zondag 12 september 2010

De afdeling inkoop is tegenwoordig de baas. Bij alles wat je wilt laten doen krijg je de opmerking: ‘Dat kan goedkoper!’

Voorbeeld. Er moet een foldertje worden gemaakt. Je werkt al jaren samen met een vormgever die prima kwaliteit levert voor een schappelijke prijs en, even belangrijk, aan een half woord genoeg heeft, niet zeurt en binnen de deadline klaar is. De afdeling inkoop stelt dan dat er rustig twintig euro van het uurtarief af kan. Vast wel, maar dan krijg ik niet de folder die ik hebben moet. Waarschijnlijk wordt er een puisterig neefje op een zolderkamer aan het werk gezet.
Dan moet er gedrukt worden. Je werkt, alweer, al jaren samen met een drukkerij die prima kwaliteit voor een schappelijke prijs op tijd levert. Na een minuutje alleen met Google komen de heren inkopers met een drukkerij uit Transnistrië die het voor de helft doet.
Onderdeel van mijn vak is dat ik de markt en de leveranciers ken. Ik weet wat iets kost. En ik weet ook dat ik als iets voor een bodemprijs wil hebben, die leverancier, als ik bij een volgende klus een probleem heb, geen stap harder loopt. Wat schiet ik er dan mee op?

Ik snapte deze ‘penny wise, pound foolish’ houding niet, totdat ik zag wat voor sigaren de chef inkoop rookt.
Een sigaar is een genotmiddel. De melange van hoogwaardige tabakken, het samenspel van dekblad, omblad en binnengoed levert een geur- en smaaksensatie op die je even uit deze ellendige wereld tilt. Een sigaar moet met aandacht en vakmanschap worden gemaakt. En kost dus ook wat.
Bij de Dirk van den Broek verkopen ze ook sigaren. Het zijn ronde, bruine dingen in een doosje en als je ze aansteekt komt er rook uit. Veel meer kan je er niet over zeggen. Oh ja, op het doosje staat ‘sigaren’.

Ben je niet bereid om voor een sigaar diep in de buidel te tasten, dan koop je dus een genotmiddel waarvan je niet van kunt genieten. Dan kun je net zo goed niet roken.
Volgens deze inkooplogica kan ik mijn afdeling communicatie dus opheffen.