vrijdag 27 mei 2011

Wittgenstein in de mode gaat niet over textiel. Het is een tot nu toe voor mij onbekend gebleven boekje van Willem Frederik Hermans. Hierin trekt hij van leer tegen Nederlandse filosofen die aan Wittgensteins filosofie een metafysische of theologische draai willen geven, en dat terwijl Wittgenstein stelt dat metafysische en theologische problemen zinledig zijn. De slotstelling van de Tractatus logico-philosophicus luidt dan ook: Wovon man nicht sprechen kan, darüber muß man schweigen.
En Hermans kan het weten, want hij heeft de Tractatus in het Nederlands vertaald en voorzien van commentaar en een nawoord.

Het boekje kwam tot mij via het onvolprezen Vrijdagslijstje van Verzameld Werk. Boekhandelaar B. stuurt iedere vrijdag (nou ja, dit keer was het woensdag) een lijstje met bijzondere aanbiedingen uit zijn antiquariaat. Via hem heb ik al een aantal aardige boekjes op de kop getikt.

Dat wordt dus een aangenaam weekeinde. ’s Neerlands beste schrijver die zijn en mijn favoriete filosoof verdedigt tegen de vaderlandsche zweefkezen. Ik houd u op de hoogte.

zondag 22 mei 2011

Mijn reisdoel ligt voorbij Buitenpost; op de kaart staan draken en zeemonsters getekend. Terra incognita. Gelukkig is de ANWB hier wel actief en arriveer ik na een barre tocht in Haren.
Er moet een goede reden zijn om me naar het hoge noorden te laten inschepen en dat is familieuitbreiding. Ik heb een neef. Op kraamvisitie dus.

Vraag aan de ouders: wat voor cadeautje zal ik voor P. meenemen? Een Ajax-rompertje?
‘Nee! Geen kleding!’
Wat dan wel?
‘Jongensspeelgoed.’
Ik denk dan meteen aan klappertjespistolen, maar ook dat valt niet in goede aarde.

Een zoektocht op het internet levert veel op, maar niet iets waar ik blij van word. Sinds ik een jongetje was, is er in het aanbod veel veranderd. Ik steek mijn licht op op bij collega W., moeder van twee zonen. Zij tovert meteen een fantastische knalgroene en onverwoestbare tractor naar boven en een heerlijk kneedbare voetbal. Ik kan op weg.
De cadeautjes vallen in de smaak, hoewel mijn broer de voetbal goed onderzoekt: er staat toch niet ergens een Ajax-logo op?
Ook voor nichtje J. heb ik een cadeautje meegenomen: Floddertje van Annie M.G. Ik moet natuurlijk meteen voorlezen. De tekeningen van Fiep Westendorp kraken mijn geheugen open: dit heb ik vroeger ook gelezen! J. is meteen verzot op hondje Smeerkees.

Als er genoeg is voorgelezen moet er gekwartet worden. De spelregels zijn nog niet helemaal duidelijk, maar J. snapt al wel dat er vier kaarten uit een serie bij elkaar gezocht moeten worden. Het Dick Bruna-kwartet helpt daarbij door de ontbrekende kaarten ook te tonen.
Het eerste kwartet stelt mij meteen voor een ethisch-opvoedkundig probleem. Er is een kwartet met een eskimo, een indiaan, een chinees en een ... ja, wat zeg je dan? Een neger? Een zwartman? Boy? Een huidskleurtechnisch uitgedaagde medemens? Ik houd het op neger en kijk de ouders niet aan.
Nichtje J. blijkt slimmer dan Dick Bruna. Ze pakt uit het ene kwartet de eskimo en uit het andere kwartet de iglo (met tent, huis en kasteel) en kijkt me triomfantelijk aan. Leg dat maar eens uit.

En ach, verder was het een mooie, zonnige middag, met een mooi glas en een goed gesprek, getuige deze diepgaande discussie met J.
‘Echt niet.’
‘Echt wel.’
‘Echt niet.’
‘Echt wel.’
‘Echt niet.’
‘Echt wel.’
‘Echt niet.’
‘Echt wel.’
‘Echt niet.’
‘Echt wel.’
‘Echt niet.’
‘Echt wel.’
‘Echt niet.’
‘Echt wel.’
‘Echt niet.’
‘Echt wel.’
‘Echt niet.’
‘Echt niet.’
‘...’

zondag 15 mei 2011

Fraai verjaardagscadeau van moeders: De dichter is een kleine God – de 150 mooiste gedichten uit het Spaans, vertaald door Barber van der Pol en Maarten Steenmeijer.
Ik stel me voor dat ik dit als e-book had gekregen. Had ik dan een e-mailtje met een downloadlink gekregen? Een priegelig ingepakt USB-stickie? Een ceedeetje met een strik? Nu heb ik een fraai gebonden boek in handen, mooi papier en een goede, functionele typografie. Zoals gezegd, je hebt iets in handen.

De 150 gedichten zijn tweetalig weergegeven en bestrijken een periode van acht eeuwen. Het is geen canon, dus geen fragmenten uit El Cid en geen coplas. Wat wel? Dit bijvoorbeeld.

Vrouwen - Nicanor Parra (Chili, 1914)

De laatmaarwaaienvrouw,
De uit de voeg gegroeide lange lijs,
De dame van Carrarisch marmer
Die niet wil roken en niet drinkt,
De vrouw die altijd in de kleren blijft
Omdat zij als de dood is voor een baby,
De onbenaderbare zon
Die niets wil weten van de moederrol,
De vrouw die ademt door haar mond,
De vrouw die nog als maagd
De stappen aflegt naar het bruidsvertrek
Maar zich vervolgens als een kerel weert,
Zij die zich uitkleedde uit aardigheid
Omdat ze dol is op muziek, klassiek,
De rooie die languit voorover plofte,
Zij die zich geeft uit liefde en niets anders,
De jongedame met één spiedend oog,
Zij die zich enkel bezitten laat
Op het randje van de afgrond, op de bank,
Zij die van genitaliën moet gruwen,
Zij die alleen met haar hond wil paren,
De vrouw die net doet of ze slaapt
(Haar man belicht haar met een lucifer),
De vrouw die zich daarom geeft
Omdat ze eenzaam is of wil vergeten...
Zij die als meisje de ouderdom bereikte,
De kippige docente,
De notuliste met de donkere glazen,
De bleke jongedame met haar bril
(Zij moet niets hebben van de jongeheer),
Al deze Walkuren
Al deze eerbiedwaardige matrones
Met al hun grote en kleine lippen,
Ze maken me uiteindelijk horendol.

Voor het schitterende Spaans moet u echt het boek hebben.

zondag 8 mei 2011

Druif is dood. Ieder jaar, als alle andere planten in het groen komen, is het spannend. Druif is altijd later dan de rest. Iedere keer denk ik: het gebeurt niet meer, het is over. En dan komen er toch weer blaadjes.

Ook dit jaar sta ik weer te loeren. Die verdikkingen, zijn dat de eerste aanzetten? Met de buurvrouw vervang ik het eenjarig spul op het balkon. Zij heeft groene vingers, ik niet. Ze is resoluut: 'Dat wordt niks meer met die druif van je. Die van mij staat al volop in het blad.'
Maar buurvrouw heeft een balkon op het zuiden, ik op het oosten. Maakt dat nog verschil? 'Het had allang moeten gebeuren.'

Het wordt dus tijd voor iets nieuws. Gezocht, voor balkon op het oosten met niet veel zon: klimplant met veel groen, die niet veel aandacht nodig heeft. Wie heeft suggesties?

maandag 2 mei 2011

Zaterdag 23 april
Zo verlaat ik graag een vliegveld. Direct de eerste taxichauffeur na de schuifdeuren heeft een bordje met mijn naam. Binnen 10 minuten zijn we Valencia uit, op weg naar Benissa.

Zondag 24 april
Bar Rocas is tegenwoordig El Chamizo, 'het hutje met het rieten dak'. Die rieten matten boven het terras had Bar Rocas ook al, maar verder is er echt het een en ander veranderd. Bar Rocas was een beetje een afgetrapte boel, het gebouwtje en de terrasmeubelen hadden hun beste tijd gehad. Dat deed niks af aan de gastvrijheid of aan de kwaliteit van de spijs. Het eten was er altijd fantastisch, die nacht gevangen vis, verser dan vers.
Vorig jaar waren ze dicht. Het was over. Een van de vele tenten aan de Costa Blanca die de crisis niet heeft overleefd.

Nu is het dus El Chamizo. De ingang is nog altijd slecht aangegeven en vanaf de weg totaal onvindbaar. Maar het gebouwtje is opgeknapt, er zit een nieuwe glazen pui in, het terras is strakgetrokken en het interieur is nieuw.
Het is eerste paasdag en we gaan met de hele ploeg (vijf volwassenen, drie kinderen) lunchen. Wij niet alleen, de tent is afgeladen. Alleen maar Spanjaarden, dus de nieuwe eigenaar doet kennelijk iets goed. En inderdaad, het menu is nagenoeg ongewijzigd, veel nachtvangst. De kwaliteit is nog steeds voortreffelijk.
Maar welke uitbater er ook aan de slag is, met het spectaculaire uitzicht op de baai van Moraira dat je vanaf hier hebt, kan je bijna niet mislukken.

Maandag 25 april
Als je uit eten gaat en er zijn drie kleine kinderen (van vijf tot tien jaar oud) bij, dan kies je bij voorkeur iets waar snel een hap eten op tafel staat. Ze krijgen zo geen tijd om te gaan klieren. Dit keer kiezen we voor een echte tourist trap: Wok. Gewoon Wok. De afbeeldingen maken duidelijk dat dit een chinees dan wel oosters wokrestaurant is. Het personeel komt ook uit die contreien.
Het eten is heel behoorlijk en de kinderen amuseren zich prima door steeds naar de buffetten te lopen om iets te laten wokken, grillen of bakken. Interessanter is het gedrag van andere klanten. Ik sta naast een Engelsman en ik heb mijn oog op de gamba's laten vallen. Op het moment dat ik besluit mijn hand uit te steken om er een te pakken, pakt hij de hele schaal, kiept de inhoud op zijn bord en loopt met de stapel gamba's tevreden richting wok-operateur. En even later zie ik een ouder echtpaar bij het overladen dessert-buffet spiedend om zich heen kijken: 'Wij wachten op de diepe borden.'

Dinsdag 26 april
Ochtendspits. De tuinman en zijn knecht sproeien gif, achter het huis nemen drie schilders een garagemuur onder handen, de loodgieter is gebeld om een vastzittende kraan mores te leren en Paco, de zwembadboy, kan ook ieder moment zijn opwachting maken. Binnen zijn de twee werksters aan de slag.
Een van hen, J., is jarig vandaag en dus zitten we om half elf aan de taart en de cider uit Asturië. J. legt een groot fotoalbum op tafel. Haar dochter is dit jaar eerste hofdame van Teulada. Ieder jaar worden in het kader van de patroonsfeesten (in Teulada is dat San Vicente Ferrer) uit de oogst van achttienjarige schonen een koningin en een reeks hofdames gekozen. Die vervullen vervolgens het hele jaar door namens het dorp allerlei diplomatieke functies.
Maar voor het zover is, zijn de ouders nagenoeg leeggelopen: een jurk van drieduizend euro, nog een van tweeduizend, een fotoreportage van vijfhonderd, ga zo maar door. Bij elkaar kost deze positie van dochterlief bijna dertienduizend euro. De familie was even bang dat ze tot koningin zou worden gekozen, de kosten zouden dan helemaal astronomisch zijn.
Het is een complete schaduw-economie. Rond de Moros y Christianos, ook een spektakel dat ieder jaar in ieder dorp plaatsvindt, draait zo´n zelfde schaduw-economie. Waar doen die Spanjaarden het van?

Woensdag 27 april
Ook in Benissa maken ze zich op voor de patroonsfeesten, in dit geval die van la Purísima Xiqueta. Ook een onbevlekte ontvangenis, niet van Maria maar een van veertien eeuwen later. Er is in ieder geval bijna geen parkeerplaats meer te vinden omdat het hele dorpsplein volgebouwd wordt met tribunes. Maar we hebben geluk, en even later zijn we bij het terras van Conchi.
Ik geef Conchi's schoonzoon Tony een hand en ik feliciteer hem met zijn net verworven vaderschap. Maar waar is Raquel? Op de kleine passen, natuurlijk. Het is goed om te weten dat sommige traditionele waarden hier nog niet verloren zijn gegaan.

Donderdag 28 april
Er is een aantal dingen dat ik altijd moet doen als ik hier ben. Langs bij Conchi voor een blanco y negro en langs bij Nancy in Moraira voor calamares. Het is rustig in Moraira, ondanks dat de Communidad Valencia vakantie heeft. De terrassen staan allemaal uit, maar er is niet veel volk. We kunnen dus zomaar voor de deur, bij de visafslag, parkeren. En ook bij Nancy is het stil, als wij komen zit er maar een ouder echtpaar. Ze hebben toch drie man personeel lopen vandaag, dus ik vrees dat er niet veel verdiend wordt.

Vrijdag 29 april
Met twee andere muziekliefhebbers ga ik vanavond naar Moraira: in Espai la Senieta (het cultureel centrum, maar meer een dorpshuis) wordt een piano-recital gegeven. Aroa Blanco López speelt Mozart, Beethoven, Chopin en Schumann.
De recital word gegeven in het kader van de Ciclo de jóvenes pianistas, waarin studenten van het Conservatorio Superior 'Oscar Esplá' de Alicante in de provincie optredens verzorgen. De serie wordt gecoördineerd door Jesus Maria Gómez Rodríguez, Profesor y Jefe del Departamento de Piano del Conservatorio Superior 'Oscar Esplá' de Alicante.
De gegoede burgerij van Moraira draaft op – ik begroet de halve Rotary - evenals opa's, oma's &c. van de artieste. Het zaaltje van zo'n 150 stoelen is voor driekwart gevuld.

Prof. Gómez verzorgt een korte introductie en dan mag Aroa het podium betreden. Ze is stemmig in het zwart, maar de snit van haar jurk pakt niet echt voordelig uit voor haar ietwat gedrongen gestalte. Dan gaat ze los. Laat ik vriendelijk zijn en zeggen dat haar spel nog wat aan expressie mag winnen en dat ze geen noten moet spelen die niet in de partituur staan. Vooral in Beethoven gaat het mis. Het kan natuurlijk zijn dat ze afgeleid wordt omdat oma steeds in haar gezicht staat te flitsen.
In de pauze vlucht iedereen de straat op. Goed, de klimaatbeheersing is niet geweldig, maar zo slecht ... ah, er moet natuurlijk gerookt worden. Na afloop is het wat lastig om de zaal te verlaten: het zaallicht blijft uit en de deuren zitten dicht. Dan maar op de tast. Later hoor ik dat de concierge zich in de tijd had vergist en nog koffie zat te drinken.
Dit is de wereld van Dik Trom.

Zaterdag 30 april
Snel nog even naar de Pepe la Sal om spullen voor thuis te kopen. Sterke drank kost in Spanje de helft en wordt gewoon in de super verkocht. Een beschaafd land.

Zondag 1 mei
Mijn kennis van stierenvechten heb ik bijna geheel opgedaan bij Hemingway. Death in the afternoon is de bijbel voor affecionado’s. In een veld langs de weg naar het vliegveld staan stieren. Hun horens hebben een spanwijdte van zeker een halve meter maar ze lijken me erg smal in de schouders. Ik heb geen idee of dit vechtstieren zijn. Misschien moeten ze nog veel trainen.
Ik betrap me op een lastige politieke positie. Ik ben voor een verbod op onverdoofd ritueel slachten door Joden en Moslims, maar van het stierenvechten moeten ze afblijven.

De vlucht van de naastliggende gate is op Moss Rygge. Waar ligt dat, wat is daar te beleven en wie wil daar in godsnaam heen? Ah, het is een vlucht van Ryan Air.

Maandag 2 mei
De leesoogst van een weekje Benissa.

Al snel uit want op Schiphol aan begonnen: Ashenden, van Somerset Maugham. De eerste spionageverhalen geschreven door iemand die het vak zelf heeft beoefend, gepubliceerd net na de eerste wereldoorlog. Maugham is daarmee een van de grondleggers van het genre, en een voorloper van een meester als Le Carré. Ik heb in de loop der jaren zo'n twintig meter spionageliteratuur doorgewerkt, dus het werd hoog tijd dat ik ook dit tot mij nam.
Het zijn korte verhalen, schetsen bijna, zonder veel plot. Maar alle ingredienten zijn al wel aanwezig: falen, pech, angst, hoogmoed, verraad, list en bedrog. Wat vooral opvalt is de stijl van de personages. Wie hijst zich nog in avondkostuum om te gaan bridgen?

'Wat ben je aan het lezen?'
Facing unpleasant facts – narrative essays van George Orwell, maar dat zeg je niet tegen een joch van vijf jaar.
'Dit zijn verhalen uit oude kranten, en die verhalen zijn zo goed dat ze in een boek gestopt zijn, zodat we ze allemaal nog een keer kunnen lezen.'

Voltaire en de Republiek – teksten van Voltaire over Holland en de Hollanders. Behalve dat Voltaire een briljant observator met een messcherp pennetje is, blijkt uit deze kloeke bundel vooral ook de verderfelijke invloed die de Oranjes al eeuwenlang op onze staat hebben.

The first forty-nine stories – Ernest Hemingway. Ook met verhalen over stierenvechten.