zondag 1 juli 2012

Spaans crisisdagboek: 'Regreso al burro'

17 juni 
Ik vertrek niet om zes uur 's avonds maar pas om half negen. De geplande kist is stuk en er moet een nieuwe uit de hangar worden gesleept. Maar voltanken duurt toch geen twee-en-een-half uur? Gelukkig heb ik Marx bij me in de vorm van How to change the world van Eric Hobsbawm. Ik heb wel een suggestie.

Om elf uur ben ik eindelijk op vliegveld Alicante. De laatste jaren vloog ik altijd op Valencia, omdat Valencia een kleiner en prettiger vliegveld is, met een goede service. Het is meer ingesteld op de zakelijke reiziger dan op de hela-hola-toeristen die naar Benidorm gaan. Maar Transavia vond het nodig om de vlucht naar Valencia om half acht 's morgens te laten vertrekken en dat is me toch net iets te vroeg.
Het schijnt dat vliegveld Alicante de afgelopen jaren grondig is verbouwd maar omdat het al donker is zie ik er niet veel van. Wat ik wel zie zijn lege, naargeestige ruimtes. De verlichting is maar gedeeltelijk aan en de enige kleur komt van mijn gele Samsonite op de bagageband.
In de luchtbrug naar de parkeergarage ligt de noppenvloer over de gehele lengte los. De garage zelf is maar voor de helft in gebruik. Het gedeelte waar je niet mag komen is afgeschermd met kettinkjes en onverlicht. Er is ook geen bewegwijzering en het kost wat moeite om de uitgang te vinden.

19 juni
Voordat we bij Nancy (Carambano in Moraira) visjes gaan eten eerst even pinnen. Gezien het gedoe met de Spaanse banken moet je euro's uit de flappentap halen als het nog kan. Maar dat blijkt lastiger dan vroeger toen in iedere straat tenminste drie bankfilialen zaten, allemaal met een eigen betaalautomaat. De lokale banken - Cajas - zijn inmiddels allemaal gefuseerd tot één Bankia en die heeft veel minder kantoren nodig. De overbodige bankkantoren zijn gesloten en de ramen zijn dichtgeplakt. Overigens valt de leegstand verder mee.
Het is erg rustig in Moraira. Overal zijn lege parkeerplaatsen en ook de terrassen aan de boulevard zijn grotendeels leeg. Behalve bij Nancy, daar is nog maar een tafeltje vrij, en dat is voor ons.
Visjes bij Nancy.
's Middags hebben we werklui over de vloer. Miguel ontfermt zich over een weigerachtige halogeen plafondspot en Angel en Paco proberen de skimmers van het zwembad weer aan de gang te brengen.
Miguel vertelt dat er de laatste tijd veel meer straatprostitutie is. Geen Spaanse meisjes, maar Roemeense. 'Van Ceaușescu moesten ze allemaal vier kinderen krijgen en daar valt niets te verdienen. Maar waarom komen ze hierheen?'

Nog even boodschappen doen. Zoals bij alle Spaanse supermarkten staan ook bij de Mas y Mas eindeloze rijen sterke drank. Op de flessen Gordon's Gin zit een soort extra plastic dop - het lijkt op een soort promotie-actie. Het kassameisje trekt de plastic dop resoluut van de fles en gooit 'm in een prullenbak. 'Anders wordt het gejat.'
Maar waarom wordt alleen de Gordon's gejat, en niet de iets duurdere Beefeater Gin, of de veel duurdere whiskeys?

20 juni
Pepe de tuinman is druk aan het snoeien en met een blaasmachine in de weer. Maar het gras wordt niet gemaaid. 'Te kort.'
Hij bedoelt: het is te warm.

We hebben een lunchafspraak even voorbij Gata de Gorgos dus we nemen de N332 naar het noorden. Langs dat stuk weg staan veel ceramica's, met allemaal hetzelfde aanbod: bloempotten, schalen, tegels en nep-antieke standbeelden van beton. In de jaren negentig, toen de huizen als paddestoelen uit de grond schoten, deden ze goede zaken. Nu zijn de meesten wel open maar er zijn geen klanten en de koopwaar zit onder een laag stof.
Ook Gata de Gorgos is stoffig en leeg. Gata profileert zich als jaren als stad van de rietvlechters en dus staan de stoepen vol met gevlochten manden, stoelen, tafels en andere rotzooi. Het komt allemaal uit China. Ook hier ligt een laagje stof en er is geen kip op straat - op twee hooggehakte, langbenige en schaarsgeklede blondines na. Ik moet aan het verhaal van Miguel denken.

Cuadros is een pappa en mamma-tent met tien tafeltjes buiten en twintig binnen. Voor Spaanse begrippen is het wat vroeg voor de lunch en we zijn de enige gasten. Dat blijft zo. Het eten is uitstekend: salade, gegrillde groente en bloedworst.
Cuadros in Gata de Gorgos.
 Ook I. vertelt over de Roemenen: 'Die hebben hier gewerkt, gaan weer naar huis en nemen hun Tarjeta (Spaanse ziekenfondskaart) mee. Thuis laten ze dan van alles doen, zelfs complete verbouwingen. En van Europa moeten wij dat allemaal betalen.'
Gegrillde groente, chorizo en bloedworst bij Cuadros.

22 juni
Het gerucht gaat dat bij Conchi in Benissa de zaken slecht gaan. Het terras blijft leeg omdat de koffie niet meer te drinken zou zijn. Crisis? De meeste van mijn zegslieden kennen het verschil niet tussen ristretto en slootwater dus ik neem het allemaal met een korreltje zout. Eerst zelf maar eens proeven.
In Benissa is er niets veranderd, alleen een kroeg aan het plein schuin tegenover Conchi is verdwenen. Nu zit er een slagerij. Dat lijkt me geen achteruitgang.
Op het plein In Benissa is een kroeg vervangen door een slager.
Ik krijg drie dikke zoenen van Conchi's dochter Raquel. Ik moet even goed kijken: ze is iets breder geworden en heur haar is opeens erg kort. Ze is zo wel erg vierkant. De coupe is kennelijk nieuw want ze krijgt er van diverse gasten opmerkingen over. Zou echtgenoot Tony hier gelukkig mee zijn? Ze was vroeger erg lekker.
De café solo is gelukkig nog prima in orde. Het zou kunnen dat Conchi een andere melange heeft ingekocht, met een iets hoger robusta-gehalte, maar ik vind dat lekker. Trouwens, het terras zit vol. Twee tafels verderop drinkt Nachbarin Edith een kopje koffie met Paquita, de vroegere uitbaatster van de plaatselijke boekhandel.
Ik scoor nog een bakvorm van een model dat in Nederland niet te krijgen is en op het postkantoor ligt The communist hypothesis van Alain Badiou op me te wachten.

's Middags is de tuinman er weer, ditmaal om gif te spuiten. Ze hebben een benzine-aangedreven spuit met een grote tank op een soort van kruiwagen. Natuurlijk hebben ze geen maskers op. Ik ga snel naar binnen om de ramen dicht te doen, want de wolken stuiven door de tuin.

23 juni
Bij de koffie meldt J.: 'Het gaat hier echt slecht. Zometeen komen de Duitsers de snelwegen en al de andere dingen die met Europees geld zijn aangelegd er weer uit slopen. Dan kunnen we weer terug naar de ezel - regreso al burro.'

Langs de kustweg naar Moraira is toch nog een plekje gevonden om een aantal winkelpanden neer te zetten. Ze staan leeg.
Zoals gezegd valt de leegstand in Moraira me mee. Wat wel opvalt is dat het winkelaanbod op de boulevard eenzijdiger is geworden. Het is nu allemaal hetzelfde goedkope plastic strandspul. Ik verbeeld me dat er vroeger ook andere dingen werden verkocht, maar ik kan me niet herinneren wat.
Het kost ook nu - op zaterdag - geen moeite om vlak bij Nancy een parkeerplaats te vinden. Vroeger moest je drie rondjes rijden.

25 juni
Lunchafspraak met P. in Club Nautico. In de jachthaven ligt alleen maar wit plastic. Op een driedeks motorjacht na, dat heel voorzichtig komt binnenvaren, is er niet veel activiteit op het water. Club Nautico is goeddeels gevuld, hier geen crisis. Goed dat we gereserveerd hebben.
Club Nautico in Moraira.
De Arroz con Bogavante valt tegen. P. is stellig: 'Diepvrieskreeft. De volgende keer moeten we hem zelf aanwijzen.'
De rijst - een kruising tussen paella en risotto - is prima.
Arroz con Bogavante - diepvries.

26 juni
Voordat ik terugkeer naar Holland wil ik nog een keer bloedworst eten. We bellen met El Peón de Pinos voor een lunchreservering.
'We zijn dicht.'
Crisis!
'Nee hoor, we zijn op dinsdag niet open voor lunch, dat doen we pas in juli.'
Jammer, want ook El Peón heeft uitstekende bloedworst - en een schitterend uitzicht. We gaan dus nog een keer naar Cuadros.

Dit keer rijden we binnendoor naar Gata de Gorgos. Langs deze weg liggen diverse steengroeves en cementfabrieken. Vroeger hingen hier enorme stofwolken, maar nu ligt alles stil. De enige herinnering aan de economische hoogtijdagen is de laag stof die nog overal op ligt.
Bij Cuadros zijn we weer de enigen maar als we aan de koffie gaan komt er een Spaans echtpaar binnen. Ze gaan aan het tafeltje naast ons zitten en bestellen een complete maaltijd: voorgerecht, hoofdgerecht en nagerecht. Hij hult zich in een somber stilzwijgen, zij spreekt slechts een paar afgemeten zinnen. Wij verlaten de zaak als hun voorgerecht wordt gebracht. Ik hoor nog net dat zij zich verexcuseert om naar het toilet te gaan.
We zijn even bezig met inladen en ander gedoe met auto's maar als we de parkeerplaats af rijden zien we haar lopen: in haar eentje, langs de weg in de richting van Gata. Hoe lang zou het duren voordat hij door heeft dat hij is achtergelaten?

Op de terugweg stoppen we nog even bij de Pepe la Sal. Niet alleen heeft 'de Pepe' een groot assortiment Spaanse producten, ook wordt de internationale expat-gemeenschap goed bediend. De nieuwste aanwinsten voor de Hollanders zijn zuivel van het Albert Heijn-huismerk en siropen van Euro Shopper.

27 juni
De lunchafspraak met M. en J. gaat niet door. Ha, dan kunnen we alsnog naar El Peón de Pinos!
Pinos is een handvol huizen in de heuvels achter Calpe. Het is een enorm geslinger bergop om er te komen en je moet hopen dat je geen andere auto tegenkomt. Maar het eten en het uitzicht maken het de moeite waard.
Uitzicht op de Ifach vanaf El Peón de Pinos.
Paco was vroeger gerant in de kroeg naast Conchi, op het plein in Benissa. Nu runt hij El Peón met z'n ouders. Pa heb ik nooit gezien, ma staat in de keuken en Paco doet de bediening. Maar vandaag doet een meisje het terras en Paco komt maar af en toe naar buiten. Gaat het goed? 'Mijn ouders zijn een weekje op vakantie: een busreis naar Zwitserland.'
Daar hadden we bij Conchi ook al iets over gehoord. Het lijkt dat de helft van Benissa op leeftijd in die bus naar de bergen zit.
Maar dan is het eindelijk tijd voor de grote bloedworstvergelijkingstest: Cuadros versus El Peón. Ik zal er kort over zijn: ze zijn allebei heerlijk, alleen is de bloedworst van Cuadros grover van structuur. Ik weet dat Cuadros zijn bloedworst bij een slager in Jalón betrekt; ik moet toch eens uitvinden of Paco een adresje dichter bij huis heeft.
Gegrillde groente en bloedworst en andere dode beesten bij El Peón de Pinos.
's Middags heb ik een Facetime-gesprek met nichtje J. Ze ziet het meteen. 'Oom Eric is in Spanje!'

28 juni
Vandaag zie ik vliegveld Alicante bij daglicht. Het lijkt inderdaad niet meer op vroeger. Er is een grote en grijze vertrekhal, veel te groot voor het aantal passagiers. Een duidelijke structuur ontbreekt. Achter de douane is het niet veel beter. De baguettes en de koffie zijn slap.
Volgende keer weer Valencia.
De culinaire woestenij op vliegveld Alicante.

PS
(Uit)gelezen boeken: How to change the world van Eric Hobsbawm, de Argonautica van Apollonius Rhodius, Trotsky, the prophet armed van Isaac Deutscher, Essays in Persuasion van John Maynard Keynes en The Great Sea van David Abulafia.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten