zaterdag 21 augustus 2010

Een belangrijk deel van de conversatie bij de rijsttafel gaat over boeken. Wat lezen we zoal? H. leest van alles, veel romans en ook thrillers. E. leest non-fictie, hij is nu bezig in The Bridge, over Obama, en het boek daarvoor ging over Obama's campagne. Ik vertel dat ik bijna geen romans meer lees.

Later, het gesprek overpeinzend, bedenk ik dat ik daar twee redenen voor heb.

1. De huidige generatie schrijvers produceert niets dat de moeite waard is. Na de dood van W.F. Hermans is hier geen goed boek meer geschreven.

2. Er is nog zoveel te lezen over dingen waar ik te weinig van weet dat het lezen van fictie, zelfs van literatuur, een triviaal tijdverdrijf lijkt. Ik weet dat hier ten onrechte de Calvinist in mij spreekt, maar toch.

In mijn jeugd verslond ik detectiefjes en thrillers. Mijn vader had een kast vol, die ik helemaal heb doorgewerkt: Havank, Charteris, Maclean, Innes, Bagley, Ludlum &c. Lodewijk Windstoot en de lijken in de lift van Marba was de eerste, op een strand aan de Adriatische zee. Ik was acht ofzo en begreep er niet veel van, maar de Zwarte Beertjes zouden me heel lang niet meer loslaten.

Daarna kwam science fiction, aangejaagd door de eerste vertoning van Star Trek op tv. Boeken volgden: Vance, Herbert, Asimov, Niven &c. Hoewel ik geen sf meer lees, mag ik het nog altijd graag zien, van Star Trek tot slechte space opera. Zelfs Battlestar Galactica vind ik leuk, alleen met de sequel en prequel van Star Wars ben ik afgehaakt.

Non-fictie ontdekte ik op een onbewaakt ogenblik, toen ik zonder directe aanleiding The history of the Decline and Fall of the Roman Empire van Edward Gibbon kocht, een mooie zwarte Penguin Classic. Voor de goede orde: dat is de ingekorte versie.

Net als E. lees ik graag over politiek. Over vaderlandsche politiek, maar waar hij de Amerikaanse politiek volgt, volg ik de Engelse. Tegenover zijn The Bridge zet ik The end of the party van Andrew Rawnsley. Maar bij de spekkoek komt E. met een gezien het voorgaande verrassende tip: Schweigeminute van Siegfried Lenz. Dat heb ik inmiddels besteld.

Vanmiddag heb ik The Golden Keel van Desmond Bagley uit de kast gepakt. Inderdaad, een thriller. Waarschijnlijk voor het laatst gelezen toen ik veertien was. Het valt niet tegen. Of is dat nostalgie?