maandag 30 juli 2012

Het Muziekgebouw aan 't IJ heeft het beste uitzicht van Amsterdam. Je kijkt uit over het water naar het Centraal Station, naar Overhoeks en verder naar Noord, tot aan de Hemcentrale. Het licht en het water zijn altijd anders, en er is altijd wat te doen. Bootjes kijken is net zo leuk als mensen kijken.
Het is daarom ook een fantastische locatie voor een terras. En dat ligt er ook. Het Muziekgebouw baat de horeca onderin het gebouw - café-restaurant met dat grote terras - niet zelf uit. In het verleden zat daar Star Ferry, tegenwoordig Zouthaven. Star Ferry had een ongecompliceerde kaart en ik heb er een aantal keer prima geluncht. Maar Star Ferry heeft het niet gered, en ik vrees ook voor Zouthaven. De locatie heeft namelijk een probleem, en dat is ... de locatie.
Bootjes kijken.
Het Muziekgebouw aan 't IJ zit niet 'in de loop'. In tegenstelling tot de culturele instellingen in binnenstad kom je er niet toevallig langs en wandel je even binnen. Je moet er naar toe. Begrijp me niet verkeerd, het Muziekgebouw is uitstekend bereikbaar. Tram 26 stopt voor de deur en parkeren kan in de eigen garage. Maar het Muziekgebouw is een bewuste bestemming en geen oprisping.
Dit geldt daarmee ook voor de in het Muziekgebouw gevestigde horeca. Die moet het hebben van gasten die in het Muziekgebouw iets te doen hebben en een bezoekje meepikken of van gasten die voor de horeca zelf komen. Ik weet niet welk deel van de omzet van Zouthaven wordt gegenereerd door bezoekers aan het Muziekgebouw maar het is nooit genoeg om van te leven - al was het maar omdat er 's zomers geen concerten zijn. Zouthaven moet dus ook op eigen kracht genoeg gasten trekken en ik vraag me af of dat lukt. Star Ferry ging tenonder.
Uitzicht Zouthaven
Het mooiste uitzicht van Amsterdam?


Zouthaven positioneert zich als visrestaurant. We hebben in Amsterdam al een aantal uitstekende visrestaurants (Visaandeschelde, de Oesterbar, Lucius) en restaurants waar je uitstekend vis kunt eten (Yamazato en vele anderen) en dan zal je je ergens mee moeten onderscheiden. De kaart is echter klein. Ik heb er in de afgelopen zomerse weken in diverse gezelschappen een aantal keer gegeten (vooral vanwege dat terras) en de kwaliteit varieerde van niet best (kreeft) tot erg lekker (gebakken makreel). Ik heb het idee dat er niet permanent een chef in de keuken staat, maar dat lager gekwalificeerd personeel volgens een instructieboekje werkt. Formule-koken dus. En dat gaat dus niet altijd goed.
De bediening is rommelig maar vriendelijk en naar Amsterdamse begrippen behoorlijk goed. Maar ook zij laten steken vallen. Een espressootje blijft te lang binnen staan en arriveert lauw en met ingestorte crema op het terras. Dan heeft het geen zin om Illy te voeren en kan je beter Moccona schenken. Dat blijft langer heet.
De kreeft valt tegen.
Als Zouthaven zich als visrestaurant wil handhaven moet er een aantal dingen gebeuren. De kaart moet spannender en de kwaliteit van de witte en de zwarte brigade moet flink omhoog. Ook de wijn- en drankkaart kan spannender; er is geen fatsoenlijk glas gedestilleerd te krijgen. En zet de wijn- en drankkaart op de website!

Het treurige voor uitbaters van de locatie is dat zij niet absoluut noodzakelijk zijn om van het uitzicht te genieten. Ook zonder horeca valt er genoeg te beleven en met een picknickmand en koelbox kom je een een heel eind. Maar ik gun het Zouthaven dat ze het redden. Ik kom van de zomer nog wel een paar keer langs.

woensdag 18 juli 2012

Tekst maken doe ik op een computer. Ik heb geen heimwee naar de schrijfmachine en het flesje witkalk, hoewel de foto boven dit logje misschien anders doet vermoeden. Tekstverwerking en internettoegang hebben mijn vak enorm veel makkelijker gemaakt. Maar tekst lezen van een computerscherm doe ik nog steeds niet graag en zeker niet als het om langere tekst gaat. Ook de finale versie van een eigen tekst lees ik op papier na, met een pen in de hand. Een vulpen natuurlijk.
U zult mij dan ook nooit met een e-reader aantreffen, hoe goed de kwaliteit van het beeldscherm ook zal worden. Dat heeft niet alleen te maken met mijn hekel aan schermlezen en dat ik al teveel spullen heb die op tijd opgeladen moeten worden. Ook het feit dat Amazon het gepresteerd heeft om een boek, dat al duizenden keren was verkocht, te wissen van alle e-readers waarop het was gedownload - er was geloof ik iets met auteursrecht - verontrust mij. Alsof de Bruna bij je inbreekt en een greep in je boekenkast doet. Affreus. Dit is Big Brother en raakt aan de vrijheid van drukpers: een bedrijf of de staat breekt in op je computer en verwijdert wat je niet mag lezen. Dat is bij een gedrukt en fysiek verspreid boek gelukkig een stuk moeilijker.

Nieuws via het internet vind ik eigenlijk ook niks. Het is makkelijk en snel en dat is het dan ook wel. Neem nu.nl: een handig overzicht van actuele gebeurtenissen maar ook niet meer dan dat. Je kan door een selectie te maken van goede (meestal buitenlandse) nieuwssites voor jezelf een heel behoorlijk nieuwsaanbod creëren maar dat is best veel werk en dan zit je toch weer een tijd achter dat nare beeldscherm.
Gelukkig is hier al sinds jaar en dag een oplossing voor: de krant.

Kranten lezen heb ik van huis uit meegekregen. Eerst het Haarlemsch Dagblad en na een verhuizing werd dat het Utrechts Nieuwsblad. Een aantal jaren was ik abonnementsloos maar toen ik in Amsterdam ging wonen nam ik meteen een abonnement op het Parool. Later kwam daar het NRC Handelsblad bij.
Krantenredeacties selecteren nieuws, zoeken nieuws op, maken nieuws. Ze duiden het nieuws, plaatsen het in context en geven achtergronden. Als ik het Parool uit heb, weet ik wat er in Amsterdam is gebeurd en weet ik ook dat ik niets van belang heb gemist. Ik heb het nieuws dat ik interessant vind het eerst gelezen en ik heb door de krant gegrasduind naar andere dingen van mijn gading. Ik kwam ook onderwerpen tegen waarnaar ik niet op zoek was, maar die toch de moeite waard bleken om over te lezen. Ik kan de krant lezen waar en wanneer ik wil. Ik kan er koffie of whiskey over knoeien en as op morsen en dat alles zonder batterijen. En iedere dag ligt er een vers exemplaar in de bus.

Het Parool is ijzersterk in Amsterdams nieuws en dus verplichte kost voor iedere Amsterdammer. Binnen- en buitenlands nieuws doen ze echter enigszins plichtmatig. Als je echt iets wilt weten moet je elders zijn. Dat elders was voor mij jarenlang NRC Handelsblad.
Inderdaad: was. Ik heb net de envelop dichtgelikt met daarin mijn abonnementsopzegging. Ik ben helemaal klaar met die krant. Al jaren zie ik dat de kwaliteit terugloopt, maar nu is het dieptepunt bereikt: een kop met 'prijzen ... steeds duurder'. Ik weet niet eens meer waarvan de prijzen gestegen zijn.
Een incidentele miskleun van een koppenmaker is nog te vergeven, maar sinds Peter Vandermeersch hoofdredacteur is, is het verval echt ingezet. Wat voorbeelden:
- de krant opent met een 'analyse' in plaats van nieuws, en die 'analyse' is een open deur;
- te veel en te grote foto's en dus te weinig tekst;
- buitenlands nieuws: te weinig en van te lage kwalteit;
- te veel opinie van te lage kwaliteit (meninkjes van nobodies);
- het onzin-katern Lux.
De economie-pagina's, de wetenschapsbijlage, Youp en Fokke & Sukke zal ik missen.

Ik weet dat kranten het moeilijk hebben. De jeugd kan niet meer dan 140 tekens achter elkaar verteren, het opleidingsniveau van het volk is tot een historisch dieptepunt gedaald en adverteerders doen ook niet meer wat er van ze verwacht wordt. Maar er blijft een harde kern geïnteresseerde lezers bestaan, die bereid is even harde pegels voor een goede krant neer te leggen. Het Parool is dat gelukt. Waarom kan NRC Handelsblad dat niet?

Ik overweeg nu een abonnement op de International Herald Tribune.

vrijdag 6 juli 2012

Bijzonder Spaans is een van de leukste kooklogs. Didi presenteert heerlijke, maakbare gerechten en dat geeft mij de kans in Amsterdam te eten wat ik ook in Benissa eet. Daarnaast exploiteert Didi MADE-IN-SPAIN, een webwinkel met allemaal lekkers.

Een tijdje terug plaatste ze op haar Facebook-pagina een oproep: het zou leuk zijn als iemand een fotootje zou plaatsen van een gerecht afkomstig van Bijzonder Spaans. Het toeval wilde dat ik net haar Judiones con chorizo ging maken - erg lekker! - dus een kiekje was zo gemaakt. Twee dagen later deed ik het dunnetjes over met de Tomatitos y queso de cabra con hojaldre - ook niet te versmaden.
Judiones con chorizo.
Tomatitos y queso de cabra con hojaldre.
Ik was helemaal vergeten dat ze gezegd had dat ze onder de inzenders een pakketje aardigheden uit haar webshop zou verloten, totdat ik vorige week het verzoek kreeg even mijn adres door te geven. Ik was de uitverkorene!
Mijn humeur, dat al twee dagen zwart was wegens een continu 'uitklappende' internetverbinding, klaarde helemaal op toen de postbode vanochtend met het verrassingspakket op de stoep stond. Dat de goede man meteen ook een nieuwe stofzuiger kwam afleveren, was bijzaak.

Het was dus Sinterklaas in Huize Het Kopje. Didi had mij bedacht met gedroogde ñoras, gerookte jaranda paprika's, een flesje Torrevella Moscatel Reserva azijn (uit Alcoy, dus uit de buurt), een fraai schaaltje en drie soorten pimentón. Didi bedankt: daar ga ik de komende tijd eens lekker mee koken!

Sinterklaas in Huize Het Kopje.
En dankzij de firma Guidion, die mijn internetverbinding mores heeft geleerd, kon dit logje worden geplaatst. Het weekend kan beginnen.

zondag 1 juli 2012

Spaans crisisdagboek: 'Regreso al burro'

17 juni 
Ik vertrek niet om zes uur 's avonds maar pas om half negen. De geplande kist is stuk en er moet een nieuwe uit de hangar worden gesleept. Maar voltanken duurt toch geen twee-en-een-half uur? Gelukkig heb ik Marx bij me in de vorm van How to change the world van Eric Hobsbawm. Ik heb wel een suggestie.

Om elf uur ben ik eindelijk op vliegveld Alicante. De laatste jaren vloog ik altijd op Valencia, omdat Valencia een kleiner en prettiger vliegveld is, met een goede service. Het is meer ingesteld op de zakelijke reiziger dan op de hela-hola-toeristen die naar Benidorm gaan. Maar Transavia vond het nodig om de vlucht naar Valencia om half acht 's morgens te laten vertrekken en dat is me toch net iets te vroeg.
Het schijnt dat vliegveld Alicante de afgelopen jaren grondig is verbouwd maar omdat het al donker is zie ik er niet veel van. Wat ik wel zie zijn lege, naargeestige ruimtes. De verlichting is maar gedeeltelijk aan en de enige kleur komt van mijn gele Samsonite op de bagageband.
In de luchtbrug naar de parkeergarage ligt de noppenvloer over de gehele lengte los. De garage zelf is maar voor de helft in gebruik. Het gedeelte waar je niet mag komen is afgeschermd met kettinkjes en onverlicht. Er is ook geen bewegwijzering en het kost wat moeite om de uitgang te vinden.

19 juni
Voordat we bij Nancy (Carambano in Moraira) visjes gaan eten eerst even pinnen. Gezien het gedoe met de Spaanse banken moet je euro's uit de flappentap halen als het nog kan. Maar dat blijkt lastiger dan vroeger toen in iedere straat tenminste drie bankfilialen zaten, allemaal met een eigen betaalautomaat. De lokale banken - Cajas - zijn inmiddels allemaal gefuseerd tot één Bankia en die heeft veel minder kantoren nodig. De overbodige bankkantoren zijn gesloten en de ramen zijn dichtgeplakt. Overigens valt de leegstand verder mee.
Het is erg rustig in Moraira. Overal zijn lege parkeerplaatsen en ook de terrassen aan de boulevard zijn grotendeels leeg. Behalve bij Nancy, daar is nog maar een tafeltje vrij, en dat is voor ons.
Visjes bij Nancy.
's Middags hebben we werklui over de vloer. Miguel ontfermt zich over een weigerachtige halogeen plafondspot en Angel en Paco proberen de skimmers van het zwembad weer aan de gang te brengen.
Miguel vertelt dat er de laatste tijd veel meer straatprostitutie is. Geen Spaanse meisjes, maar Roemeense. 'Van Ceaușescu moesten ze allemaal vier kinderen krijgen en daar valt niets te verdienen. Maar waarom komen ze hierheen?'

Nog even boodschappen doen. Zoals bij alle Spaanse supermarkten staan ook bij de Mas y Mas eindeloze rijen sterke drank. Op de flessen Gordon's Gin zit een soort extra plastic dop - het lijkt op een soort promotie-actie. Het kassameisje trekt de plastic dop resoluut van de fles en gooit 'm in een prullenbak. 'Anders wordt het gejat.'
Maar waarom wordt alleen de Gordon's gejat, en niet de iets duurdere Beefeater Gin, of de veel duurdere whiskeys?

20 juni
Pepe de tuinman is druk aan het snoeien en met een blaasmachine in de weer. Maar het gras wordt niet gemaaid. 'Te kort.'
Hij bedoelt: het is te warm.

We hebben een lunchafspraak even voorbij Gata de Gorgos dus we nemen de N332 naar het noorden. Langs dat stuk weg staan veel ceramica's, met allemaal hetzelfde aanbod: bloempotten, schalen, tegels en nep-antieke standbeelden van beton. In de jaren negentig, toen de huizen als paddestoelen uit de grond schoten, deden ze goede zaken. Nu zijn de meesten wel open maar er zijn geen klanten en de koopwaar zit onder een laag stof.
Ook Gata de Gorgos is stoffig en leeg. Gata profileert zich als jaren als stad van de rietvlechters en dus staan de stoepen vol met gevlochten manden, stoelen, tafels en andere rotzooi. Het komt allemaal uit China. Ook hier ligt een laagje stof en er is geen kip op straat - op twee hooggehakte, langbenige en schaarsgeklede blondines na. Ik moet aan het verhaal van Miguel denken.

Cuadros is een pappa en mamma-tent met tien tafeltjes buiten en twintig binnen. Voor Spaanse begrippen is het wat vroeg voor de lunch en we zijn de enige gasten. Dat blijft zo. Het eten is uitstekend: salade, gegrillde groente en bloedworst.
Cuadros in Gata de Gorgos.
 Ook I. vertelt over de Roemenen: 'Die hebben hier gewerkt, gaan weer naar huis en nemen hun Tarjeta (Spaanse ziekenfondskaart) mee. Thuis laten ze dan van alles doen, zelfs complete verbouwingen. En van Europa moeten wij dat allemaal betalen.'
Gegrillde groente, chorizo en bloedworst bij Cuadros.

22 juni
Het gerucht gaat dat bij Conchi in Benissa de zaken slecht gaan. Het terras blijft leeg omdat de koffie niet meer te drinken zou zijn. Crisis? De meeste van mijn zegslieden kennen het verschil niet tussen ristretto en slootwater dus ik neem het allemaal met een korreltje zout. Eerst zelf maar eens proeven.
In Benissa is er niets veranderd, alleen een kroeg aan het plein schuin tegenover Conchi is verdwenen. Nu zit er een slagerij. Dat lijkt me geen achteruitgang.
Op het plein In Benissa is een kroeg vervangen door een slager.
Ik krijg drie dikke zoenen van Conchi's dochter Raquel. Ik moet even goed kijken: ze is iets breder geworden en heur haar is opeens erg kort. Ze is zo wel erg vierkant. De coupe is kennelijk nieuw want ze krijgt er van diverse gasten opmerkingen over. Zou echtgenoot Tony hier gelukkig mee zijn? Ze was vroeger erg lekker.
De café solo is gelukkig nog prima in orde. Het zou kunnen dat Conchi een andere melange heeft ingekocht, met een iets hoger robusta-gehalte, maar ik vind dat lekker. Trouwens, het terras zit vol. Twee tafels verderop drinkt Nachbarin Edith een kopje koffie met Paquita, de vroegere uitbaatster van de plaatselijke boekhandel.
Ik scoor nog een bakvorm van een model dat in Nederland niet te krijgen is en op het postkantoor ligt The communist hypothesis van Alain Badiou op me te wachten.

's Middags is de tuinman er weer, ditmaal om gif te spuiten. Ze hebben een benzine-aangedreven spuit met een grote tank op een soort van kruiwagen. Natuurlijk hebben ze geen maskers op. Ik ga snel naar binnen om de ramen dicht te doen, want de wolken stuiven door de tuin.

23 juni
Bij de koffie meldt J.: 'Het gaat hier echt slecht. Zometeen komen de Duitsers de snelwegen en al de andere dingen die met Europees geld zijn aangelegd er weer uit slopen. Dan kunnen we weer terug naar de ezel - regreso al burro.'

Langs de kustweg naar Moraira is toch nog een plekje gevonden om een aantal winkelpanden neer te zetten. Ze staan leeg.
Zoals gezegd valt de leegstand in Moraira me mee. Wat wel opvalt is dat het winkelaanbod op de boulevard eenzijdiger is geworden. Het is nu allemaal hetzelfde goedkope plastic strandspul. Ik verbeeld me dat er vroeger ook andere dingen werden verkocht, maar ik kan me niet herinneren wat.
Het kost ook nu - op zaterdag - geen moeite om vlak bij Nancy een parkeerplaats te vinden. Vroeger moest je drie rondjes rijden.

25 juni
Lunchafspraak met P. in Club Nautico. In de jachthaven ligt alleen maar wit plastic. Op een driedeks motorjacht na, dat heel voorzichtig komt binnenvaren, is er niet veel activiteit op het water. Club Nautico is goeddeels gevuld, hier geen crisis. Goed dat we gereserveerd hebben.
Club Nautico in Moraira.
De Arroz con Bogavante valt tegen. P. is stellig: 'Diepvrieskreeft. De volgende keer moeten we hem zelf aanwijzen.'
De rijst - een kruising tussen paella en risotto - is prima.
Arroz con Bogavante - diepvries.

26 juni
Voordat ik terugkeer naar Holland wil ik nog een keer bloedworst eten. We bellen met El Peón de Pinos voor een lunchreservering.
'We zijn dicht.'
Crisis!
'Nee hoor, we zijn op dinsdag niet open voor lunch, dat doen we pas in juli.'
Jammer, want ook El Peón heeft uitstekende bloedworst - en een schitterend uitzicht. We gaan dus nog een keer naar Cuadros.

Dit keer rijden we binnendoor naar Gata de Gorgos. Langs deze weg liggen diverse steengroeves en cementfabrieken. Vroeger hingen hier enorme stofwolken, maar nu ligt alles stil. De enige herinnering aan de economische hoogtijdagen is de laag stof die nog overal op ligt.
Bij Cuadros zijn we weer de enigen maar als we aan de koffie gaan komt er een Spaans echtpaar binnen. Ze gaan aan het tafeltje naast ons zitten en bestellen een complete maaltijd: voorgerecht, hoofdgerecht en nagerecht. Hij hult zich in een somber stilzwijgen, zij spreekt slechts een paar afgemeten zinnen. Wij verlaten de zaak als hun voorgerecht wordt gebracht. Ik hoor nog net dat zij zich verexcuseert om naar het toilet te gaan.
We zijn even bezig met inladen en ander gedoe met auto's maar als we de parkeerplaats af rijden zien we haar lopen: in haar eentje, langs de weg in de richting van Gata. Hoe lang zou het duren voordat hij door heeft dat hij is achtergelaten?

Op de terugweg stoppen we nog even bij de Pepe la Sal. Niet alleen heeft 'de Pepe' een groot assortiment Spaanse producten, ook wordt de internationale expat-gemeenschap goed bediend. De nieuwste aanwinsten voor de Hollanders zijn zuivel van het Albert Heijn-huismerk en siropen van Euro Shopper.

27 juni
De lunchafspraak met M. en J. gaat niet door. Ha, dan kunnen we alsnog naar El Peón de Pinos!
Pinos is een handvol huizen in de heuvels achter Calpe. Het is een enorm geslinger bergop om er te komen en je moet hopen dat je geen andere auto tegenkomt. Maar het eten en het uitzicht maken het de moeite waard.
Uitzicht op de Ifach vanaf El Peón de Pinos.
Paco was vroeger gerant in de kroeg naast Conchi, op het plein in Benissa. Nu runt hij El Peón met z'n ouders. Pa heb ik nooit gezien, ma staat in de keuken en Paco doet de bediening. Maar vandaag doet een meisje het terras en Paco komt maar af en toe naar buiten. Gaat het goed? 'Mijn ouders zijn een weekje op vakantie: een busreis naar Zwitserland.'
Daar hadden we bij Conchi ook al iets over gehoord. Het lijkt dat de helft van Benissa op leeftijd in die bus naar de bergen zit.
Maar dan is het eindelijk tijd voor de grote bloedworstvergelijkingstest: Cuadros versus El Peón. Ik zal er kort over zijn: ze zijn allebei heerlijk, alleen is de bloedworst van Cuadros grover van structuur. Ik weet dat Cuadros zijn bloedworst bij een slager in Jalón betrekt; ik moet toch eens uitvinden of Paco een adresje dichter bij huis heeft.
Gegrillde groente en bloedworst en andere dode beesten bij El Peón de Pinos.
's Middags heb ik een Facetime-gesprek met nichtje J. Ze ziet het meteen. 'Oom Eric is in Spanje!'

28 juni
Vandaag zie ik vliegveld Alicante bij daglicht. Het lijkt inderdaad niet meer op vroeger. Er is een grote en grijze vertrekhal, veel te groot voor het aantal passagiers. Een duidelijke structuur ontbreekt. Achter de douane is het niet veel beter. De baguettes en de koffie zijn slap.
Volgende keer weer Valencia.
De culinaire woestenij op vliegveld Alicante.

PS
(Uit)gelezen boeken: How to change the world van Eric Hobsbawm, de Argonautica van Apollonius Rhodius, Trotsky, the prophet armed van Isaac Deutscher, Essays in Persuasion van John Maynard Keynes en The Great Sea van David Abulafia.