet helemaal, omdat de verpleeghuizen daar vrijwel van uitgezonderd zijn. De ellende daar bestaat al jaren en heeft grotendeels andere oorzaken (alhoewel geldgebrek wel een factor is).

Maar in de marge van het nieuws over de déconfiture van de staatssecretaris kwam ik dit drie maanden oude bericht tegen, waarin wordt gemeld dat de afgelopen dertien jaar '... 70 miljard aan AWBZ-premies niet naar de zorg is gegaan.'
Waarom hebben de tegenstanders van de staatssecretaris en zijn beleid dit niet van de daken geschreeuwd? Er is genoeg geld, dus er hoeft helemaal niet bezuinigd te worden! Alle argumentatie onder de plannen van PvdA en VDD was in één keer weg. Waarom was dit geen voorpaginanieuws? Waar waren de Telegraaf c.s.?

Na enig spitten kwam ik deze uitleg van SP-Kamerlid Henk van Gerven tegen en hij heeft gelijk: er is 70 miljard aan premies niet naar de AWBZ gegaan. Het Ministerie van VWS zegt het zelf.
Maar waarom werd dit politieke bommetje niet tot ontploffing gebracht? Waarom werden de neo-liberalen van de PvdA niet sky high geblazen? Er moest een addertje onder het gras zitten (excuus voor de gemengde metaforen).

Ik moest even zoeken en puzzelen maar ik geloof dat ik het nu snap (en als dat niet zo is dan hoor ik het graag). Ja, SP-politici Van Gerven en Leijten hebben gelijk als ze claimen dat er 70 miljard aan premiegeld niet aan AWBZ-zorg is besteed. Maar dan moeten al die premies wel opgehaald worden en dat gebeurt niet. Want de AWBZ-premie, die op het loon wordt ingehouden, wordt voor een groot deel niet opgehaald. De mensen krijgen korting - de zogenaamde heffingskorting. Heffingskortingen zijn cadeautjes van politici voor de kiezers: je krijgt ze als je jong bent, oud bent, ouder bent of wat dan ook. Heel Nederland krijgt ze.
(Overigens wordt het gat dat door de heffingskortingen wordt geslagen weer enigszins gedicht door de Bijdrage in de Kosten uit de Kortingen (BIKK) en de opbrengsten uit de Eigen Bijdragen van de AWBZ-gebruikers, maar daar hoor je niemand over.)

Natuurlijk is iedere reden om minder belasting te betalen een goede reden maar door dit gedoe is een goede discussie over zorgkosten bijna niet te voeren, omdat iedereen selectief in de argumenten winkelt. Wel is duidelijk dat er geen sprake is van geldgebrek: er is voldoende geld voor zorg. De overheid haalt zoveel op dat de inkomstenstroom afgeknepen kan worden om de kiezer op andere terreinen te behagen.

We vinden het best. Want zoals ik al zei: al jaren winden we ons af en toe op over de manier waarop we met ouderen (en gehandicapten) omgaan, als het erop aankomt om geld uit te geven daar waar het echt iets uitmaakt, gebeurt er uiteindelijk niets. We vinden het als samenleving niet belangrijk genoeg om onze politici met een duidelijke opdracht op pad te sturen, en politici hebben er vooral belang bij om ons naar de mond te praten. De kiezer is de baas. En kennelijk zijn mijn landgenoten allemaal heel erg voor goede zorg, als het maar niks kost. We zijn allemaal VVD-ers. Totdat we zelf zorg nodig hebben. Of onze moeder.


PS
Verpleeghuisarts en filosoof Bert Keizer legt op Radio 1 uit waarom we onze oudjes laten creperen.

donderdag 6 november 2014

In mijn blogje van gisteren over 'Van Rijn-gate' schreef ik: '... VVD-senator Heleen Dupuis is voorzitter van de Raad van Toezicht van de zorgaanbieder in kwestie. Of zij haar werk als toezichthouder naar behoren heeft gedaan, blijft vooralsnog onderbelicht.'

Mevrouw Dupuis zelf heeft daar bij Pauw alle misverstanden over weggenomen. Zie hier.



Maar eerst een rectificatie. Ik had ongelijk toen ik Pauw kapittelde over zijn gebrekkig doorvragen op de uitspraken van stas Van Rijn. Door Van Rijn juist niet te gedetailleerd te bevragen kreeg hij alle ruimte om zijn verhaal te vertellen. Dat deed hij. En zo werd pijnlijk duidelijk dat stas Van Rijn leeft in een wereld van wensdenken en loze kreten. Pijnlijk. Dankjewel, Jeroen.

Terug naar mevrouw Dupuis, of eigenlijk naar zorgboer WZH. Er raast een storm over hen heen en de telefoon staat roodgloeiend, allemaal journalisten die een reactie willen. Omroep West staat klaar om met draaiende camera's uit te rukken.
WZH-directeur Evert de Glint heeft direct een crisisteam gevormd. De manager van het betreffende verpleeghuis, de eigen communicatieadviseur en misschien een ingevlogen specialist, ze zitten bij hem aan de lange vergadertafel. Woordvoering in een crisis is immers een vak apart. Met de voorzitter van de Raad van Toezicht, zelf een publiek figuur en verbonden met de zorg, wordt telefonisch overlegd.

De communicatieadviseur heeft de eerste beheersmaatregelen al genomen. Het personeel heeft een spreekverbod gekregen. Alle journalisten moeten, zonder enig commentaar, naar hem worden doorverwezen. Wie één woord teveel zegt, is z'n baan kwijt. Hijzelf laat alle gesprekken in z'n voicemail lopen, totdat ze in het crisisteam hebben besloten hoe ze gaan reageren.
Naar aanleiding van het artikel in het AD is op de website al een korte, procedurele en niet-inhoudelijke reactie geplaatst. Een dag later volgt naar aanleiding van de bredere media-aandacht een nagenoeg identieke reactie. Ook de cliëntenraad komt met een verklaring, eveneens geheel procedureel.

Het crisisteam werkt de checklist af. Welke vragen krijgen we? Van wie? Welke vragen kunnen we nog krijgen? Waar lopen we ook nog risico's? Welke antwoorden gaan we geven? Wie gaat het woord voeren? Vooral die laatste vraag is voor WZH lastig. In dit soort gevallen is de directeur de meest voor de hand liggende persoon, omdat hij met gezag namens de organisatie kan spreken, hij de feiten kent, voldoende afstand tot de werkvloer heeft om niet in een detaildiscussie verzeild te raken en tegelijkertijd dichtbij genoeg staat om empathie te kunnen tonen. Voorwaarde is wel dat hij een geloofwaardig verhaal heeft en een geloofwaardig persoon is.
Helaas heeft directeur Evert de Glint een reputatie als graaier, en een eerdere poging tot woordvoering (naar aanleiding van een gedwongen verhuizing van demente bejaarden) was allesbehalve succesvol. Men besluit tot een, misschien iets uitgebreidere, schriftelijke persverklaring. Komt wat laf over, maar is wel veilig. En stormen waaien over.
Dan breekt Heleen Dupuis in het overleg in. Ook zij wordt platgebeld. Veel journalisten hebben haar privénummer. Moeten we toch niet iemand wat laten zeggen? Als volksvertegenwoordiger heeft ze een sterke neiging om in het openbaar verantwoording af te leggen. En als voormalig hoogleraar heeft ze een sterke drang tot doceren.
De communicatieadviseur legt uit dat het misschien niet zo'n goed idee is als de voorzitter van de Raad van Toezicht het woord gaat voeren. De mensen snappen niet dat een RvT heel ver weg zit, af en toe wat stukken leest en één keer per jaar met de directeur een functioneringsgesprekje voert en de jaarrekening aftekent. De mensen denken dat de RvT dagelijks door de gangen loopt en met de bewoners en het personeel praat. Als er iets mis is krijgt de directeur op z'n donder. Een soort cliëntenraad dus, maar dan met macht.
Niet doen dus.
Dupuis houdt voet bij stuk. Ze heeft zelf al met Jeroen Pauw gesproken. Zij mag haar verhaal komen doen, en ze hoeft met niemand in debat. Ze gaat. De communicatieadviseur zwicht. Hij zal haar zo goed mogelijk helpen met de voorbereidingen. Er komt een lijst met mogelijke vragen en antwoorden en een kort en bondig feitenrelaas. En een riedel die ze zo vaak mogelijk moet herhalen: 'De zorg is goed maar het gaat om mensen die veel aandacht nodig hebben. Ik begrijp de zorgen van de heren en samen zullen we bekijken hoe het beter kan.' Verder niks. Niet uitweiden, niks erbij halen. Vooraf zullen ze nog een uurtje oefenen - de communicatieadviseur zal Jeroen Pauw spelen.

Als we de uitzending van Pauw terugkijken, blijkt dat er onderweg iets is misgegaan. En er had nog veel meer mis kunnen gaan. De carrière van Dupuis biedt immers voldoende handvatten om het haar in deze kwestie erg lastig te maken. Als VVD-politica is ze immers medeverantwoordelijk voor de bezuinigingen op de zorg. In haar rol van ethica had ze bevraagd kunnen worden over de zorg die zieken en zwakkeren moeten krijgen. En heeft ze haar eigen man niet uit een verpleeghuis gehaald omdat de zorg daar te slecht was?

U heeft de uitzending gezien. Natuurlijk werd er gedebatteerd. Niet dat Pauw daartoe uitnodigde, maar hij liet het wel gebeuren, want prima televisie. Opmerkelijk overigens was dat Renske Leijten zich daar niet in mengde. Ondanks dat ging er genoeg mis. Een bloemlezing.
Volgens Dupuis was het onvermijdelijk dat dementerende bejaarden in hun eigen urine zitten, want er kunnen niet de hele tijd drie man omheen staan. Dat is waar, maar ze gaf vervolgens niet aan wat wel acceptabel is. Ze leek eerder te suggereren dat creperen gewoon moet kunnen.
Zelf schermde ze met de twee 'gouden keurmerken' die WZH heeft. Nu is er door een keurmerk nog nooit een luier op tijd verschoond; het zijn administratieve exercities die op kantoren worden uitgeoefend. Bovendien heeft de betreffende vestiging van WZH die keurmerken helemaal niet voor verpleeghuiszorg (maar voor thuiszorg).
Op de vraag naar het gestegen aantal klachten van bewoners (in een jaar bijna verdubbeld) kwam ze niet verder dan met de dooddoener: 'ze zijn mondiger geworden.' Geroezemoes in het publiek.
Ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft volgens Dupuis ongelijk als die constateert dat WZH-breed bewoners risico lopen op 'onverantwoorde zorg en gezondheidsschade'.
En als klap op de vuurpijl: de klachten van Joop van Rijn en Ben Oude Nijhuis zijn 'beelden, geen feiten.' Waarmee de heren worden weggezet als leugenaars.

Dupuis heeft in ongeveer een half uur haar reputatie, die van WZH en van het PvdA- en VVD-beleid enorme schade toegebracht. Voor dat laatste kunnen we dankbaar zijn, maar het was ook onnodig. Ze liet zich echter niet adviseren, zij was God in haar eigen wereldje.

'Het zijn beelden, geen feiten.'
Dit voorval laat wel zien dat de semi-publieke sector een toezichtprobleem heeft. Het lijkt zo veilig en statusverhogend om je toezichthouders te rekruteren uit het old boys-netwerk van (oud-) politici en bestuurders, maar een ongeleid projectiel als Dupuis kan enorme schade toebrengen.

woensdag 5 november 2014

Het was smullen, gisteren. Genieten. Het begint met een bericht in het AD: twee hoogbejaarde mannen klagen over de zorg die hun dementerende echtgenotes in het verpleeghuis ontvangen. Of eigenlijk: niet ontvangen want het is een tranentrekkend verhaal over vervuiling, onderbezetting en wanhoop.
Treurig, maar op zich niks bijzonders. Het verpleeghuis is het afvoerputje van de zorg waar we mensen laten wonen in omstandigheden die we onze huisdieren niet durven aandoen. Dit soort berichten zullen we blijven lezen totdat we als samenleving onze verantwoordelijkheid nemen.

En dan meldt Omroep West dat een van de klagers de vader van staatssecretaris langdurige zorg Martin van Rijn is, en dat de dementerende vrouw in het verpleeghuis 'bij wie de urine langs de enkels loopt' de moeder van de stas is.

Ik ken de zorg goed, zowel als gebruiker als beleidsmatig. Ik ken het politiek-bestuurlijke complex (de Kamer, het Ministerie, de uitvoeringsorganen) van binnen. Ik verdien mijn brood met journalisten het bos in sturen. En wie mijn blogjes leest weet dat ik een pesthekel heb aan het afbraakbeleid van de PvdA en de vrome woorden waarmee de voormalig sociaaldemocraten dat proberen te goed te praten.

Een casus als deze krijgt dus mijn volle aandacht.

Op een dag als gisteren vinden er twee processen gelijktijdig plaats, die elkaar beïnvloeden. Het eerste proces is dat van het journaille dat zich collectief op de zaak stort en een stroom van feitjes en meningen publiceert. Het tweede proces is dat van de knechtjes van de hoofdpersoon (de woordvoerders en politiek assistenten van de stas) die proberen de schade te beperken - 'damage control'. Want de bewindspersoon is nu de hoofdpersoon en zijn moeder die wegrot in het verpleeghuis en zijn vader die daarover klaagt niet meer dan een aanleiding.

Terug naar gisteren. Even later meldt GeenStijl dat het AD weet dat het om de ouders van de stas gaat maar dat onder druk van het Ministerie van VWS niet hebben gepubliceerd. Het is natuurlijk schandelijk dat het AD zwicht voor deze druk, maar het is ook stom van de knechtjes van de stas: je kan een krant wel onder druk zetten zoiets niet te publiceren maar je weet ook dat het onderwerp dusdanig brisant is dat dit eerder vroeg dan laat toch naar buiten komt en dan is niet alleen de reputatie van de bewindspersoon beschadigd maar die van het hele Ministerie.

Dan blijkt dat er nog een politicus betrokken is bij de kwestie: VVD-senator Heleen Dupuis is voorzitter van de Raad van Toezicht van de zorgaanbieder in kwestie. Of zij haar werk als toezichthouder naar behoren heeft gedaan, blijft vooralsnog onderbelicht. De zorgaanbieder, WZH, laat ondertussen weten dat een individuele casus meerdere aspecten kent, '... en daar kunnen we verder niet op ingaan.'
Maar (lokale) journalisten zullen gaan spitten en er zullen meer details over de kwaliteit van de zorg van WZH naar boven komen.

Het volgende belangrijke bericht is dat één van de twee klagers die avond bij Jeroen Pauw zal aanschuiven. Echter niet de vader van de stas, maar de andere echtgenoot, Ben Oude Nijhuis. Joop van Rijn wil niet, blijkt uit een bericht op de website van Pauw (met dank aan Cobie Groenendijk).


De mededeling dat Joop van Rijn niet durft te komen verdwijnt later van Pauws website. Onder druk van zorgaanbieder WZH?

Als de televisie zich op een zaak als deze stort, eist dat meteen de volle aandacht op. Want wie schuiven er nog meer bij Pauw aan? Daardoor blijft enigszins onderbelicht dat er nog steeds geen reactie van de stas is. Maar gelukkig, daar is Teletekst.


Tegen het ANP zegt de stas: 'Mijn persoonlijke situatie is mijn inspiratiebron geweest om in de politiek te gaan. Dat is geen geheim, ik heb het een paar weken na mijn aantreden in de Tweede Kamer gezegd. Dat de kwaliteit van zorg omhoog moet, wordt in heel Nederland breed gedeeld. Daarom is dat wat mij betreft de belangrijkste pijler onder de hervorming van de langdurige zorg.'

De reactie van Van Rijn junior roept vooral meer vragen op. Want wat heb je dan gedaan om de situatie in verpleeghuizen te verbeteren? Wat ga je nog doen, welke concrete plannen zijn er en hoeveel geld is daarvoor vrijgemaakt? En nu Van Rijn junior zijn privéleven als politieke legitimatie gebruikt willen we nog wel meer weten: wat heb je er persoonlijk aan gedaan om de omstandigheden van je moeder te verbeteren? Hoe vaak ga je eigenlijk bij haar op bezoek? En hoe valt je gedrag te rijmen met de oproep die je bij de EO deed: 'Kinderen moeten meer betrokken zijn bij de zorg voor hun ouders.' Ben je misschien ietwat hypocriet?

Terug naar Pauw. Behalve Ben Oude Nijhuis zal Lilian Marijnissen aanschuiven, het zorgbijtertje van Abvakabo FNV. Marijnissen is een scherp criticaster van het huidige zorgbeleid en zij zal dit schrijnende verhaal goed van context en achtergrond kunnen voorzien. Even hoop ik dat Van Rijn ook  bij Pauw zal optreden, maar dat is hem ongetwijfeld door zijn adviseurs ontraden. In een vlek moet je niet gaan wrijven.

En dan. Toch. Van Rijn komt naar Pauw. En daarom moet Marijnissen het veld ruimen.

Voor het vertrek van Marijnissen kunnen twee redenen zijn. Het zal een eis geweest zijn van de knechtjes van de stas: als Van Rijn de verbaal en inhoudelijk sterke Marijnissen tegenover zich krijgt, wordt hij gefileerd. Maar het kan ook een keuze van de redactie van Pauw geweest zijn: bij een tweestrijd tussen Marijnissen en Van Rijn verdwijnt het persoonlijke verhaal van Oude Nijhuis naar de achtergrond, terwijl hij juist de 'human interest' van het verhaal is. Hoe het ook zij: Oude Nijhuis zit tegenover Van Rijn, en het is dus aan Jeroen Pauw om de woordenbreier Van Rijn concrete antwoorden te laten geven.

Kijkt u zelf.



Het gesprek verloopt dramatisch. Oude Nijhuis is moedig en blijft correct, ook als hij vertelt dat hij onder druk is gezet om niet met zijn verhaal op televisie te verschijnen.


Maar het zijn vooral de een-tweetjes tussen Pauw en Van Rijn die je de moed in de schoenen doen zinken.
Van Rijn herhaalt keer op keer zijn kreet dat hij de zorg beter wil maken (zonder concreet te worden) en Pauw komt niet verder dan een aantal maal te vragen of er dan geen geld bij moet. Meer komen we niet te weten. Pauw verzaakt zijn taak als journalist en Lilian Marijnissen wordt node gemist. Op het optreden van Oude Nijhuis na is het een wanvertoning.

Is het dus verstandig van Van Rijn om bij Pauw aan te schuiven? Nee, niet op deze manier. Hij is vreselijk slecht voorbereid. Hij moet meer empathie met Oude Nijhuis tonen, hij moet vertellen wat hij persoonlijk doet om de omstandigheden van zijn moeder te verbeteren, hij moet met behulp van concrete voorbeelden duidelijk maken wat hij als bewindspersoon wel en niet kan doen en hoe zijn acties de zorg beter maken. Maar niets van dit alles. Hij en zijn knechtjes hebben verschrikkelijk slecht werk geleverd. Zijn haartjes zaten keurig in een scheiding, dat wel.

The day after. PvdA-ers proberen de schade te beperken.


Onvermeld daarbij blijft dat Van Rijn jarenlang directeur langdurige zorg op hetzelfde Ministerie van VWS is geweest en dus met zijn toenmalige PvdA-bazen medeverantwoordelijk voor de huidige stand van zaken. Onvermeld blijft ook dat de familie Van Rijn, waar het geld tegen de plinten klotst (hiervoor was Van Rijn baas van pensioenreus PGGM, tegen een aanzienlijk salaris) niet in staat was of wilde zijn om betere zorg voor moeder te organiseren.

Tot slot blijft de vraag over wie Van Rijn op zijn gedrag aanspreekt. In de politiek is dat natuurlijk Renske Leijten.


Maar wie gaat dat bij Van Rijn thuis doen?

Update: het gespit bij zorgaanbieder WZH is begonnen.


Update: in de Volkskrant beschrijft Gijs Herderscheê hoe de knechtjes op het Ministerie het Algemeen Dagblad verneukten.