maandag 26 mei 2014

Ik heb gestemd. U heeft kennis genomen van mijn overwegingen, en dit is het geworden.


Pardon, deze dus.


Mijn stem heeft resultaat gehad: de PvdD heeft nu één hele zetel in het Europees Parlement. Ik ben benieuwd bij welke fractie ze zich aansluiten. Overigens merkt Rob Wijnberg terecht op dat het een goed idee is om de naam te wijzigen.

Terug naar mijn favoriete onderwerp, de ondergang van de sociaaldemocratie. Opnieuw heeft de PvdA het beroerd gedaan. Op basis van peilingen zette het AD vrijdagochtend al hard in.


De definitieve uitslag moet gisteravond als een mokerslag zijn aangekomen: slechts 9,4 % van de stemmen. Daarmee is de PvdA de zesde partij geworden. De SP heeft de rode fakkel overgenomen en is nu groter (9,6 %) dan de PvdA.
Ik vroeg me al eerder af: waarom bestaat de PvdA nog? Ze hebben niets meer te bieden, aan niemand. De eigen achterban is gillend weggelopen. Het is dan ook niet te verdedigen dat de PvdA deel blijft uitmaken van deze regering, en beleid blijft produceren (zoals de bezuinigingen op en de afbraak van de zorg) waar geen meerderheid voor is. Gezien de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen (PvdA 9,5 %) eerder dit jaar en nu de verkiezingen van het Europees Parlement moeten er direct verkiezingen voor de Tweede Kamer worden gehouden.
Maurice de Hond vat het, vooruitkijkend naar de verkiezingen van Provinciale Staten en de Eerste Kamer volgend jaar, kort samen. Dit kabinet heeft steun van slechts 21 % van de kiezers.

De ondergang van de PvdA is Europees gezien onderdeel van een grotere beweging: de afnemende steun voor de grote, Europa-gezinde, middenpartijen. Behalve de sociaaldemocraten behoren ook de christendemocraten, de liberalen en de conservatieven tot die groep. De BBC produceerde dit grafiekje van het nieuwe Europees Parlement.

De christendemocraten (de EVP, hier de EPP) zijn de grootste verliezers. De groenen blijven gelijk; links (met bijvoorbeeld Syriza van Alexis Tsipras) wint, evenals erg rechts (EPD) en heel erg en eng rechts, zoals de PVV alhier, de Gouden Dageraad in Griekenland en het Front National in Frankrijk; in dit grafiekje vallen ze onder 'other'.

Ondanks het feit dat de christendemocraten forse klop hebben gehad doet hun chef Jean-Claude Juncker alsof er niets aan de hand is. Hij claimt het voorzitterschap van de Europese Commissie.
Dat wordt een interessant robbertje vechten met de Europese regeringsleiders.

Tot slot wil ik u dit kaartje niet onthouden. Een bijschrift is niet nodig.

zaterdag 17 mei 2014

Mijn blogjes gaan vaak over politiek en dat is niet zo vreemd. Politiek heeft me altijd al geboeid. Ik ben zelfs raadslid voor D66 geweest, in de tijd dat D66 nog een nette sociaal-liberale partij was. Eerder, in de jaren tachtig, was ik actief in de Jonge Democraten en uit die tijd vond ik deze foto: de redactie van de Demo, het landelijke blaadje van de JD. (Voor de jonge lezertjes: het internet bestond toen nog niet.) Overigens dateert ook het portretje bovenaan dit blog uit die tijd.

donderdag 15 mei 2014

22 mei gaan we de leden van dat kleine Nederlandse hoekje van het Europees Parlement verkiezen. Ik ben er echter nog helemaal niet uit op wie ik ga stemmen. Wat vind ik van 'Europa'?
Eerst moet ik de vraag beantwoorden: wat bedoel ik eigenlijk met 'Europa'? Het continent? De verzameling natiestaten? De culturele overeenkomsten (en verschillen) tussen de volkeren? De Europese Unie? De muntunie? De Europese Commissie? De directieven uit Brussel? Het Europees Parlement?
En tot hoever reikt Europa? Tot Polen? Wit-Rusland? Rusland zelf is geen Europa volgens Poetin (maar hij doet wel mee aan het Eurovisie Songfestival). Maar als Bulgarije en Roemenië wel tot Europa behoren, dan toch ook de Oekranië?


In de uitstekende documentaire De slag om Europa van Teun van de Keuken en Roland Duong (deel 2 zondag 18 mei: kijken!) wordt de recente geschiedenis van de Europese Unie verteld. Door insiders en direct betrokkenen wordt uit de doeken gedaan waarom het noodzakelijk gevonden werd om na de val van de muur en het instorten van de Sovjet-Unie de EU uit te breiden met landen van het voormalige Warschaupact. Die geopolitieke en historische dimensie speelde ook al een belangrijke rol bij het ontstaan van de eerste verschijningsvorm van de EU, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

(Nationaal Archief, Den Haag)
Na het vraagstuk maximaal verbreed te hebben (een geliefd truukje van voorlichters) wordt het tijd om in te zoomen op wat ik belangrijk vind in Europa en welke rol de EU zou moeten vervullen. Daarbij wil ik eigenlijk niet lang stilstaan bij fouten uit het verleden, wel bij zaken die veranderd en fouten die vermeden moeten worden.

De Europese Unie moet niet verder uitbreiden. De landen met wie we een voldoende culturele achtergrond, democratische en rechtsstatelijke principes en organisatie en economische belangen delen zijn al lid van de Unie. Er is zelfs een aantal landen lid die in dit opzicht questieus zijn: Roemenië, Bulgarije, Hongarije, Griekenland en Italië. Maar goed, ze zijn lid. Ze moeten geholpen - gedwongen - worden hun corruptie aan te pakken en hun instituties op te schonen.

De staat - of unie van staten - heeft een verantwoordelijkheid daar waar de markt het laat afweten. Sterker nog: de markt heeft veel ongewenste uitwassen en bij-effecten. Op dit moment wordt het beleid van de EU vooral bepaald door de agenda van de grote bedrijven ('corpocratië' zoals Engelen het noemt) terwijl de EU betaald wordt door de burger. Hier is iets grondig mis. De EU moet daarom veel transparanter worden over de invloed van lobbyisten (nu wordt dit overgelaten aan clubs als Corporate Europe Observatory) en het lobbyen moet zo veel mogelijk aan banden worden gelegd.
Nu heeft de EU een veel te sterke focus op marktwerking. De welstand en welvaart van de burgers, hun sociale zekerheid en -voorzieningen en het onder democratische controle houden van publieke voorzieningen is daaraan ondergeschikt. Dit moet precies andersom. Die verkeerde focus - en de daarbij horende fixatie op de begrotingstekorten van de lidstaten - is dé reden waarom burgers zich van 'Europa' afkeren.

De interne markt voor goederen kent natuurlijk ook enorme voordelen. Door uniforme veiligheidseisen en productstandaarden worden veel kosten bespaard en kunnen bedrijven zich niet verschuilen achter landelijke wetgeving. Op het gebied van voedselveiligheid is er echter nog een wereld te winnen. Er is misschien wel voldoende regelgeving, maar de handhaving schiet volstrekt te kort.
En hoe vrij is het personenverkeer als je op Schiphol niet je paspoort hoeft te laten zien maar je je wel moet onderwerpen aan steeds bespottelijkere en privacy-aantastende veiligheidscontroles? Het vrije verkeer van personen kent daarbij als schaduwkant als dit en het vrije recht van vestiging uitmondt in een concurrentie op loon en arbeidsvoorwaarden. Arbeid moet betaald worden conform de eisen en gebruiken van het land waarin het wordt verricht. Daar moet streng op worden gehandhaafd. Gaat de EU daar iets aan doen of blijft dit een verantwoordelijkheid voor de lidstaten?

Zo niet het belangrijkste doel van de Europese eenwording indertijd was het in toom houden van de Duitse imperialistische ambities. We hebben dan wel geen oorlog meer gehad, maar economisch en financieel gezien is Duitsland op het continent oppermachtig. In die zin is het Europees project mislukt.
Achteraf gezien was de muntunie in de huidige omvang dus geen goed idee. Een euro van een handjevol noordwest-Europese landen die hun economieën al gelijkgeschakeld hadden aan de Duitse economie was beter geweest. Maar het is wat het is en solo uit de muntunie stappen is domweg geen optie.
Een echte oplossing zie ik niet. Duitsland uit de euro flikkeren gaat niet en dus zal Duitsland moeten blijven dokken voor de zwakkere Mediterrane economieën. En daar doet Nederland gewoon aan mee.

Op het gebied van de energievoorziening zie ik kansen. Wat zou het fantastisch zijn als we het hele continent zouden kunnen vergroenen, zodat onze lucht schoner wordt en we tegen Poetin kunnen zeggen dat hij die aardgasleiding in zijn reet kan steken.
Daarvoor moeten we wel een paar zaken Europees regelen. Als het nu een beetje waait levert Duitsland zoveel stroom dat het Nederlandse net bijkans opgeblazen wordt. Er moeten dus manieren gevonden worden om stroomoverschotten te verplaatsen naar plekken waar de vraag is, en om eventuele overschotten op te slaan. Dit kan echt alleen op Europese schaal en hier is dus een Europees energiebeleid voor nodig.


Het is tijd om de blik op Brussel te richten. Want los van het vraagstuk van wat de EU zou moeten doen, is er ook het vraagstuk van het besluitvormingsproces en de democratische controle daarop. Dit besluitvormingsproces is schimmig. We hebben een Europese Commissie met door de regeringsleiders benoemde leden. De EC neemt zelf besluiten en laat deze uitvoeren, maar voert ook de besluiten uit die door de regeringsleiders en de diverse raden van ministers worden genomen. Het Europees Parlement kan dit allemaal een beetje controleren, maar heeft betrekkelijk weinig macht; ze kunnen nog geen eurocommissaris wegsturen. Ook kan het EP geen initiatiefwetten indienen. En dan vergeet ik bijna Herman van Rompuy maar dat is niet zo gek.


De echte macht in de Europese Unie ligt bij de regeringsleiders en hun besluiten worden genomen met handjeklap in achterkamers. De controle op die regeringsleiders vindt echter niet Brussel plaats maar in de nationale parlementen en daar moeten zij dan ook veel meer ter verantwoording worden geroepen. Als Rutte roept 'Het moet van Brussel!' dan gaat het altijd om besluiten waar hij zelf mee heeft ingestemd en het debat daarover - en over het mandaat waarmee hij naar Brussel gaat - zou in Den Haag veel steviger gevoerd moeten worden.
Ook moet het EP meer macht krijgen. Het parlement moet de leden van de Europese Commissie benoemen en ze weer kunnen wegsturen. Ook moet het EP het recht van initiatief krijgen.

Om de burger meer te betrekken hebben de leiders van de grootste fracties in het EP - Guy Verhofstadt (liberalen), Jean-Claude Juncker (christendemocraten), Martin Schulz (sociaaldemocraten) en Ska Keller (groenen) besloten dat het parlement de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie mag aanwijzen. Zij zelf zijn kandidaat.
Er zijn hier twee - op zich interessante - debatten over gevoerd. Jammer is alleen dat het nog altijd de regeringsleiders zijn die de opvolger van Barroso gaan benoemen en zij zullen zich niets van het parlement aantrekken. De parlementariërs schieten hiermee dus in eigen voet: in plaats van meer betrokkenheid te genereren toont deze stunt alleen aan dat het parlement niets te vertellen heeft.



Jammer is ook dat aan de drie heren smetjes kleven. Juncker is zo pro-Europees dat hij als premier van Luxemburg jarenlang het bankgeheim daar in stand hield en zo belastingontduiking binnen de EU bevorderde. Guy Verhofstadt besteedt zo weinig tijd aan zijn lidmaatschap van het EP dat hij voor ruim twee ton per jaar kan bijklussen. Martin Schulz laat vervelende passages over hemzelf uit rapporten verwijderen. Alleen Ska Keller is van onbesproken gedrag, want nog jong.

Ska Keller.
De Nederlandse inzendingen naar Europa maken het er allemaal niet beter op. Het zijn helaas bijna allemaal hier afgekeurde en ongeschikt bevonden politici.
Het CDA stuurt als lijsttrekker Esther de Lange naar Brussel. Wie? De eerste bekende op die lijst staat op plaats drie en dat is het leerdragende en motorrijdende ex-Kamerlid Wim van de Camp, die overigens weigert zijn declaratiegedrag te verantwoorden.
De PvdA zet Paul Tang en Agnes Jongerius in. De een schijnt lid van de Tweede Kamer te zijn; de ander kent u als de vrouw die de FNV irrelevant maakte.
De VVD vaardigt Hans van Baalen af. Zijn twee 'claims to fame' zijn dat hij weinig in het parlement aanwezig is en dat hij in zijn studententijd het Horst Wessel-lied heeft gezongen. Er hangt een ietwat bruin luchtje om hem heen.
Het eurofiele D66 doet het beter en heeft in Sophie in 't Veld altijd een voortreffelijk parlementariër gehad en het is goed dat ze weer lijsttrekker is. Haar inzet rond bijvoorbeeld privacybescherming is zeer te prijzen. Jammer voor haar is dan weer wel dat rasoppurtunist en partijchef Pechtold haar in de wielen rijdt door uit het niets te roepen dat Europa een pas op de plaats moet maken.


Ook GroenLinks heeft met Judith Sargentini een gedegen Europarlementariër in huis. Lijsttrekker Bas Eickhout heeft zich nog onvoldoende bewezen.
Volgens de peilingen haalt de Partij voor de Dieren net wel of net niet een zetel in het Europees Parlement. Lijsttrekker Anja Hazekamp ken ik niet maar de PvdD heeft wel een aantal zeer aantrekkelijke lijstduwers. Behalve de altijd smakelijke Marianne Thieme staan Peter Nicolaï, Ewald Engelen, Paul Cliteur en de door mij zeer gewaardeerde schrijver en programmamaker Redmond O'Hanlon op de lijst.

O'Hanlon in de bibliotheek van Artis.
Alles overziende heb ik voor mijn Europese stem drie opties: GroenLinks, Partij voor de Dieren en LibDem.
Wordt het GroenLinks, die de sympathieke doelstellingen in een sterk Europa met zwakke natiestaten wil waarmaken? Ik ben bang dat Brussel teveel macht krijgt zonder dat die doelstellingen worden verwezenlijkt - en dan zijn de rapen gaar.
Wordt het de Partij voor de Dieren? Die de nagenoeg identieke en even sympathieke doelstellingen wil verwezenlijken zonder dat er (automatisch) meer macht naar Brussel gaat? De kans is echter groot dat de PvdD zelf ook niet naar Brussel gaat.
Of misschien totale outsider LibDem? Ze hebben een prima programma met een nadruk op sociaal-economische rechtvaardigheid en democratische controle. Maar ga ik mijn stem weggeven aan een club die nooit enige invloed zal hebben?

Ik twijfel nog.

woensdag 7 mei 2014

Het is niet onopgemerkt gebleven. Diederik Samsom zelf reageerde op mijn vorige blogje. Chapeau.

Daar heeft hij gelijk in.

Samsom kwam terug.

Daarop kon ik niet anders. Tweetjes zijn te kort voor een genuanceerde discussie.

Tussen het gewone werk door heb ik een dagje kunnen nadenken over mijn reactie.

Allereerst: Samsom heeft gelijk als hij zegt dat het voldoen aan de begrotingsnorm van Brussel en het decentraliseren van de zorg naar gemeenten al in het PvdA-verkiezingsprogramma stonden. Hoewel ik er niets tegenin kan brengen, vind ik het een procedurele verdediging, een vluchtheuvel.

Want wie leest er een verkiezingsprogramma? (Ik zei de gek, en zelfs ik doe het kennelijk niet secuur genoeg.) Voor de kiezers echter zijn de reputatie van de partij en het imago van de politici belangrijker en die worden nauwelijks gevormd door het verkiezingsprogramma. Het zijn twee overwegend irrationele grootheden, maar ze kunnen wel herleid worden.
De reputatie en het imago van de PvdA stoelen zeker bij de oudere kiezers op het opbouwen van de sociale zekerheid na de Tweede Wereldoorlog, en het biefstuksocialisme van de late jaren zestig en begin jaren zeventig. Dit zijn kiezers die niet snappen dat hun sociale zekerheid wordt afgebroken.

De PvdA is niet in staat geweest duidelijk te maken waarom de bezuinigingen op de Rijksbegroting en daarmee het kortwieken van de sociale zekerheid noodzakelijk zouden zijn. (Ik blijf hier tot vervelens toe herhalen: in tijden van recessie moet de overheid niet bezuinigen, maar ik denk nu even mee met de PvdA). Dat komt mede doordat de identiteit van de partij, hoe ze zichzelf ziet, niet overeenkomt met het imago. De PvdA ziet zichzelf als een bestuurderspartij, als een club mensen die niet bang zijn moeilijke beslissingen te nemen, alles in het landsbelang. De reputatie en het imago die de partij had bij de traditionele achterban is zoals gezegd een heel andere.

Imago en identiteit vielen niet samen en dat leverde twee problemen op. Ten eerste deed de campagne van de PvdA ('Sterker en Socialer') niets om de nieuwe identiteit en de keuzes die de partij daarom maakte bij de kiezers voor het voetlicht te brengen. Bij voorkeur werd erover gezwegen. Integendeel, bijvoorbeeld de zorg was bij de PvdA in goede handen.
Ten tweede maakte de zelfgekozen identiteit van sterke bestuurders die niet bang zijn voor &c. het voor de VVD makkelijk daarop een beroep te doen. Je kan natuurlijk geen goede bestuurder zijn als je de kwaliteit van de zorg belangrijker vindt dan het aandeel daarvan op de Rijksbegroting.

Nu geef ik toe dat een links minderheidskabinet (PvdA, SP en GroenLinks) in de Tweede Kamer met gedoogsteun van de D66, CU en SGP het in de Eerste Kamer verdomd moeilijk zou hebben gehad. Maar met hulp van het CDA (al dan niet buiten het kabinet) had het gekund. De PvdA had in zo'n coalitie de geliefde middenpositie kunnen innemen.
Maar goed, de PvdA koos voor de VVD. Helaas heeft de partij daarna verzuimd aan de kiezers uit te leggen waarom dit een goede keuze was. Over het al dan niet noodzakelijke kleinere begrotingstekort (frappez, frappez toujours) heb ik het al gehad. Maar de wijzigingen in het zorgstelsel, die gepaard gaan met honderden miljoenen bezuinigingen, worden gebracht als verbeteringen. Daar raakt de PvdA het contact met de kiezers kwijt. Want ongeacht of het verbeteringen zijn (quod non, zie alhier en hier), de kiezer ervaart ze niet als verbeteringen. Dát moet de PvdA onder ogen zien en toegeven. Daar moet het PvdA-verhaal over gaan.
Ook heeft Samsom verzuimd vanuit zijn positie in de Kamer uit te leggen wat de PvdA anders had gedaan als hij niet met de VVD in zee was gegaan. Daarentegen wordt het kabinetsbeleid verdedigd als het enig zaligmakende. En nogmaals, zelfs al heeft Samsom hier en daar afstand genomen van het kabinetsbeleid, in de perceptie van de kiezer voert hij de VVD-agenda uit.

Diederik, ik ben altijd tot een nadere toelichting bereid.


dinsdag 6 mei 2014

De PvdA is vaak de gebeten hond. Niet alleen bij de kiezer, ook in mijn blogjes. Waarom krijgt de PvdA het van mij zo vaak voor de kiezen en niet de andere partijen, die zich even zo laakbaar opstellen? Een poging tot duiding van mijn ongenoegen.

Wat me aan PvdA stoort is de gapende kloof tussen hun pretenties en hun politieke daden. De PvdA is opgericht om op te komen voor de belangen van de arbeidersklasse. De arbeider bestaat niet meer maar er is nog steeds een grote groep mensen met lage lonen en hoge kosten (zorg) en geen mogelijkheden om op eigen kracht hun bestaan te verbeteren.

Daarentegen voert de PvdA de neo-liberale agenda van Mark Rutte en zijn VVD-companen uit.

Pretenties heeft de PvdA nog wel. Lees Van Waarde (februari 2013) van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA. Het is een wat overmodieus gecomponeerd stuk, maar de aanbevelingen in het rapport (onder het kopje Koers, aan het einde) zijn uitstekend.
Helaas is er niets mee gedaan. Het is besproken op een PvdA-congres maar ik heb niet kunnen ontdekken of de partij hieruit voor zichzelf bindende conclusies heeft getrokken. Waarschijnlijk niet, want kijk naar het beleid dat momenteel door de PvdA wordt ingevoerd. De WMO 2015 en de 'mantelzorgboete' zijn twee recente voorbeelden van beleid dat de positie van de zwakkeren in de samenleving alleen maar zwakker maakt - daar is iedereen het over eens.

Hoe heeft de PvdA dit zover laten komen? Wat is er met de partij van de spreiding van kennis, macht en inkomen gebeurd? Ik heb diverse analyses gelezen maar de juiste zit er naar mijn gevoel nog niet bij. Ook ik heb de wijsheid niet in pacht maar mijn analyse is ongeveer deze.

Het bestaansrecht van de PvdA als brede volkspartij was altijd het verbond tussen de te verheffen arbeidersklasse en het sociaal voelende deel van de burgerij die de arbeidersklasse wilde verheffen. Dat ging tot in de jaren zeventig goed.
Vanaf die tijd verdween de arbeidersklasse. De welvaart nam toe en industriële banen werden ingeruild voor werk in de dienstverlening. Daarmee verdween ook de achterban van de PvdA. Dit verlies werd nog een tijd gemaskeerd door stemmen te vergaren bij de nieuwe participanten aan de onderkant van de arbeidsmarkt: Turken en Marokkanen. Turken en Marokkanen zijn echter inmiddels of zo geëmancipeerd dat ze de PvdA niet meer nodig hebben of zo gemarginaliseerd dat ze politiek er niet meer toe doen (behalve in de misdaadstatistieken).
Ondertussen is er wel een nieuwe klasse van werkende armen ontstaan: denk aan de schoonmakers, de chauffeurs van taxibusjes en de verzorgenden in de verpleeghuizen. De PvdA is er nooit in geslaagd contact met deze groep te maken, laat staan ze te vertegenwoordigen. De SP is dat wel gelukt: zij weten met succes op te komen voor de belangen van deze groep en dat komt ook doordat de SP de facto de FNV heeft overgenomen; de FNV die vroeger het PvdA-bolwerk bij uitstek was. Wim Kok heeft plaatsgemaakt voor Lilian Marijnissen.
Lilian Marijnissen.
De PvdA heeft zijn electorale basis dus laten weglopen naar de SP. Wat overblijft zijn partijtijgers die verdwaasd om zich heen kijken en zich afvragen hoe het verder moet. In hun paniek maken ze desastreuze keuzes. Want hoe valt het regeeraccoord met de VVD anders te verklaren?

De strategische fout die de PvdA maakte is dat meegegaan werd in de waanzin van bezuinigen op de overheidsuitgaven juist als de economie krimpt. Sinds Keynes weten we dat we dat niet moeten doen. (Ik ga alle argumenten hier niet herhalen: lees Krugman en Engelen.) Ook het argument dat het van Brussel moet is onzin: Nederland had hierover een veto kunnen uitspreken.
De tactische fout volgde op de strategische fout: na de verkiezingen durfde de PvdA niet op links een coalitie te vormen en werd de kardinale misser begaan 'in het landsbelang' met de VVD te gaan regeren. Vervolgens werden de kosten van de crisis afgewenteld op de zwakkeren in de samenleving.

Ik ben ervan overtuigd dat er PvdA-ers zijn die weten dat ze hun partij en - belangrijker - de mensen voor wie ze claimen op te komen de vernieling in helpen. Anders valt de gekwelde blik van Diederik Samsom niet verklaren als hij de ontmanteling van de zorg als 'verbetering' verdedigt.
Het is nog niet te laat. PvdA-ers: laat je trots varen, erken dat je hebt misgekleund en stap uit dit kabinet. Nieuwe verkiezingen zullen jullie pijn doen maar zijn ook een nieuwe kans. Zullen we dan echt aan een sociaal en sterk Nederland gaan werken?

Zolang jullie dat niet doen, blijf ik jullie onder vuur nemen.