dinsdag 18 november 2014

Sinds ik ruim twintig jaar geleden bij een auto-ongeluk een dwarslaesie scoorde en in een rolstoel terechtkwam vraag ik mij met enige regelmaat af: is de kwaliteit van mijn leven voldoende om er mee door te gaan? Daar komt direct een andere vraag achteraan: als dat niet zo is, maak ik er dan een einde aan?

Eerst maar even de eerste vraag. Het antwoord daarop varieert in de tijd en is ingewikkeld, een samenstelsel van rationele argumenten en woeste emoties. Die zijn voor een groot deel privé, maar één belangrijke set overwegingen wil ik graag met u delen.
De positie van gehandicapten in dit stinkend rijke land is slecht. Ze kunnen zich alleen met grote moeite of tegen hoge kosten verplaatsen, werkgevers moeten ze niet en de zorg die ze nodig hebben om volwaardig aan de samenleving te kunnen deelnemen is er niet. En nu het ietsje slechter gaat met onze economie wordt dat wat er wel is afgebroken; onder het mom van kwaliteitsverbeteringen voert de politieke klasse rigoureuze bezuinigingen door. Dat wat overblijft, verschanst zich achter een steeds dikker wordende bureaucratie. Cynischer kan niet.
In de nieuwe zorgwerkelijkheid moet ik straks voor heel veel op mijn buren, vrienden en familie terugvallen. Dat zijn grotendeels dezelfde mensen die door hun stemgedrag deze situatie hebben gecreëerd. Dat gaat niet goed komen.
U begrijpt dat, als ik dit in overweging neem, bij mij de wil tot leven wegschrompelt.

Wil ik dan dood? Nee, maar zo leven wil ik ook niet. De dood lijkt te verkiezen boven het eeuwige gesleur en getrek om iets wat op een gewoon leven lijkt te leiden, boven het altijd maar weer geconfronteerd worden met een maatschappij die me als kostenpost ziet en boven de medemens die me lastig vindt.
Helaas ben ik geen held. Dood zijn vind ik niet erg, dood gaan lijkt me verschrikkelijk. Ik heb het uitgezocht en eigenlijk zijn er geen betrouwbare en goeddeels pijnloze manieren beschikbaar om er een einde aan te maken. Betrouwbaar is belangrijk omdat ik niet in een nog slechtere situatie wil terecht komen dan ik al ben en pijnloos is belangrijk ... wel, zoals ik al zei, ik ben geen held.

De positie van gehandicapten lijkt veel op die van bejaarden, maar er is één belangrijk verschil. In een goed ingerichte samenleving kunnen gehandicapten hun hele leven lang een positieve bijdrage aan die samenleving leveren; bejaarden hebben dat al gedaan en hun leven is nagenoeg voltooid. In die zin is de positie van gehandicapten schrijnender.
Wat bejaarden en gehandicapten ook gemeen hebben: ze worden opgesloten in hun uitzichtloze toestand. Dezelfde samenleving die ze zorg en mogelijkheden ontzegt, die ze in veel gevallen dwingt te creperen, ontneemt ze ook de keuze om wel of niet in die samenleving te leven. Het is de arrogantie voorbij.
Natuurlijk is in een beperkt aantal gevallen euthanasie mogelijk, en dat is iets. Het is echter veel te weinig, niet meer dan een schaamlap. Eigenlijk moet iedereen die door de samenleving in een onmenselijk bestaan wordt gedwongen ten minste de vrijheid hebben om er eenvoudig en pijnloos een einde aan te maken. Een pil van Drion dus, voor iedereen. Nu.

Op dit blogje zullen veel reacties komen in de trant van: het valt toch allemaal wel mee, zo erg is het allemaal toch niet, het is toch goed geregeld? Daarop is maar één antwoord: daar gaat u niet over. De beoordeling van mijn leven is mijn zaak. Ik begrijp dat u liever niet nadenkt over de consequenties van uw politieke keuzes, dat u liever niet wordt geconfronteerd met uw maatschappelijk handelen, of beter: het gebrek daaraan.
U, de samenleving, en de politieke klasse die u vertegenwoordigt, kiezen ervoor om gehandicapten en bejaarden buiten te sluiten. Sta ons dan toe om zelf te kiezen of we in die samenleving willen leven.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten