dinsdag 8 april 2014

Deze week zijn de onderhandelingen over de begroting voor 2015 begonnen. De rijksfinanciën staan er iets minder beroerd voor en het lijkt erop dat er niet extra bezuinigd hoeft te worden. De mee-onderhandelende oppositiepartijen (D66, CU, SGP) vatten dit op als ware er ruimte voor extra uitgaven en dienden direct hun verlanglijstjes in. De woordvoerder van de coalitie, Diederik Samsom, legde ook zijn eis op tafel: 200 miljoen voor een soepele overdracht van de zorg naar gemeenten.

Dit is vreemd. De bulk van de zorg uit de AWBZ (persoonlijke verzorging en verpleging) wordt niet aan gemeenten overgedragen, maar aan de zorgverzekeraars. (Hierover is het doodstil, en dat is een reden om je zorgen te maken. Daarover een volgende keer meer.) De gemeenten krijgen vooral de begeleiding aan ouderen, chronisch zieken en gehandicapten over de schutting gekieperd, tegelijk met een forse korting op het budget voor de poetshulp.
Voor de goede orde: in Nederland krijgen zo'n 260.000 mensen via de AWBZ een of andere vorm van begeleiding. De gulle geste van Samsom vertaalt zich dus in een fooi van zo'n € 767,- per persoon. Daar kan je niet zoveel mee.

De onderhandelingsinzet van Samsom laat vooral zien dat hij zijn kiezers niet begrijpt, dat hij niet snapt waarover ze zich zorgen maken en waarom ze dus naar andere partijen weglopen. Het gaat hen er niet om hoeveel geld er beschikbaar is voor de PvdA-plannen, de essentie is dat ze de plannen zelf onverteerbaar vinden.

De geschiedenis geeft de PvdA-achterban gelijk.

Voorbeeld 1. De Wet Voorzieningen Gehandicapten. In 1994 werden gemeenten verantwoordelijk voor rolstoelen, trapliften en alle andere vervoers- en woonvoorzieningen. Het werd een puinhoop. Het heeft jaren geduurd en het heeft vele rechtszaken gekost voordat gemeenten een fatsoenlijk verstrekkingenniveau bereikten - in een tijdperk dat het geld over de plinten klotste. Daarnaast richtte iedere gemeente een eigen toko in, zodat een gehandicapte die naar een andere gemeente verhuisde zijn rolstoel kon inleveren en elders een nieuwe moest aanvragen.
Ook is tot op de dag vandaag het reizen buiten de eigen gemeentegrens de facto onmogelijk. Het bovenregionaal vervoerssysteem Valys is zo beperkt dat een gehandicapte zich moet afvragen of dit jaar tante Agaath of achterneef Kees wordt bezocht.

Voorbeeld 2. In de WVG bestonden tenminste nog afdwingbare rechten. Omdat de gemeenten al die rechtszaken maar lastig vonden werd de WVG vervangen door de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Het recht op een voorziening werd daarbij afgeschaft; als een gemeente liever een skybox in het plaatselijke voetbalstadion kocht, was dat prima. Tegelijkertijd werd het welzijnswerk wegbezuinigd.

Voorbeeld 3. Vervolgens werd de huishoudelijke verzorging uit de AWBZ gehaald en bij de gemeenten in de WMO ondergebracht. Veel gemeenten grepen direct hun kans en degradeerden deze zorg tot poetshulp: ongekwalificeerde, slecht of geen Nederlands sprekende schoonmakers rausden door de flatjes van dementerende bejaarden die na zo'n bezoek ontredderd achterbleven.

De PvdA-achterban weet dus dat ze wat zorg betreft van gemeenten niets hebben te verwachten. 200 miljoen extra verandert daar niets aan.

Om extra zout in de wonden te wrijven wordt deze afbraak van de zorg door Samsom en zijn zetbaas Van Rijn verkocht in alleen positieve bewoordingen. 'Dichterbij huis wordt de zorg beter' - quod non, zie boven - en 'maatwerk': een synoniem voor willekeur en rechtsongelijkheid.

Diederik Samsom heeft nog niks geleerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten