Een van de kenmerken van mijn depressie was dat ik steeds minder zin in boeken lezen had. Korte berichtjes van internet lezen ging nog wel, een niet te lang tijdschriftartikel ook, maar een boek? Ik kon me er niet toe zetten. De nieuwsgierigheid was weg, de energie ontbrak.
Toen ik in de mpu (medisch psychiatrische unit) van het VUmc naar het plafond lag te staren was ik bang om niet alleen depressief maar ook om gek te worden. Ik had niets om te lezen! Ik wist niet eens of ik zin had of de concentratie kon opbrengen om te lezen, maar dat ik geen boek onder handbereik had maakte me onrustig.
Mijn broertje begreep me feilloos toen ik vroeg om een boek met moeilijke woorden en lange zinnen, bij voorkeur over politiek, geschiedenis of filosofie. Hij gaf me Liberalisme van Edmund Fawcett: 'Alsjeblieft. Dit is het enige boek hier in het ziekenhuiswinkeltje dat aan je eisen voldoet.'
Het viel niet mee en dat lag niet aan het boek (een aanrader, hoewel de vertaling enigszins rammelt). Ik kon geen drie pagina’s lezen zonder de draad kwijt te raken of in slaap te vallen. Toen ik twee weken later naar de paaz (psychiatrische afdeling algemeen ziekenhuis) van het SLAZ (Sint Lucas Andreas Ziekenhuis) werd overgeplaatst was ik nog niet halverwege.
Naarmate mijn herstel vorderde nam mijn leesplezier en -tempo weer toe. Van de ongeveer twintig 'inmates' in de paaz was ik de enige die met een boek gesignaleerd kon worden. Dat ik las was één ding, maar men vond het soort boeken al genoeg reden voor opname.
Ik vind het wel meevallen. In die vijf weken las ik wat ideeëngeschiedenis (Liberalisme van Edmund Fawcett), een verkenning van hedendaags links-populistische bewegingen als Occupy, Syriza en Podemos (Why it’s kicking off everywhere van Paul Mason - Mason is een buitengewoon goed ingevoerde journalist die schrijft voor The Guardian en reportages maakt voor Channel 4 News; volg hem via @paulmasonnews), het eerste en laatste deel van een reeks over de recente geschiedenis gezien door een marxistische politiek-economische bril (The age of revolution en Age of extremes van Eric Hobsbawm), een links tractaat (One-dimensional man van Herbert Marcuse), een communistisch standaardwerk (Terrorism and communism van Leon Trostky - met een inleiding van Slavoj Žižek), een van de klassieken (The annals of imperial Rome van Tacitus - in vertaling want mijn Latijn is niet meer wat het geweest is), een biografie (Wilfred Thesiger-The life of the great explorer van Alexander Maitland) en twee detectiefjes/thrillers (Uncommon danger en The mask of Dimitrios van Eric Ambler - Ambler is een van de grondleggers van het genre).
Ik ben nog bezig in Ill met by moonlight van W. Stanley Moss. Daar ga ik u een andere keer over lastigvallen.
Ik heb geleerd dat een verminderde leeshonger voor mij een indicatie is voor een opkomende depressie. Als ik hier dus niet meer over boeken aan het zeuren ben, wilt u dan mijn behandelaars waarschuwen?
vrijdag 31 juli 2015
woensdag 29 juli 2015
De psychiatrie was een onderdeel van de gezondheidszorg dat ik nog niet van binnen kende. Dat veranderde na een door een depressie gedreven zelfmoordpoging.
De precieze details van die poging laat ik hier liever onbesproken. Ik ben hersteld.
Na die poging ben ik voortreffelijk opgevangen en begeleid, eerst in het VUmc en vervolgens op de afdeling psychiatrie van het Sint Lucas Andreas. En natuurlijk door mijn familie en een heel klein kringetje van naasten. Ik ben weer thuis.
Ik had me nooit gerealiseerd dat ik aan een depressie leed, totdat ik met een psychiater in het VUmc de afgelopen twee jaar onder de loep nam. Ik bleek een depressie uit het boekje te hebben, ik vertoonde alle kenmerken. Ik had steeds minder interesse in dingen die ik altijd leuk vond (lekker eten, muziek, boeken), ik maakte me steeds minder druk om dingen die ik belangrijk vond (de toestand in de wereld, politiek, de zorg), ik durfde steeds minder naar de toekomst te kijken, ik sloot me steeds meer af van iedereen die belangrijk voor me was en ik zorgde steeds slechter voor mezelf.
Mijn wereldje werd steeds kleiner.
Gelukkig ben ik nu op de weg terug, gesteund door niet alleen naasten en professionals, maar ook door een (geringe) dosis dagelijkse pretpillen (psychofarmaca). Ik heb me in tijden niet zo goed gevoeld en daar bedoel ik mee: ik ben weer redelijk mezelf en ik merk nu hoe ik mezelf de afgelopen periode ben ik kwijtgeraakt. En dat ik mezelf weer aan het worden ben, voelt goed.
Dit blogje is een eerste stap om mijn sociale en maatschappelijke leven weer op te pakken. Iedereen die me gemist heeft: laat wat van je horen. En als ik niets van je hoor, dan neem ik te zijner tijd zelf weer contact op. Want ik mis jullie wel.
De precieze details van die poging laat ik hier liever onbesproken. Ik ben hersteld.
Na die poging ben ik voortreffelijk opgevangen en begeleid, eerst in het VUmc en vervolgens op de afdeling psychiatrie van het Sint Lucas Andreas. En natuurlijk door mijn familie en een heel klein kringetje van naasten. Ik ben weer thuis.
Ik had me nooit gerealiseerd dat ik aan een depressie leed, totdat ik met een psychiater in het VUmc de afgelopen twee jaar onder de loep nam. Ik bleek een depressie uit het boekje te hebben, ik vertoonde alle kenmerken. Ik had steeds minder interesse in dingen die ik altijd leuk vond (lekker eten, muziek, boeken), ik maakte me steeds minder druk om dingen die ik belangrijk vond (de toestand in de wereld, politiek, de zorg), ik durfde steeds minder naar de toekomst te kijken, ik sloot me steeds meer af van iedereen die belangrijk voor me was en ik zorgde steeds slechter voor mezelf.
Mijn wereldje werd steeds kleiner.
Gelukkig ben ik nu op de weg terug, gesteund door niet alleen naasten en professionals, maar ook door een (geringe) dosis dagelijkse pretpillen (psychofarmaca). Ik heb me in tijden niet zo goed gevoeld en daar bedoel ik mee: ik ben weer redelijk mezelf en ik merk nu hoe ik mezelf de afgelopen periode ben ik kwijtgeraakt. En dat ik mezelf weer aan het worden ben, voelt goed.
Dit blogje is een eerste stap om mijn sociale en maatschappelijke leven weer op te pakken. Iedereen die me gemist heeft: laat wat van je horen. En als ik niets van je hoor, dan neem ik te zijner tijd zelf weer contact op. Want ik mis jullie wel.
maandag 30 maart 2015
De vorige keren dat ik in het Concertgebouw op een gastenlijst stond was toen de gemeente er de nieuwjaarsrecepties organiseerde. De hele hut werd afgehuurd, overal muziek, hapjes en drankjes en bobo's werden van alle kanten ingevlogen. Je moest even door de speech van een Schelto Patijn of Job Cohen heenbijten en er is was wat verplicht multicultureel entertainment maar daarna kon je los, lekker netwerken. Het was altijd een sport een raadslid of wethouder die iets te diep in het glaasje had gekeken tot uitspraken te verleiden die ze in het koude daglicht nooit zouden doen.
Maar dat waren de hoog rollende jaren negentig. Gistermiddag was ik uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje in de Kleine Zaal. Ik schreef er al eerder over. De schoonmoeder van een getalenteerde maar nog niet doorgebroken klassiek pianist werd 65 en huurde daarom de Kleine Zaal af. Zij nodigde familie, vrienden en kennissen uit voor een feestje en hij speelde op het mooiste podium ter wereld. Succes verzekerd.
Risicoloos was het echter niet. Er waren 200 kaarten uitgedeeld aan familie, vrienden &c. maar de overige 237 moesten gewoon worden verkocht. Als er te weinig verkocht zou worden, had het Concertgebouw het recht het optreden af te gelasten. Ze houden daar niet van halflege zalen.
De gok pakte gelukkig goed uit. De zaal zat vol. Later hoorde ik dat er maar 33 kaarten niet waren verkocht. 26 van die 33 waren klapstoeltjes, die zo beroerd zitten dat je bijna liever thuisblijft. Maar dan zou je iets gemist hebben.
Voor de pauze speelde Luís Rabello twee sonates van Beethoven: Sonate opus 27 nr 2 'Mondschein' en Sonate opus 111, na de pauze 3 ijdele walsen van de Braziliaanse componist Radamés Gnattali, Ballade nr 4 opus 52 van Frédéric Chopin, Gaspard de la nuit van Maurice Ravel en als uitsmijter zijn eigen Paganini-variaties in Braziliaanse stijl. Toegiften konden niet uitblijven: Odeon van Ernesto Nazareth en Valse de la Douleur van Heitor Villa-Lobos.
Over het concert kan ik kort zijn: Luís Rabello kan spelen. Ik vond zijn Beethoven wat stroef maar met Chopin en Ravel deed hij voor niemand onder en zijn Gnattali was letterlijk onvergelijkbaar. Heerlijke muziek. Zijn Paganini-variaties waren vuurwerk.
Rabello mag vaker in Amsterdam komen spelen.
Maar dat waren de hoog rollende jaren negentig. Gistermiddag was ik uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje in de Kleine Zaal. Ik schreef er al eerder over. De schoonmoeder van een getalenteerde maar nog niet doorgebroken klassiek pianist werd 65 en huurde daarom de Kleine Zaal af. Zij nodigde familie, vrienden en kennissen uit voor een feestje en hij speelde op het mooiste podium ter wereld. Succes verzekerd.
Risicoloos was het echter niet. Er waren 200 kaarten uitgedeeld aan familie, vrienden &c. maar de overige 237 moesten gewoon worden verkocht. Als er te weinig verkocht zou worden, had het Concertgebouw het recht het optreden af te gelasten. Ze houden daar niet van halflege zalen.
De gok pakte gelukkig goed uit. De zaal zat vol. Later hoorde ik dat er maar 33 kaarten niet waren verkocht. 26 van die 33 waren klapstoeltjes, die zo beroerd zitten dat je bijna liever thuisblijft. Maar dan zou je iets gemist hebben.
Voor de pauze speelde Luís Rabello twee sonates van Beethoven: Sonate opus 27 nr 2 'Mondschein' en Sonate opus 111, na de pauze 3 ijdele walsen van de Braziliaanse componist Radamés Gnattali, Ballade nr 4 opus 52 van Frédéric Chopin, Gaspard de la nuit van Maurice Ravel en als uitsmijter zijn eigen Paganini-variaties in Braziliaanse stijl. Toegiften konden niet uitblijven: Odeon van Ernesto Nazareth en Valse de la Douleur van Heitor Villa-Lobos.
Over het concert kan ik kort zijn: Luís Rabello kan spelen. Ik vond zijn Beethoven wat stroef maar met Chopin en Ravel deed hij voor niemand onder en zijn Gnattali was letterlijk onvergelijkbaar. Heerlijke muziek. Zijn Paganini-variaties waren vuurwerk.
Rabello mag vaker in Amsterdam komen spelen.
vrijdag 27 februari 2015
De Canto Ostinato. Je houdt ervan of je haat het. Ik behoor tot de eerste categorie. Maar ik weet niet goed waarom. Ik ben niet zo'n pianoliefhebber. In het klassieke repertoire luister ik eigenlijk alleen graag naar de Goldberg-variaties (de Glenn Gould-opname uit 1981, maar Ivo Janssen doet het ook erg goed).
Ook buiten het klassieke repertoire ben ik geen enorme pianoliefhebber, op een paar uitzonderingen na: The Köln Concert van Keith Jarrett en het album An Evening with Chick Corea & Herbie Hancock: In Concert.
Eerst maar even luisteren naar dit fragment van The Köln Concert.
En dan Chick en Herbie.
Past de Canto Ostinato in dit rijtje? Maakt ook niet uit. Toen Kees Wieringa en Polo de Haas in 1996 hun versie voor twee piano's uitbrachten was ik verkocht. Ik had wel eens wat eerder van Simeon ten Holt gehoord (ik ben een geboren Bergenaar) maar was daar niet echt van gecharmeerd. De Canto was andere koek.
Waarom de Canto me zo pakt weet ik nog steeds niet, maar het heeft iets hypnotiserends met z'n herhalingen, minimale veranderingen en eenvoudige melodietjes. Je kan er heel geconcentreerd naar luisteren en in de structuur verdrinken of het aanzetten en de krant gaan lezen: in beide gevallen nestelt de muziek zich onder je schedeldak.
De Canto is geen tot op de laatste noot uitgeschreven compositie en kan in diverse bezettingen en lengtes worden uitgevoerd. Afgelopen woensdagavond in het Concertgebouw bezocht ik met M. een volvette versie van de Canto: natuurlijk Kees Wieringa en Polo de Haas achter de vleugels, aangevuld met Arielle Vernède en Gerard Bouwhuis, het Mondriaan Kwartet en Lotte Bovi (mezzosopraan). En in plaats van ruim een uur duurde het maar liefst twee uur en een kwartier.
Gelukkig bleef ook in deze uitvoering de magie van de Canto intact. Het klonk fantastisch. Het samenspel was ijzersterk, de klanken van de vleugels, de strijkers en die ene stem mengden schitterend. Toch wrong er iets. Het was soms te zwaar, te dik aangezet. Als ik deze uitvoering mag vergelijken met die voor twee piano's dan is het de blokkwast versus de penseel.
De magie van de uitvoering voor twee piano's ontstaat mede doordat er met minimale middelen een rijk klanktapijt wordt geweven waar je zelf ook mee aan de slag moet; in een uitgebreide bezetting als die van woensdag klinkt het vaak te makkelijk, te mooi. Ik had af en toe zelfs associaties met Morricones Once Upon A Time In The West.
U merkt het, ik zal nooit muziekrecensent worden. Geeft niks. Ik heb andere kwaliteiten. Gelukkig kunt u zelf oordelen over deze uitvoering: Kees Wieringa meldt op zijn Facebook-pagina dat er een cd van uitgebracht gaat worden en dat het concert 8 maart as. op televisie te zien is. Mag ik u tot die tijd deze versie voor vier piano's aanbevelen?
Ook buiten het klassieke repertoire ben ik geen enorme pianoliefhebber, op een paar uitzonderingen na: The Köln Concert van Keith Jarrett en het album An Evening with Chick Corea & Herbie Hancock: In Concert.
Eerst maar even luisteren naar dit fragment van The Köln Concert.
En dan Chick en Herbie.
Past de Canto Ostinato in dit rijtje? Maakt ook niet uit. Toen Kees Wieringa en Polo de Haas in 1996 hun versie voor twee piano's uitbrachten was ik verkocht. Ik had wel eens wat eerder van Simeon ten Holt gehoord (ik ben een geboren Bergenaar) maar was daar niet echt van gecharmeerd. De Canto was andere koek.
Waarom de Canto me zo pakt weet ik nog steeds niet, maar het heeft iets hypnotiserends met z'n herhalingen, minimale veranderingen en eenvoudige melodietjes. Je kan er heel geconcentreerd naar luisteren en in de structuur verdrinken of het aanzetten en de krant gaan lezen: in beide gevallen nestelt de muziek zich onder je schedeldak.
De Canto is geen tot op de laatste noot uitgeschreven compositie en kan in diverse bezettingen en lengtes worden uitgevoerd. Afgelopen woensdagavond in het Concertgebouw bezocht ik met M. een volvette versie van de Canto: natuurlijk Kees Wieringa en Polo de Haas achter de vleugels, aangevuld met Arielle Vernède en Gerard Bouwhuis, het Mondriaan Kwartet en Lotte Bovi (mezzosopraan). En in plaats van ruim een uur duurde het maar liefst twee uur en een kwartier.
Gelukkig bleef ook in deze uitvoering de magie van de Canto intact. Het klonk fantastisch. Het samenspel was ijzersterk, de klanken van de vleugels, de strijkers en die ene stem mengden schitterend. Toch wrong er iets. Het was soms te zwaar, te dik aangezet. Als ik deze uitvoering mag vergelijken met die voor twee piano's dan is het de blokkwast versus de penseel.
De magie van de uitvoering voor twee piano's ontstaat mede doordat er met minimale middelen een rijk klanktapijt wordt geweven waar je zelf ook mee aan de slag moet; in een uitgebreide bezetting als die van woensdag klinkt het vaak te makkelijk, te mooi. Ik had af en toe zelfs associaties met Morricones Once Upon A Time In The West.
U merkt het, ik zal nooit muziekrecensent worden. Geeft niks. Ik heb andere kwaliteiten. Gelukkig kunt u zelf oordelen over deze uitvoering: Kees Wieringa meldt op zijn Facebook-pagina dat er een cd van uitgebracht gaat worden en dat het concert 8 maart as. op televisie te zien is. Mag ik u tot die tijd deze versie voor vier piano's aanbevelen?
vrijdag 6 februari 2015
Syriza won de verkiezingen in Griekenland en zet nu de EU het mes op de keel: stop met het kapotbezuinigen van de Grieken. In Spanje zegt Podemos de corrupte politici van de PP en PSOE de wacht aan: op 24 mei zijn er gemeenteraadsverkiezingen en in 13 regio's verkiezingen voor een nieuw parlement. In november of december wordt een nieuwe 'tweede kamer' (Congreso de los Diputados) gekozen.
Links is terug in Europa. Voor de goede orde: niet 'extreem' of 'radicaal' links zoals onze vaderlandsche media iedere keer roepen (en niet alleen de rabiaat rechtse maar ook het 'neutrale' NOS Journaal) maar gewoon links. In deze column legt Ewald Engelen kort uit hoe links Syriza en Podemos echt zijn en hoe het journaille daarover rapporteert.
In Nederland wil het met links niet echt lukken. Voornoemde Ewald Engelen riep in een tweet op tot een grote demonstratie ter ondersteuning van Syriza; afgaande op de reacties mag hij blij zijn als hij een telefooncel weet te vullen.
Dat ligt niet aan Engelen, maar aan het gebrek aan links in Nederland. Even recapituleren: D66 was vroeger links maar is tegenwoordig VVD-light; de PvdA was een bolwerk van de sociaaldemocratie maar heeft zich overgeleverd aan de neoliberale agenda; GroenLinks lijkt na een flirt met het liberalisme voorzichtig op de weg terug en de SP heeft zich laten inkapselen door de parlementaire democratie.
Natuurlijk is de SP ook in de buurten en op de werkvloer actief. Ze hebben de Abvakabo FNV overgenomen van de PvdA en daarmee behalen ze resultaten voor de onderkant van de arbeidsmarkt (schoonmakers, zorgpersoneel). Prima. Het lukt de SP echter niet het buitenparlementaire werk te vertalen naar verkiezingswinst.
Is er dan geen echte buitenparlementaire linkse beweging? Natuurlijk, meer dan één zelfs. Ik geef u de Internationale Socialisten (IST), het Socialistisch Alternatief (CWI), de NCPN, de Groep Marxisten-Leninisten/Rode Morgen, Vonk (IMT), de Socialistische Alternatieve Politiek (de Vierde Internationale) en PSP'92. Veel van deze versplintering komt overigens voort uit de desintegratie van de trotskistische beweging. En laat ik de anarchisten niet vergeten, die zich keurig hebben georganiseerd in de Vrije Bond. Helaas is de kwalificatie 'marginaal' voor al deze groepen nog een vriendelijke.
Waarom komt er in Nederland geen brede, linkse beweging van de grond? Gaat het nog niet slecht genoeg? Ik kan het me niet voorstellen. Zijn we niet links genoeg? Kan zijn, maar dat is een kwestie van heropvoeden. Spreekt het linkse verhaal onvoldoende aan? Zeker, maar dat ligt niet aan het verhaal maar aan de wijze waarop het verteld wordt. En door wie.
Want laten we eerlijk zijn: hebben we een begeesterd orator op links? Een Alexis Tsipras, die een verdeeld Griekenland achter zijn beweging weet te krijgen? Een Yanis Varoufakis, die in interviews soeverein het marktgeile Angelsaksische journaille de oren wast en de Duitsers een geschiedenislesje geeft? Een Pablo Iglesias die in Madrid de Puerta del Sol weet vol te pakken?
Nee, wij hebben Emile Roemer.
Links is terug in Europa. Voor de goede orde: niet 'extreem' of 'radicaal' links zoals onze vaderlandsche media iedere keer roepen (en niet alleen de rabiaat rechtse maar ook het 'neutrale' NOS Journaal) maar gewoon links. In deze column legt Ewald Engelen kort uit hoe links Syriza en Podemos echt zijn en hoe het journaille daarover rapporteert.
In Nederland wil het met links niet echt lukken. Voornoemde Ewald Engelen riep in een tweet op tot een grote demonstratie ter ondersteuning van Syriza; afgaande op de reacties mag hij blij zijn als hij een telefooncel weet te vullen.
Waarom niet een grote NLse demonstratie ter ondersteuning van #syriza tegen afwenteling van de crisis op burger? wie neemt het voortouw?
— Ewald Engelen (@ewaldeng) February 1, 2015
Dat ligt niet aan Engelen, maar aan het gebrek aan links in Nederland. Even recapituleren: D66 was vroeger links maar is tegenwoordig VVD-light; de PvdA was een bolwerk van de sociaaldemocratie maar heeft zich overgeleverd aan de neoliberale agenda; GroenLinks lijkt na een flirt met het liberalisme voorzichtig op de weg terug en de SP heeft zich laten inkapselen door de parlementaire democratie.
Natuurlijk is de SP ook in de buurten en op de werkvloer actief. Ze hebben de Abvakabo FNV overgenomen van de PvdA en daarmee behalen ze resultaten voor de onderkant van de arbeidsmarkt (schoonmakers, zorgpersoneel). Prima. Het lukt de SP echter niet het buitenparlementaire werk te vertalen naar verkiezingswinst.
Is er dan geen echte buitenparlementaire linkse beweging? Natuurlijk, meer dan één zelfs. Ik geef u de Internationale Socialisten (IST), het Socialistisch Alternatief (CWI), de NCPN, de Groep Marxisten-Leninisten/Rode Morgen, Vonk (IMT), de Socialistische Alternatieve Politiek (de Vierde Internationale) en PSP'92. Veel van deze versplintering komt overigens voort uit de desintegratie van de trotskistische beweging. En laat ik de anarchisten niet vergeten, die zich keurig hebben georganiseerd in de Vrije Bond. Helaas is de kwalificatie 'marginaal' voor al deze groepen nog een vriendelijke.
Waarom komt er in Nederland geen brede, linkse beweging van de grond? Gaat het nog niet slecht genoeg? Ik kan het me niet voorstellen. Zijn we niet links genoeg? Kan zijn, maar dat is een kwestie van heropvoeden. Spreekt het linkse verhaal onvoldoende aan? Zeker, maar dat ligt niet aan het verhaal maar aan de wijze waarop het verteld wordt. En door wie.
Want laten we eerlijk zijn: hebben we een begeesterd orator op links? Een Alexis Tsipras, die een verdeeld Griekenland achter zijn beweging weet te krijgen? Een Yanis Varoufakis, die in interviews soeverein het marktgeile Angelsaksische journaille de oren wast en de Duitsers een geschiedenislesje geeft? Een Pablo Iglesias die in Madrid de Puerta del Sol weet vol te pakken?
Alexis Tsipras. |
![]() |
Yanis Varoufakis. |
![]() |
Pablo Iglesias. |
maandag 26 januari 2015
De portier vroeg: 'Is dit uw eerste bezoek?'
'Nee,' antwoordde ik, 'maar de vorige keer is denk ik dertig jaar geleden.'
Het zal geen dertig jaar zijn geweest, maar vijfentwintig toch wel. Net als het Frans Hals Museum had ik Teylers voor het laatst bezocht in het gezelschap van mijn Haarlemse Mafiamaatjes. Opnieuw was ik veel te lang weggebleven. Gelukkig staat de tijd in Teylers stil. Bijna althans.
De Instrumentenzaal leek ongewijzigd. Hier staan de Large Hadron Colliders uit de achttiende en negentiende eeuw. Wetenschap was toen al een avontuur.
Ook de Eerste en Tweede Schilderijenzaal leken niets veranderd, hoewel ik me heb laten vertellen dat de muren vroeger wit waren. Ik kan het me niet herinneren.
De mooiste ruimte in Teylers is en blijft de Ovale Zaal. Ook deze 'boek- en konstzael' - opengesteld in 1784 - heeft net als de andere zalen aan daglicht genoeg.
De collectie van Teylers is nog altijd een bijzondere combinatie van wetenschappelijke instrumenten, stenen en mineralen, fossielen, schilderijen en prenten, en boeken. Teylers is goed in - helaas vaak kleine - tijdelijke tentoonstellingen. Op dit moment wordt een selectie schitterende natuurdrukken geëxposeerd maar ik verheug me nu al op Drawn from the Antique: Artists and the Classical Ideal, samengesteld in samenwerking met mijn favoriete Londense museum: Sir John Soane's Museum. Vanaf 11 maart.
'Nee,' antwoordde ik, 'maar de vorige keer is denk ik dertig jaar geleden.'
Het zal geen dertig jaar zijn geweest, maar vijfentwintig toch wel. Net als het Frans Hals Museum had ik Teylers voor het laatst bezocht in het gezelschap van mijn Haarlemse Mafiamaatjes. Opnieuw was ik veel te lang weggebleven. Gelukkig staat de tijd in Teylers stil. Bijna althans.
![]() |
De Instrumentenzaal. |
Ook de Eerste en Tweede Schilderijenzaal leken niets veranderd, hoewel ik me heb laten vertellen dat de muren vroeger wit waren. Ik kan het me niet herinneren.
![]() |
De Tweede Schilderijenzaal. |
![]() |
De Ovale Zaal. |
maandag 19 januari 2015
Je hebt kadoos en cadeaux. Van de een krijg je een ceedeetje, van de ander een optreden in het Concertgebouw. En dan niet aanschuiven bij een concert van iemand anders, nee, je krijgt de zaal helemaal voor jezelf, voor je eigen recital. De Kleine Zaal weliswaar, maar toch.
Luís Fabiano Rabello is een pianist van Braziliaanse komaf die hier ten lande probeert een carrière van de grond te krijgen. Ik schreef al eerder over Luís, zijn eveneens muzikale vrouw Agnes, en zijn schoonmoeder. En schoonmoeder Marleen is van de cadeaux. Omdat ze 65 wordt, organiseert ze een concert. Ze heeft de Kleine Zaal afgehuurd, haar schoonzoon treedt op en haar familie en vrienden genieten van de muziek. Wat een fantastisch plan.
Marleen neemt wel een risico. Niet met de muziek, want Luís kan echt wel spelen, maar met de zaalbezetting. Marleen heeft zo'n 200 familieleden en vrienden uitgenodigd, maar daarmee zit de Kleine Zaal nog lang niet vol - zelfs in die 'kleine' zaal gaat nog 437 man. In het contract met het Concertgebouw staat dat ook die overige 237 plaatsen verkocht moeten worden, anders wordt het optreden geannuleerd. Dat zou een drama zijn.
Dit blogje is dus een oproep. Kom met mij naar de recital van Luís Fabiano Rabello, zondagmiddag 29 maart in het Concertgebouw. Het programma:
Beethoven - Veertiende sonate in cis, op. 27, nr. 2 'Mondschein'
Beethoven - Sonate nr. 32 in c, op. 111
Gnattali - 10 Waltzes
Ravel - Gaspard de la nuit
Rabello - Paganini Variations in Brazilian Style
Kaartjes kopen kan hier. En als je gaat, laat dat dan even hier weten. Om alvast in de stemming te komen speelt Luís een stukje Beethoven.
Luís Fabiano Rabello is een pianist van Braziliaanse komaf die hier ten lande probeert een carrière van de grond te krijgen. Ik schreef al eerder over Luís, zijn eveneens muzikale vrouw Agnes, en zijn schoonmoeder. En schoonmoeder Marleen is van de cadeaux. Omdat ze 65 wordt, organiseert ze een concert. Ze heeft de Kleine Zaal afgehuurd, haar schoonzoon treedt op en haar familie en vrienden genieten van de muziek. Wat een fantastisch plan.
Marleen neemt wel een risico. Niet met de muziek, want Luís kan echt wel spelen, maar met de zaalbezetting. Marleen heeft zo'n 200 familieleden en vrienden uitgenodigd, maar daarmee zit de Kleine Zaal nog lang niet vol - zelfs in die 'kleine' zaal gaat nog 437 man. In het contract met het Concertgebouw staat dat ook die overige 237 plaatsen verkocht moeten worden, anders wordt het optreden geannuleerd. Dat zou een drama zijn.
Dit blogje is dus een oproep. Kom met mij naar de recital van Luís Fabiano Rabello, zondagmiddag 29 maart in het Concertgebouw. Het programma:
Beethoven - Veertiende sonate in cis, op. 27, nr. 2 'Mondschein'
Beethoven - Sonate nr. 32 in c, op. 111
Gnattali - 10 Waltzes
Ravel - Gaspard de la nuit
Rabello - Paganini Variations in Brazilian Style
Kaartjes kopen kan hier. En als je gaat, laat dat dan even hier weten. Om alvast in de stemming te komen speelt Luís een stukje Beethoven.
maandag 29 december 2014
'Als we op tweede Kerstdag bij je langs komen, dan willen we graag met de kinderen iets ondernemen. Er is in Amsterdam vast wel iets voor ze te beleven,' aldus mijn broertje.
Natuurlijk. Hoewel ik de boodschap in eerste aanleg begrijp als 'we hebben geen zin in een weer zo'n eindeloze kerstlunch' vind ik het prima; belangrijk is dat neef (drie jaar oud) en nicht (zeven alweer) het leuk hebben. Die christmas pudding eet ik zelf wel op.
Maar wat gaan we doen? Ik wil iets cultureels en in overleg met de ouders besluiten we naar Een Wintersprookje van Het Kleine Theater te gaan, 's middags om drie uur in het Ostadetheater. Vooraf doen we dan een lichte lunch daar ergens in de buurt. Met de culinaire verhipping die de Van Woustraat op dit moment doormaakt moet het geen probleem zijn daar ergens een hapje te eten.
Helaas, na wat telefoontjes wordt duidelijk dat de meeste al dan niet hippe tenten, zoals de Stadskantine, op tweede Kerstdag gewoon dicht zijn. Uiteindelijk blijkt Bistro Zuid wel open, en ze hebben een kleine maar acceptabele lunchkaart met diverse pasta's. Dat moet goed komen. Ik reserveer voor twaalf uur.
Ik tref de familie in een zonovergoten Van Woustraat om kwart over twaalf voor de deur van Bistro Zuid. De gesloten deur van Bistro Zuid. Binnen staan de stoelen nog op de tafels. De telefoon wordt niet opgenomen. Het is dus echt kerst: we komen de herberg niet in. Gelukkig is er even verderop wel een stal in de vorm van de lokale Coffee Company en daar worden we gastvrij ontvangen met koffie, warme chocolademelk en prima tosti's. De kinderen vermaken zich uitstekend.
Het is maar een korte wandeling naar de Ostadestraat en Ostade A'dam (zoals het eigenlijk heet) blijkt een lief, klein vlakkevloertheatertje te zijn. Dat ook hier de verhipping heeft toegeslagen blijkt uit de drankjes die ze schenken, zoals de verantwoorde frisdrank van Bionade. Mijn melkzuur gaat acuut rechtsdraaien.
Het zaaltje (nog geen 100 stoelen) zit vol; het kleine grut zit vooraan. Nu wordt het lastig: iets verstandigs zeggen over een theatervoorstelling voor kinderen, als je niet verder dan Shakespeare bent gekomen. En mijn schoonzus, die met Katkids zelf kindertheater maakt, leest mee.
Nu dan. Het is een mooi verhaal over vriendschap en trouw, in een effectief decor en Anke Engels en Vimala Nijenhuis krijgen de zaal helemaal mee. Maar ik zit me de hele tijd af te vragen: waar ken ik die Anke Engels toch van?
Eenmaal thuis biedt het interweb uitkomst. Engels speelde in 2002 in de Nederlandse krimi Ernstige Delicten. Aangezien ik een gereputeerd krimiliefhebber en -kenner ben, heb ik ook van Ernstige Delicten kennis genomen. Het was echter niet te teren, zoals de meeste Nederlandse krimi's.
Maar dit terzijde: in Een Wintersprookje levert Engels prima werk af. Wie wil zien hoe slecht Ernstige Delicten was, kan hier terecht. Het is echter veel leuker om naar Een Wintersprookje te gaan. De speellijst staat hier.
Natuurlijk. Hoewel ik de boodschap in eerste aanleg begrijp als 'we hebben geen zin in een weer zo'n eindeloze kerstlunch' vind ik het prima; belangrijk is dat neef (drie jaar oud) en nicht (zeven alweer) het leuk hebben. Die christmas pudding eet ik zelf wel op.
Maar wat gaan we doen? Ik wil iets cultureels en in overleg met de ouders besluiten we naar Een Wintersprookje van Het Kleine Theater te gaan, 's middags om drie uur in het Ostadetheater. Vooraf doen we dan een lichte lunch daar ergens in de buurt. Met de culinaire verhipping die de Van Woustraat op dit moment doormaakt moet het geen probleem zijn daar ergens een hapje te eten.
Helaas, na wat telefoontjes wordt duidelijk dat de meeste al dan niet hippe tenten, zoals de Stadskantine, op tweede Kerstdag gewoon dicht zijn. Uiteindelijk blijkt Bistro Zuid wel open, en ze hebben een kleine maar acceptabele lunchkaart met diverse pasta's. Dat moet goed komen. Ik reserveer voor twaalf uur.
![]() |
Dus niet. (Foto: Bistro Zuid.) |
![]() |
De stal. (Foto: Coffee Company.) |
![]() |
(Foto: Ostadetheater.) |
Nu dan. Het is een mooi verhaal over vriendschap en trouw, in een effectief decor en Anke Engels en Vimala Nijenhuis krijgen de zaal helemaal mee. Maar ik zit me de hele tijd af te vragen: waar ken ik die Anke Engels toch van?
![]() |
Engels en Nijenhuis. (Foto: Het Kleine Theater.) |
Maar dit terzijde: in Een Wintersprookje levert Engels prima werk af. Wie wil zien hoe slecht Ernstige Delicten was, kan hier terecht. Het is echter veel leuker om naar Een Wintersprookje te gaan. De speellijst staat hier.
maandag 22 december 2014
Laat ik ook nog eens iets over de kerstcrisis schrijven. Ik zal proberen het kort te houden.
1.
Het nieuwe zorgstelsel is al een drama, en met de voorgestelde wijzigingen wordt het alleen maar slechter. De discussie gaat nu vooral over de inperking van de vrije artsenkeuze en de macht van de verzekeraars.
Het kabinet beweert dat de inperking van de vrije artsenkeuze een miljard euro aan kosten bespaart, maar onderbouwt dit bedrag niet. Daarentegen kosten de voorstellen van het kabinet juist extra geld, betoogt Sweder van Wijnbergen in het Handelsblad.
De voorstellen van het kabinet versterken vooral de macht van de verzekeraars, waarbij het nu al onduidelijk is hoe die macht ten gunste van patiënten wordt aangewend. Het inkoopbeleid is ondoorzichtig, er zijn enorme financiële reserves (om nog niet te spreken van luxe huisvesting en schandalige salarissen) en er worden bakken geld weggesmeten aan marketing om nieuwe klanten te lokken (waarbij een oerwoud aan polissen wordt gecreëerd om vooral maar niet op inhoud van de polis te concurreren).
2.
Het doordrukken van de plannen levert dus geen beleidsverbetering op. Maar met welke al dan niet rationele argumenten die plannen ooit zijn bedacht doet eigenlijk niet eens meer ter zake. Het is afgesproken en het zal dus hoe dan ook worden uitgevoerd. De minister en de regeringspartijen hebben zich ingegraven en terugtrekken is niet meer mogelijk. Dat de kiezer dit niet pruimt blijkt uit de peilingen van Maurice de Hond dit weekeinde.
3.
De woede die zich richtte op de 'dissidente drie' PvdA-senatoren is volkomen onterecht. Guusje ter Horst c.s. hebben geen politieke spelletjes gespeeld of uit rancune gehandeld; ze hebben de voorstellen van het kabinet getoetst aan het programma waarop ze verkozen zijn en vervolgens geconcludeerd dat tegenstemmen de enige optie was. Politiek zeer zuiver. (Bij Nieuwsuur en bij Pauw verklaart Guusje haar standpunt.)
4.
Nu wordt het onfris. In plaats van het verlies te nemen en met nieuwe voorstellen te komen die wel de toets der kritiek kunnen doorstaan dient het kabinet het bestaande voorstel, iets anders verwoord, opnieuw in. Daarbij wordt gedreigd dat indien de Eerste Kamer weer niet akkoord gaat, de maatregelen via een Algemene Maatregel van Bestuur worden opgelegd. 'Dat is niet democratisch en in strijd met het staatsrecht', aldus hoogleraar Voermans van de Universiteit Leiden.
Bij dit opnieuw indienen wordt door de coalitie hevig gespind. 'De bestaande vrije artsenkeuze blijft gehandhaafd', blaat VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra, o.a. afgelopen zaterdag in het radioprogramma Kamerbreed. Presentator Kees Boonman ontkracht zijn bewering: de zorgverzekeraar maakt een selectie en daar kan de patiënt uit kiezen, dat is de 'vrije' artsenkeuze die nu wordt voorgesteld; Zijlstra kan niet anders dan toegeven. Diederik Samsom bezondigt zich aan dezelfde spin.
5.
Maar waarom dan toch dit terriërgedrag m.b.t. dit wetsvoorstel? Er was en is geen haast om dit voorstel nog dit jaar aan te laten nemen; de wet moest pas in 2016 van kracht worden. De enige deadline is die van de nieuwe Eerste Kamer die we na de verkiezingen van Provinciale Staten in maart krijgen: het ziet er niet naar uit dat daar voor enig wetsvoorstel van deze coalitie een meerderheid zal zijn. Er is dus nog tijd.
De enige reden lijkt te zijn dat minister Edith Schippers geen gezichtsverlies wil lijden; deze verworpen wet zou haar ambities om Mark Rutte als VVD-leider en (kandidaat-) premier op te volgen fnuiken. Wel Edith, dat heb je alsnog voor elkaar: iedereen weet nu dat je persoonlijke ambities zwaarder wegen dan het landsbelang.
6.
Hoe nu verder? De gewijzigde voorstellen kunnen nog steeds niet de toets der kritiek van de Eerste Kamer doorstaan. Bovendien hebben CU, SGP en D66 verklaard dat ze niet gediend zijn van het AMvB-dreigement en ook dat zou stemmen in de Eerste Kamer kunnen kosten.
Maar gelukkig is daar nog altijd Sybrand Buma van het CDA. Hij wil het kabinet wel aan een meerderheid in de Eerste Kamer helpen. Voor dertig zilverlingen.
1.
Het nieuwe zorgstelsel is al een drama, en met de voorgestelde wijzigingen wordt het alleen maar slechter. De discussie gaat nu vooral over de inperking van de vrije artsenkeuze en de macht van de verzekeraars.
Het kabinet beweert dat de inperking van de vrije artsenkeuze een miljard euro aan kosten bespaart, maar onderbouwt dit bedrag niet. Daarentegen kosten de voorstellen van het kabinet juist extra geld, betoogt Sweder van Wijnbergen in het Handelsblad.
De voorstellen van het kabinet versterken vooral de macht van de verzekeraars, waarbij het nu al onduidelijk is hoe die macht ten gunste van patiënten wordt aangewend. Het inkoopbeleid is ondoorzichtig, er zijn enorme financiële reserves (om nog niet te spreken van luxe huisvesting en schandalige salarissen) en er worden bakken geld weggesmeten aan marketing om nieuwe klanten te lokken (waarbij een oerwoud aan polissen wordt gecreëerd om vooral maar niet op inhoud van de polis te concurreren).
2.
Het doordrukken van de plannen levert dus geen beleidsverbetering op. Maar met welke al dan niet rationele argumenten die plannen ooit zijn bedacht doet eigenlijk niet eens meer ter zake. Het is afgesproken en het zal dus hoe dan ook worden uitgevoerd. De minister en de regeringspartijen hebben zich ingegraven en terugtrekken is niet meer mogelijk. Dat de kiezer dit niet pruimt blijkt uit de peilingen van Maurice de Hond dit weekeinde.
3.
De woede die zich richtte op de 'dissidente drie' PvdA-senatoren is volkomen onterecht. Guusje ter Horst c.s. hebben geen politieke spelletjes gespeeld of uit rancune gehandeld; ze hebben de voorstellen van het kabinet getoetst aan het programma waarop ze verkozen zijn en vervolgens geconcludeerd dat tegenstemmen de enige optie was. Politiek zeer zuiver. (Bij Nieuwsuur en bij Pauw verklaart Guusje haar standpunt.)
![]() |
Guusje denkt over dingen. |
Nu wordt het onfris. In plaats van het verlies te nemen en met nieuwe voorstellen te komen die wel de toets der kritiek kunnen doorstaan dient het kabinet het bestaande voorstel, iets anders verwoord, opnieuw in. Daarbij wordt gedreigd dat indien de Eerste Kamer weer niet akkoord gaat, de maatregelen via een Algemene Maatregel van Bestuur worden opgelegd. 'Dat is niet democratisch en in strijd met het staatsrecht', aldus hoogleraar Voermans van de Universiteit Leiden.
Bij dit opnieuw indienen wordt door de coalitie hevig gespind. 'De bestaande vrije artsenkeuze blijft gehandhaafd', blaat VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra, o.a. afgelopen zaterdag in het radioprogramma Kamerbreed. Presentator Kees Boonman ontkracht zijn bewering: de zorgverzekeraar maakt een selectie en daar kan de patiënt uit kiezen, dat is de 'vrije' artsenkeuze die nu wordt voorgesteld; Zijlstra kan niet anders dan toegeven. Diederik Samsom bezondigt zich aan dezelfde spin.
5.
Maar waarom dan toch dit terriërgedrag m.b.t. dit wetsvoorstel? Er was en is geen haast om dit voorstel nog dit jaar aan te laten nemen; de wet moest pas in 2016 van kracht worden. De enige deadline is die van de nieuwe Eerste Kamer die we na de verkiezingen van Provinciale Staten in maart krijgen: het ziet er niet naar uit dat daar voor enig wetsvoorstel van deze coalitie een meerderheid zal zijn. Er is dus nog tijd.
De enige reden lijkt te zijn dat minister Edith Schippers geen gezichtsverlies wil lijden; deze verworpen wet zou haar ambities om Mark Rutte als VVD-leider en (kandidaat-) premier op te volgen fnuiken. Wel Edith, dat heb je alsnog voor elkaar: iedereen weet nu dat je persoonlijke ambities zwaarder wegen dan het landsbelang.
6.
Hoe nu verder? De gewijzigde voorstellen kunnen nog steeds niet de toets der kritiek van de Eerste Kamer doorstaan. Bovendien hebben CU, SGP en D66 verklaard dat ze niet gediend zijn van het AMvB-dreigement en ook dat zou stemmen in de Eerste Kamer kunnen kosten.
Maar gelukkig is daar nog altijd Sybrand Buma van het CDA. Hij wil het kabinet wel aan een meerderheid in de Eerste Kamer helpen. Voor dertig zilverlingen.
dinsdag 18 november 2014
Sinds ik ruim twintig jaar geleden bij een auto-ongeluk een dwarslaesie scoorde en in een rolstoel terechtkwam vraag ik mij met enige regelmaat af: is de kwaliteit van mijn leven voldoende om er mee door te gaan? Daar komt direct een andere vraag achteraan: als dat niet zo is, maak ik er dan een einde aan?
Eerst maar even de eerste vraag. Het antwoord daarop varieert in de tijd en is ingewikkeld, een samenstelsel van rationele argumenten en woeste emoties. Die zijn voor een groot deel privé, maar één belangrijke set overwegingen wil ik graag met u delen.
De positie van gehandicapten in dit stinkend rijke land is slecht. Ze kunnen zich alleen met grote moeite of tegen hoge kosten verplaatsen, werkgevers moeten ze niet en de zorg die ze nodig hebben om volwaardig aan de samenleving te kunnen deelnemen is er niet. En nu het ietsje slechter gaat met onze economie wordt dat wat er wel is afgebroken; onder het mom van kwaliteitsverbeteringen voert de politieke klasse rigoureuze bezuinigingen door. Dat wat overblijft, verschanst zich achter een steeds dikker wordende bureaucratie. Cynischer kan niet.
In de nieuwe zorgwerkelijkheid moet ik straks voor heel veel op mijn buren, vrienden en familie terugvallen. Dat zijn grotendeels dezelfde mensen die door hun stemgedrag deze situatie hebben gecreëerd. Dat gaat niet goed komen.
U begrijpt dat, als ik dit in overweging neem, bij mij de wil tot leven wegschrompelt.
Wil ik dan dood? Nee, maar zo leven wil ik ook niet. De dood lijkt te verkiezen boven het eeuwige gesleur en getrek om iets wat op een gewoon leven lijkt te leiden, boven het altijd maar weer geconfronteerd worden met een maatschappij die me als kostenpost ziet en boven de medemens die me lastig vindt.
Helaas ben ik geen held. Dood zijn vind ik niet erg, dood gaan lijkt me verschrikkelijk. Ik heb het uitgezocht en eigenlijk zijn er geen betrouwbare en goeddeels pijnloze manieren beschikbaar om er een einde aan te maken. Betrouwbaar is belangrijk omdat ik niet in een nog slechtere situatie wil terecht komen dan ik al ben en pijnloos is belangrijk ... wel, zoals ik al zei, ik ben geen held.
De positie van gehandicapten lijkt veel op die van bejaarden, maar er is één belangrijk verschil. In een goed ingerichte samenleving kunnen gehandicapten hun hele leven lang een positieve bijdrage aan die samenleving leveren; bejaarden hebben dat al gedaan en hun leven is nagenoeg voltooid. In die zin is de positie van gehandicapten schrijnender.
Wat bejaarden en gehandicapten ook gemeen hebben: ze worden opgesloten in hun uitzichtloze toestand. Dezelfde samenleving die ze zorg en mogelijkheden ontzegt, die ze in veel gevallen dwingt te creperen, ontneemt ze ook de keuze om wel of niet in die samenleving te leven. Het is de arrogantie voorbij.
Natuurlijk is in een beperkt aantal gevallen euthanasie mogelijk, en dat is iets. Het is echter veel te weinig, niet meer dan een schaamlap. Eigenlijk moet iedereen die door de samenleving in een onmenselijk bestaan wordt gedwongen ten minste de vrijheid hebben om er eenvoudig en pijnloos een einde aan te maken. Een pil van Drion dus, voor iedereen. Nu.
Op dit blogje zullen veel reacties komen in de trant van: het valt toch allemaal wel mee, zo erg is het allemaal toch niet, het is toch goed geregeld? Daarop is maar één antwoord: daar gaat u niet over. De beoordeling van mijn leven is mijn zaak. Ik begrijp dat u liever niet nadenkt over de consequenties van uw politieke keuzes, dat u liever niet wordt geconfronteerd met uw maatschappelijk handelen, of beter: het gebrek daaraan.
U, de samenleving, en de politieke klasse die u vertegenwoordigt, kiezen ervoor om gehandicapten en bejaarden buiten te sluiten. Sta ons dan toe om zelf te kiezen of we in die samenleving willen leven.
Eerst maar even de eerste vraag. Het antwoord daarop varieert in de tijd en is ingewikkeld, een samenstelsel van rationele argumenten en woeste emoties. Die zijn voor een groot deel privé, maar één belangrijke set overwegingen wil ik graag met u delen.
De positie van gehandicapten in dit stinkend rijke land is slecht. Ze kunnen zich alleen met grote moeite of tegen hoge kosten verplaatsen, werkgevers moeten ze niet en de zorg die ze nodig hebben om volwaardig aan de samenleving te kunnen deelnemen is er niet. En nu het ietsje slechter gaat met onze economie wordt dat wat er wel is afgebroken; onder het mom van kwaliteitsverbeteringen voert de politieke klasse rigoureuze bezuinigingen door. Dat wat overblijft, verschanst zich achter een steeds dikker wordende bureaucratie. Cynischer kan niet.
In de nieuwe zorgwerkelijkheid moet ik straks voor heel veel op mijn buren, vrienden en familie terugvallen. Dat zijn grotendeels dezelfde mensen die door hun stemgedrag deze situatie hebben gecreëerd. Dat gaat niet goed komen.
U begrijpt dat, als ik dit in overweging neem, bij mij de wil tot leven wegschrompelt.
Wil ik dan dood? Nee, maar zo leven wil ik ook niet. De dood lijkt te verkiezen boven het eeuwige gesleur en getrek om iets wat op een gewoon leven lijkt te leiden, boven het altijd maar weer geconfronteerd worden met een maatschappij die me als kostenpost ziet en boven de medemens die me lastig vindt.
Helaas ben ik geen held. Dood zijn vind ik niet erg, dood gaan lijkt me verschrikkelijk. Ik heb het uitgezocht en eigenlijk zijn er geen betrouwbare en goeddeels pijnloze manieren beschikbaar om er een einde aan te maken. Betrouwbaar is belangrijk omdat ik niet in een nog slechtere situatie wil terecht komen dan ik al ben en pijnloos is belangrijk ... wel, zoals ik al zei, ik ben geen held.
De positie van gehandicapten lijkt veel op die van bejaarden, maar er is één belangrijk verschil. In een goed ingerichte samenleving kunnen gehandicapten hun hele leven lang een positieve bijdrage aan die samenleving leveren; bejaarden hebben dat al gedaan en hun leven is nagenoeg voltooid. In die zin is de positie van gehandicapten schrijnender.
Wat bejaarden en gehandicapten ook gemeen hebben: ze worden opgesloten in hun uitzichtloze toestand. Dezelfde samenleving die ze zorg en mogelijkheden ontzegt, die ze in veel gevallen dwingt te creperen, ontneemt ze ook de keuze om wel of niet in die samenleving te leven. Het is de arrogantie voorbij.
Natuurlijk is in een beperkt aantal gevallen euthanasie mogelijk, en dat is iets. Het is echter veel te weinig, niet meer dan een schaamlap. Eigenlijk moet iedereen die door de samenleving in een onmenselijk bestaan wordt gedwongen ten minste de vrijheid hebben om er eenvoudig en pijnloos een einde aan te maken. Een pil van Drion dus, voor iedereen. Nu.
Op dit blogje zullen veel reacties komen in de trant van: het valt toch allemaal wel mee, zo erg is het allemaal toch niet, het is toch goed geregeld? Daarop is maar één antwoord: daar gaat u niet over. De beoordeling van mijn leven is mijn zaak. Ik begrijp dat u liever niet nadenkt over de consequenties van uw politieke keuzes, dat u liever niet wordt geconfronteerd met uw maatschappelijk handelen, of beter: het gebrek daaraan.
U, de samenleving, en de politieke klasse die u vertegenwoordigt, kiezen ervoor om gehandicapten en bejaarden buiten te sluiten. Sta ons dan toe om zelf te kiezen of we in die samenleving willen leven.
Abonneren op:
Posts (Atom)